Actueel juni 2012

President Martelly werd opgenomen in een Amerikaans ziekenhuis omdat hij leed aan een longembolie. Laurent Lamothe werd aangesteld als nieuwe eerste minister. Tijdens een gezamenlijke actie van de Haïtiaanse politie en de Minustah werden de zogenaamde oud-militairen uit de kazernes verdreven die ze al maandenlang inpalmden. De cholera-epidemie verspreidt zich weer omdat het nu regenseizoen is.

Van 16 tot 30 april was president Martelly in Miami, waar hij verzorgd werd voor een embolie van de longen. Volgens de entourage van de president werd de embolie veroorzaakt door de complicaties van zijn operatie aan de rechterschouder op 5 april. Het was al de derde keer in zeven maanden dat de president werd opgenomen in het ziekenhuis. De eerste opname was in oktober 2011 voor een operatie aan de linkerschouder.
De Haïtiaanse grondwet bepaalt dat de eerste minister de taken van de president dient over te nemen indien deze laatste daartoe niet in staat is. Concreet betekende dit dat ontslagnemend premier Conille de lopende zaken diende te behartigen. Er heerste een sfeer van wanorde. Conille was ontslagnemend en de nieuwe premier, Laurent Lamothe, was nog niet officieel aangesteld.

Lamothe eerste minister

Na lange debatten ratificeerden de volksvertegenwoordigers op 14 mei de aanstelling van Laurent Lamothe als eerste minister. De senatoren hadden dit al eerder gedaan. Volgens sommige bronnen zouden de senatoren geld ontvangen hebben om te stemmen voor Lamothe. Het is nu afwachten of met Lamothe eindelijk een periode van stabiliteit aanbreekt. Lamothe was minister van buitenlandse zaken tijdens de regering van Conille. Die diende noodgedwongen zijn ontslag in omdat het niet meer boterde met president Martelly. Conille stond immers open voor de vraag van het parlement om na te gaan of de president niet de dubbele nationaliteit had, wat in strijd is met de grondwet. Toen al zijn ministers de kant kozen van Martelly, die niet direct wou ingaan op de vraag van het parlement, stond Conille alleen en stapte hij op. Ook Lamothe ligt onder vuur omdat hij evenmin zou voldoen aan de voorwaarden die de grondwet bepaalt. Zo moet een eerste minister kunnen bewijzen dat hij de laatste 5 jaar zijn domicilie had in Haïti. Volgens sommigen zou Lamothe hieraan niet voldoen.

De oud-militairen

Een van de eerste problemen waarmee premier Lamothe geconfronteerd werd, was de aanwezigheid van zogenoemde oud-militairen in verschillende oude kazernes, verspreid over het hele land. President Aristide schafte in 1995 het leger af. Sindsdien zorgen de Haïtiaanse politie samen met de internationale troepenmacht van de Minustah voor de veiligheid. De oud-militairen eisen nu de heroprichting van het leger. Ze voelen zich hierin gesteund door president Martelly, die bij diverse gelegenheden te kennen gaf dat hij voorstander is van een heroprichting van het leger. Hij gaat hiermee in tegen de wensen van de internationale gemeenschap, die hier afwijzend tegenover staat en meer heil ziet in het optrekken van het aantal politieagenten van 10 000 naar 15 000.
Op 18 en 19 mei werden 50 zogenoemde oud-militairen gearresteerd tijdens een gezamenlijke actie van de Haïtiaanse politie en de Minustah. De operatie was gericht tegen de gewapende groepen die al enkele maanden verschillende locaties bezetten over het hele land. In een aantal gevallen gaat het om voormalige kazernes van het Haïtiaanse leger. De nieuwe regering van Laurent Lamothe beschouwt de oprichting van kampen door oud-militairen als een ernstige bedreiging voor de nationale veiligheid. Op vijf plaatsen werden de oud-militairen uit hun kampen verdreven door politie en Minustah. De overige oud-militairen verlieten vrijwillig de kampen die ze sinds midden 2011 bezetten. Ze dreigden er wel mee om terug van zich te laten horen indien aan hun eisen voor een heroprichting van het leger niet wordt voldaan.
Sommigen noemen de acties tegen de oud-militairen hypocriet. Volgens hen dient de bevolking geïnformeerd te worden over de herkomst van de financiële en logistieke middelen waarover de oud-militairen beschikten. De zogenoemde oud-militairen waren actief in verschillende regio’s van het land, ze droegen militaire uniformen, ze beschikten over wapens en ze circuleerden met wagens en bromfietsen. Er blijven heel wat vragen onopgehelderd in dit dossier.

