2008; een rampenjaar voor Haïti


Foto: http://www.bonnouvel.org

De eerste weken van september raasden er hier vier tropische stormen voorbij en lieten een spoor van dood en vernieling achter Fay, Gustave, Hanna en Ike komen nu in de Haitiaanse geschiedenisboeken, met een zwaar passief: honderden doden, ontelbare huizen vernield, oogst en veestapel weggespoeld, bruggen en wegen van de kaart geveegd….Scholen en kerken werden opvangcentra voor de duizenden daklozen en slachtoffers van het noodweer. Vooral Gonaîves, de op drie na grootste stad van Haïti, en Cabaret (op 35 km ten noorden van Port-au-Prince) werden zwaar getroffen. De wonden na dit noodweer waren nog niet gelikt toen op 7 november een school in Pétionville ineenstortte en 98 dodelijke slachtoffers maakte.

In de loop van het jaar kregen we terug een opflakkering van het klimaat van onveiligheid, vooral door een toename van de ontvoeringen tegen betaling van losgeld. De politie en de blauwhelmen blijken nog steeds machteloos om dit fenomeen onder controle te krijgen. De laatste maanden kwam daar dan toch weer beterschap in.

Bij al die miserie komen dan nog de hoge kosten van levensonderhoud die voortdurend blijven stijgen. De dure prijzen van de meest levensnoodzakelijke producten waren trouwens de voornaamste oorzaak van de gewelddadige betogingen van april 2008. Komt daar dan nog bij dat de heropening der scholen aan bijna niet te betalen voorwaarden voor vele ouders serieus in het gedrang kwam. Het begin van het nieuwe schooljaar werd uiteindelijk officieel met meer dan een maand verdaagd (van 1 september naar 6 oktober). Hoe vele mensen overleven is me na 41 jaar Haïti nog steeds een raadsel.

117 kinderen genieten van een financiële adoptie via de organisatie CUNINA. De opvolging van deze peterschappen vraagt heel wat administratief werk en ik probeer heel veel aandacht te schenken aan de begeleiding van de kinderen die dank zij deze steun hun schoolgaan verzekerd zien, niet zonder moeilijkheden weliswaar. Onderwijs is in Haïti gewoonweg meer dan peperduur geworden en zelfs een peterschap kan de hoogoplopende schoolonkosten niet meer dekken.

Ik hoopte op 1 oktober 2008 de fakkel van Bon Nouvèl te kunnen doorgeven aan de nieuwe directeur, een Kongolese confrater, die echter enkele weken ervoor tijdens zijn verlof besliste van koers te veranderen en in Kongo te blijven. Ik ben dus nog goed voor een jaartje erbij. Bon Nouvèl werd door wijlen pater Joris Ceuppens in 1967 opgestart met als hoofddoel de promotie van de Creoolse taal, en begon daarvoor met de uitgave van een bescheiden maandblad “Bon Nouvèl” (Goed Nieuws). Het project groeide uit tot wat het nu is met drie actieterreinen: uitgave van het Creoolse maandblad “Bon Nouvèl”, zowat het parochieblad hier in Haïti; de uitgave van Creoolse schoolboeken voor een alternatief lager onderwijs in de taal van het volk; promotie en verkoop van Creoolse leesboeken.

Jan Hoet
1 maart 2009