Actueel 4 juni 2016

Haïti zit weeral eens in een politieke crisis. Na het aftreden van president Martelly werd Jocelerme Privert aangesteld als provisoire president. Hij kreeg een mandaat van 120 dagen om verkiezingen te organiseren. Er was sprake van 24 april als verkiezingsdatum, maar die dag passeerde zonder dat er verkiezingen plaatsvonden, tot grote ergernis van de internationale gemeenschap. Veel energie werd gestoken in het oprichten van een onafhankelijke commissie die de fraude tijdens de verschillende verkiezingen van 2015 diende te onderzoeken. Er werd een provisoire eerste minister aangesteld en een nieuwe Voorlopige Kiesraad samengesteld. Ondertussen werd Haïti in de afgelopen maanden geteisterd door noodweer en overstromingen. De voorafgaande droogtes hebben ertoe geleid dat een derde van de bevolking honger lijdt.

Het akkoord van 6 februari 2016 bepaalde dat president Martelly op 7 februari zou aftreden en dat er een voorlopige president gekozen zou worden door de vertegenwoordigers van Kamer en Senaat. Op 14 februari werd Privert gekozen als voorlopige president. Zijn mandaat van 120 dagen loopt af op 14 juni. Het ziet ernaar uit dat er geen presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden voordat het mandaat van Privert verstreken is. Wat er dan moet gebeuren is onduidelijk. De politieke impasse is dan compleet.
Nadat Privert was aangesteld als voorlopig president begon hij zijn zoektocht naar een nieuwe premier. Als eerste werd Fritz-Alphonse Jean naar voor geschoven. Tijdens een stemming op 20 maart kreeg deze evenwel niet het vertrouwen van het parlement. Verschillende parlementairen waren het niet eens met zijn politieke plannen. President Privert diende op zoek te gaan naar een andere eerste minister. Hij stelde dan Enex Jean-Charles voor als kandidaat voor het premierschap. Deze werd wel aanvaard door het parlement. Op 25 maart stelde Enex Jean-Charles de ministers voor van zijn nieuwe regering. Hij kreeg meteen kritiek omdat er maar 3 vrouwen deel uitmaakten van zijn kabinet.
De belangrijkste taak van de nieuwe regering is het akkoord van 6 februari uitvoeren. Dit akkoord werd getekend door Martelly en de bij de verkiezingen verkozen voorzitters van Kamer en Senaat. Voor de Kamer tekende Cholzer Chancy en voor de Senaat zette Jocelerme Privert zijn handtekening. Zoals we weten werd Privert enkele dagen later naar voor geschoven als voorlopig president.
Sommige politici vinden dat het akkoord van 6 februari geen legitimiteit heeft precies omdat het ondertekend is door voormalig president Martelly. Het akkoord wordt volgens hen niet gedragen door het Haïtiaanse volk. Ze voelden er weinig voor om presidentsverkiezingen te houden op 24 april, zoals geschreven staat in het akkoord. Het is volgens hen veel belangrijker dat er een onafhankelijke commissie komt die de fraude tijdens de verkiezingen van 2015 onderzoekt. Daarnaast eisen ze ook een commissie die onderzoekt hoe het overheidsgeld beheerd werd tijdens het presidentschap van Martelly.
Velen verdenken Martelly van fraude en corruptie. Dat de namen van Martelly, ex-premier Lamothe en voormalig minister van financiën, Wilson Laleau, opduiken in het schandaal rond de ‘Panama papers’ doet menigeen de wenkbrauwen fronsen.

