Actueel augustus 2013

Het is nu vrijwel zeker dat er dit jaar geen verkiezingen zullen worden gehouden. President Martelly gaat wellicht het land besturen via decreten. Zijn vrouw en zoon worden beschuldigd van corruptie. De rechter die een zaak tegen hen begon werd zwaar geïntimideerd en stierf aan een hersenbloeding.

Omwille van de nasleep van de aardbeving van januari 2010 werden de verkiezingen uitgesteld. Op dit moment is er nog altijd geen verkiezingsdatum vastgelegd. Een aantal senatoren en andere politici denken dat de huidige machthebbers geen verkiezingen meer willen organiseren in 2013. Het doel van president Martelly is volgens sommigen om in 2014 het parlement te ontbinden en dan te regeren via decreten. Begin januari eindigt het mandaat van nog eens een derde van de senatoren. De senaat zal dan begin 2014 nog uit 10 senatoren bestaan, terwijl hij normaal 30 leden telt. Op 19 juni maakte de Amerikaanse vice-president Biden tijdens een teleconferentie aan Martelly duidelijk dat de Amerikaanse regering wil dat er eind 2013 verkiezingen gehouden worden in Haïti. Martelly legt de Amerikaanse wens echter naast zich neer.
De Internationale Crisis Groep waarschuwde op een persconferentie in Washington dat president Martelly zich niet mag laten verleiden om het land te leiden via decreet en om het Haïtiaans parlement disfunctioneel te verklaren in januari 2014. De vice-president van de Internationale Crisis Groep zei: “Het is een rode lijn voor de geldschieters en de diplomaten. Ze hebben tegen president Martelly gezegd ze niet te overschrijden.” Als president Martelly toch het parlement ontbindt, zal dat niet geaccepteerd worden door de geldschieters en leiden tot het stopzetten van de bilaterale en multilaterale hulp. Naast een politieke crisis zal er dan ook een financiële crisis ontstaan.

Klimaat van onveiligheid

De Haïtiaanse mensenrechtenorganisatie RNDDH (Réseau national de défense des droits humains) zegt in een rapport dat de onveiligheid is toegenomen tijdens de regeerperiode van president Martelly en eerste minister Lamothe. Personen die op onrechtmatige wijze rijk zijn geworden, die betrokken zijn bij witwaspraktijken en de schatkist plunderen lopen vrij rond. De mensenrechtenorganisatie stelt vast dat de sociale en economische rechten van de Haïtiaanse bevolking voortdurend en systematisch worden geschonden. De acties van de machthebbers en de lange uiteenzettingen over de realisatie van het recht op gezondheid, onderdak, werk en een gezonde leefomgeving komen niet tegemoet aan de verwachtingen van de bevolking. Het lijkt erop dat de sociale programma’s die opgezet worden door de autoriteiten alleen maar een spektakelwaarde hebben.
De RNDDH verklaart dat er tijdens het tweede jaar dat Martelly aan de macht is 1041 mensen werden gedood tijdens gewelddadigheden. Daarvan werden er 1016 gedood in Port-au-Prince. De onveiligheid en de criminaliteit nemen de vorm aan van een structurele gewelddadigheid die genegeerd wordt door de autoriteiten. Het recht op leven, het basisrecht van de mensenrechten, wordt voortdurend geschonden. De regering zou de burgers moeten beschermen tegen de onveiligheid die heerst in het land.
De mensenrechtenorganisatie stipt ook aan dat herhaaldelijk verschillende openbare markten in brand werden gestoken. Honderden marktkramers leden daardoor zware verliezen. De RNDDH pleit ook voor een onafhankelijke rechtspraak en een effectieve strijd tegen de corruptie die het land verziekt.

Corruptie zoon en vrouw van Martelly

De strijd tegen de corruptie heeft natuurlijk weinig zin als de familie van Martelly zich zelf eraan bezondigd. Regelmatig duiken er in de pers berichten op over onfrisse praktijken waaraan de vrouw en de zoon van de president zich schuldig maken. Het gaat dan over corruptie, afpersing en verduistering van overheidsgeld.
Op 2 juli werden twee advocaten door rechter Jean Serge Joseph gehoord, nadat zij bij de rechtbank van Port-au-Prince een klacht hadden gedeponeerd tegen de zoon en de vrouw van Martelly. De advocaten eisten dat Sophia en Olivier Martelly vervolgd zouden worden. De advocaten van Martelly noemden de beschuldigingen laster en eerroof en eisten bewijzen.
Rechter Joseph besluit, na beide partijen gehoord te hebben, enkele hoog geplaatsten op te roepen als getuigen: eerste minister Lamothe, de ministers van Financiën, Gezondheid, Sport en Landbouw en ook de gouverneur van de Nationale Bank.
De advocaten die de aanklacht tegen de zoon en de vrouw formuleerden zeiden blij te zijn met de moed van rechter Joseph die een heel systeem trotseert. Ze noemden zijn beslissing om ministers als getuigen op te roepen heldhaftig en ze voegden eraan toe dat volgens hen, beide verdachten medeplichtigen hebben op alle niveaus van het overheidsapparaat