Een nieuwe CEP

Op 30 maart werd een nieuwe Voorlopige Kiesraad (CEP) geïnstalleerd. De nieuwe CEP bestaat uit 9 leden: 3 vrouwen en 6 mannen. Ze vertegenwoordigen de diverse sectoren van de maatschappij. Zo is er een vertegenwoordiger van de katholieke kerk, van de vrouwenbeweging, van de protestantse kerken, van de vakbond, van de werkgevers, van de boeren, van de voodoo, van de universiteit en van de mensenrechtenorganisaties.
De nieuwe CEP staat voor de zware taak om een stand van zaken op te maken in verband met de controversiële verkiezingen van 9 augustus en 25 oktober 2015. Nadien moet ze bepalen hoe het verkiezingsproces op een geloofwaardige manier verdergezet kan worden. Daarbij moet ze te allen prijze manipulatie en inmenging vermijden. Ze dient ook nauwgezet de bevindingen op te volgen van de onderzoekscommissie, die nagaat wat er verkeerd is gegaan tijdens de verkiezingen van 2015.

Een onafhankelijke onderzoekscommissie

Op 28 april werden de 5 leden van de onderzoekscommissie, die de onregelmatigheden tijdens de verkiezingen van 2015 in kaart gaat brengen en evalueren, officieel aangesteld. Mensenrechtenorganisaties en vertegenwoordigers van sociale organisaties ijverden er al langer voor dat grondig onderzocht moet worden wat er tijdens de vorige verkiezingen allemaal is fout gelopen. Alleen zo kan vermeden worden dat dezelfde fouten opnieuw gemaakt worden. Het is ook belangrijk dat het Haïtiaanse volk ziet dat fraude en corruptie niet ongestraft blijven. Enkel op die manier kan het vertrouwen in de politiek en in de politici hersteld worden.
De onderzoekscommissie kreeg 30 dagen de tijd om haar werk te doen. Ze diende haar conclusies ten laatste op 29 mei bekend te maken.
De internationale gemeenschap vond de oprichting van een onderzoekscommissie naar de fraude tijdens de voorbije verkiezingen, puur tijdverlies. De Verenigde Staten, de Europese Unie en vele andere landen vinden dat er zo vlug mogelijk verkiezingen moeten plaatsvinden. Haïti kan zich volgens hen geen verlenging van het mandaat van de provisoire president en de overgangsregering permitteren
De Haïtiaanse organisaties reageerden hierop door te zeggen dat de verkiezingen in Haïti een zaak zijn van het Haïtiaanse volk en dat geen enkele Haïtiaan kan aanvaarden dat een buitenlander dicteert wat er gedaan moet worden en hoe de verkiezingen georganiseerd moeten worden. Het is niet omdat enkele landen de organisatie van de verkiezingen financieren dat ze het recht hebben om zich te mengen met de interne aangelegenheden van het land.
Op 30 mei werd het rapport van de onafhankelijke onderzoekscommissie openbaar gemaakt. De onderzoekscommissie stelt voor om het afgebroken verkiezingsproces voor een nieuwe president terug op te nemen en verder te zetten. In haar rapport zegt de onderzoekscommissie dat er maar 9 % van het totaal aantal stemmen dat uitgebracht werd tijdens de controversiële presidentsverkiezingen, geldig is. Er werd geknoeid met de proces-verbalen en het aantal valse identiteitsbewijzen waarmee gestemd werd, bedraagt 180 250. Meer dan 628 000 stemmen kunnen niet meer getraceerd worden. Ter vergelijking: de winnaar van de betwiste eerste ronde van de presidentsverkiezingen, Jovenel Moïse van de partij van Martelly, kreeg slechts 511 992 stemmen achter zijn naam.
De onderzoekscommissie maakte ook bekend dat de verkiezing van 14 senatoren en van 100 volksvertegenwoordigers eveneens betwist is. Ze zegt dat de nieuwe CEP of Voorlopige Kiesraad een instantie in het leven moet roepen die gaat oordelen over deze gevallen van fraude. De toekomst van heel wat politici die momenteel in het parlement zetelen, zal afhangen van het oordeel van deze instantie.

Overstromingen

Tijdens de voorbije maanden werd Haïti verschillende keren getroffen door noodweer. Het laatste weekend van februari waren er hevige stortbuien. Een persoon kwam om het leven toen hij werd meegesleurd door een rivier die buiten haar oevers was getreden. In Cap-Haïtien liepen meer dan 8000 huizen onder water. Ook in andere delen van het land was er wateroverlast.
Eind april waren er hevige onweersbuien in de streek rond Port-au-Prince. Cité Soleil liep volledig onder water en in Carrefour Feuilles kwamen een vader en zijn drie kinderen om door een grondverzakking. Er was heel wat materiële schade en duizenden families verloren al hun bezittingen. Ook op vele andere plaatsen, verspreid over het hele land, was er wateroverlast en vielen er doden te betreuren.
De slechte weersomstandigheden veroorzaakten ook in de maand mei overstromingen met heel wat schade als gevolg: gewassen op de velden werden vernield, dieren werden meegesleurd door het water en veel huizen werden zwaar beschadigd.
Dit alles gebeurde terwijl het eigenlijke orkaanseizoen nog moet starten. Tijdens dit seizoen, dat start op 1 juni en eindigt op 30 november, worden 12 stormen en 5 orkanen verwacht.

Hongersnood

Ten gevolge van de droogte in de lente van 2015 verloren vele boeren tot 80% van hun oogst. Vele families hielden geen zaaigoed meer over voor de lente van 2016. De voedselprijzen schoten de hoogte in. Het gevolg daarvan is dat 3,6 miljoen mensen of een derde van de bevolking, geconfronteerd wordt met voedselonzekerheid. Daaronder lijdt 1,5 miljoen mensen echt honger.
Op 19 april lanceerden verschillende organisaties van de Verenigde Naties, waaronder UNICEF en het Wereldvoedselprogramma van de VN, een noodoproep. Het is de bedoeling dat 700 000 personen geld zullen ontvangen om daarmee op de lokale markt voedsel te kunnen kopen. Ongeveer 300 000 andere mensen zullen zowel geld als voedsel ontvangen. Daarnaast zullen 200 000 mensen voedsel in ruil voor werk ontvangen. Zwangere vrouwen, oudere mensen en baby’s zullen extra vitaminen en mineralen krijgen om de ondervoeding tegen te gaan.

Geen Amerikaanse pindanoten

Ondanks de kritieke voedselsituatie was er heftige kritiek tegen het voornemen van de Verenigde Staten om 500 ton pistaches te schenken. In een open brief gericht aan het departement landbouw van de Verenigde Staten en aan USAID vragen meer dan 60 organisaties de annulatie van deze gift, die gepland was voor het einde van dit jaar.
De Verenigde Staten zeggen dat ze deze gift willen doen om de honger en de ondervoeding van kinderen te bestrijden. De organisaties zeggen dat het hier gaat om een vergiftigd geschenk dat de landbouwsector in Haïti gaat destabiliseren.
Pistaches spelen een voorname rol in de Haïtiaanse landbouweconomie en zijn belangrijk om de voedselsoevereiniteit van het land te garanderen. Er zijn meer dan 150 000 telers van pistaches. Jaarlijks produceren ze 70 000 ton pistaches. Meer dan 500 000 Haïtianen zijn betrokken bij de productie van ‘manba’ (vergelijkbaar met pindakaas), die gemaakt wordt van pistaches. Door de Amerikaanse gift zouden al deze mensen een deel van hun inkomen verliezen, omdat de prijs van pistaches erdoor zou instorten. Of anders gezegd, de gift zou schade toebrengen aan de Haïtiaanse producenten van pistaches. Daarnaast zeggen sommigen dat een deel van de Amerikaanse pistaches wellicht genetisch gemanipuleerd is.

Minimumloon

Op 1 mei werd het minimumloon opgetrokken tot 300 gourden per werkdag van 8 uur. Voor 1 euro moeten 75 gourden worden betaald. Een Haïtiaanse werknemer verdient dus 4 euro per dag.

Bart Van Malderen
4 juni 2016

Meer artikels uit deze rubriek