Rechter Joseph sterft

Op 11 juli werd rechter Joseph bedreigd en zwaar onder druk gezet tijdens een ontmoeting met president Martelly en premier Lamothe. De president en de premier ontkenden dat deze ontmoeting had plaatsgevonden.
Op 13 juli werd rechter Joseph met spoed opgenomen in het ziekenhuis, waar hij dezelfde dag overleed aan een hersenbloeding. Hij werd 58 jaar. Volgens de dokters kan stress de oorzaak van een hersenbloeding zijn en dit was volgens hen het geval bij rechter Joseph, die onder extreem hoge druk stond.
Na zijn dood verklaarden verschillende vrienden en vertrouwenspersonen van rechter Joseph dat er op 11 juli wel degelijk een ontmoeting plaatsvond met Martelly en Lamothe, waarbij deze laatsten rechter Joseph onder druk zetten en hem wilden doen afzien van zijn voornemen om ministers als getuige op te roepen in het proces tegen de vrouw en de oudste zoon van Martelly. Zoals gezegd ontkenden Martelly en Lamothe dit.
Uiteindelijk werd er een parlementaire onderzoekscommissie samengesteld die diende te onderzoeken of er al dan niet een ontmoeting had plaatsgevonden. Deze commissie luisterde naar het getuigenis van twee juristen die bevestigden dat rechter Joseph onder druk werd gezet. Martelly en Lamothe bleven zeggen dat er geen gesprek heeft plaatsgevonden met rechter Joseph.

Het juridisch systeem is ziek

De dood van rechter Joseph lokte ook internationale reacties uit. Het Internationaal Bureau van de Advocaten (IBA) drong er bij de Inter-Amerikaanse Commissie van de Mensenrechten op aan dat er dringend een onderzoek nodig is in verband met de veronderstelde schendingen van de mensenrechten door de administratie van president Martelly. In een brief schrijft het IBA: “De situatie is zoveel ernstiger en verontrustend, wanneer het de hoogste dignitarissen van de staat zelf zijn, te weten de president van de republiek, Michel Martelly en zijn eerste minister, Laurent Salvador Lamothe, die deze rechten schenden, waardoor ze de toekomst van de democratie en de rechtsstaat in Haïti in gevaar brengen.” De brief gaat als volgt verder: “Deze schandalige en onthutsende feiten drukken de wil uit van de Haïtiaanse uitvoerende macht om de rechterlijke macht te domineren en te controleren, wat regelrecht ingaat tegen de Haïtiaanse grondwet.”
Het Internationaal Bureau van de Advocaten zegt dat de democratie, waar het Haïtiaanse volk naar verlangt, systematisch geschonden wordt en dat alle burgers bedreigd worden door de dictatuur die geïnstalleerd wordt.
Het platform van de Haïtiaanse mensenrechtenorganisaties zegt dat het juridisch systeem ziek is. Weinig aanbevelenswaardige kandidaten worden benoemd tot rechter. Deze rechters voeren dan het macabere plan uit dat uitgetekend wordt door de huidige leiders van de Haïtiaanse staat. Er zijn enkele rechters die het systeem proberen te veranderen, maar de overgrote meerderheid van de rechters handelt onder invloed van de machthebbers. Van een onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak is geen sprake.

De Minustah blijft

In tegenstelling tot wat verwacht werd is de Minustah niet bezig met de voorbereidingen van haar definitieve vertrek uit Haïti. Nochtans keurde de Haïtiaanse senaat een resolutie goed waarin staat dat de blauwhelmen zich ten laatste op 28 mei 2014 moeten terugtrekken uit Haïti.
De Minustah legde de beslissing van het Haïtiaanse parlement naast zich neer en onderhandelde over een nieuwe kalender met de Haïtiaanse regering. De Minustah maakte al plannen voor de periode 2013-2016. Pas in 2015 zal het aantal blauwhelmen met 30 % worden teruggeschroefd, op voorwaarde dat de Haïtiaanse autoriteiten in staat zijn om de taken van de Minustah op zich te nemen.
De blauwhelmen zullen de komende jaren actief zijn op drie domeinen. Ze zullen de Haïtiaanse politie bijstaan, ze gaan helpen met de vorming van het overheidspersoneel en ze willen zorgen voor een versterking van de staatsinstellingen.
De Minustah is niet geliefd bij de Haïtiaanse bevolking. Op 31 mei en op 1 juni waren er nog betogingen die het onmiddellijke vertrek van de blauwhelmen eisten. Veel mensen zien hen als de rechtstreekse verantwoordelijken voor de epidemie van cholera, die door besmette Nepalese soldaten van de Minustah in Haïti werd binnengebracht.
Er stierven al meer dan 8000 mensen aan cholera. De nabestaanden eisten een vergoeding van de Verenigde Naties, maar hun klacht werd onontvankelijk verklaard. Eind juli kondigde de VN aan dat ze 2 miljoen Amerikaanse dollar ging vrijmaken voor de strijd tegen de cholera in Haïti. Dit bedrag is absoluut ontoereikend. In Haïti diende een aantal centra, waar mensen met cholera werden behandeld, de deuren te sluiten omwille van een gebrek aan financiële middelen.

Hinche overstroomd

In Hinche, de provinciestad van de Plateau Central, trad de rivier Guayamouk buiten zijn oevers in de nacht van 14 op 15 juni. Veel mensen werden verrast in hun slaap. Nadien brachten ze uren door op de daken van hun huizen. De materiële schade was enorm. Meer dan 800 mensen verloren alles en dienden opgevangen te worden. Er was ook heel wat schade aan de wegen in en rond Hinche. Daarnaast leden de boeren veel schade. Veel dieren verdronken. Grote velden met maïs en bonen werden verwoest.
De overheidsinstellingen en de NGO’s waren niet in staat om te zorgen voor voldoende voedsel. Veel mensen klaagden over een gebrek aan drinkbaar water en voedsel.

Protest tegen homohuwelijk

Nadat het homohuwelijk in Frankrijk werd goedgekeurd was er op 19 juli in Haïti een betoging tegen het invoeren van het homohuwelijk in Haïti. Tijdens de homofobe mars waartoe vooral protestantse kerken hadden opgeroepen kregen twee homoseksuele mannen enkele rake klappen.

Bart Van Malderen
22 september 2013

Meer artikels uit deze rubriek