Minustah in diskrediet

In juni 2004, na het gedwongen vertrek van president Aristide, besloot de internationale gemeenschap om blauwhelmen naar Haïti te sturen. Het mandaat van de Minustah, zoals de missie van de VN soldaten wordt genoemd, werd jaarlijks verlengd. De Minustah heeft als opdracht om mee te zorgen voor stabiliteit in Haïti. Veel Haïtianen zien de internationale troepenmacht echter als een bezettingsleger. De afgelopen jaren kwamen de soldaten van de Minustah meerdere malen in diskrediet.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er geprotesteerd werd naar aanleiding van de 8ste verjaardag van de aanwezigheid van de Minustah. Op 1 juni trok er een betoging door de straten van Port-au-Prince. De manifestanten beschuldigden de blauwhelmen van allerlei misdrijven waaronder moord en verkrachting van minderjarigen. Daarenboven worden de blauwhelmen verantwoordelijk geacht voor het uitbreken van de cholera-epidemie waardoor sinds oktober 2010 al meer dan 7000 personen stierven. De cholera zou in het land gebracht zijn door besmette Nepalese blauwhelmen.
Een woordvoerster van de Minustah zei dat de 8 jaren aanwezigheid van de blauwhelmen positief waren voor Haïti. Veel zaken zijn veranderd en dit in positieve zin. De woordvoerster sloot een onmiddellijke terugtrekking van de blauwhelmen uit. Wel zal de Minustah zich geleidelijk aan terugtrekken uit regio’s waar ze niet langer nodig zijn. Daarnaast erkent de Minustah dat sommige blauwhelmen verwerpelijke dingen hebben gedaan. De woordvoerster stipte aan dat de Minustah deze misstappen altijd veroordeeld heeft en telkens publiekelijk haar verontschuldigingen aanbood aan de Haïtiaanse regering en aan het Haïtiaanse volk.

Cholera

Eind april raakten meer en meer mensen besmet met cholera. De opmars van de cholera valt samen met het regenseizoen. In de zones waar het ministerie van Gezondheidszorg de mensen gevaccineerd had tegen de ziekte werden geen nieuwe gevallen van besmetting gemeld. Het ministerie verspreidde in april 100 000 vaccins, maar dit zijn er te weinig om alle mensen te vaccineren tegen de cholera.
In mei werd er gemeld dat de cholerabacterie aan het muteren was. Door de mutatie zouden mensen die met cholera besmet werden en de ziekte hadden overwonnen opnieuw besmet kunnen worden.

Martelly corrupt?

Op 31 maart toonde een bekende Dominicaanse onderzoeksjournaliste, Nuria Piera, in haar programma ‘De weg van de miljoenen’ aan, dat het merendeel van de contracten die tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek gesloten werden voor de heropbouw, ten goede kwamen aan één Dominicaanse ondernemer, de senator Felix Bautista. Van de 500 miljoen dollar die de Dominicaanse regering ter beschikking stelde voor de heropbouw in Haïti kregen zijn ondernemingen 338 miljoen dollar.
Aan de hand van documenten toonde Piera aan dat president Martelly tijdens en na zijn verkiezingscampagne meer dan 2,5 miljoen dollar van Bautista’s ondernemingen ontvangen had. Martelly merkte op dat het normaal is dat een presidentskandidaat steun zoekt bij zijn supporters. Maar de Haïtiaanse kieswet verbiedt om bedragen aan te nemen die groter zijn dan 50 duizend dollar. De kieswet bepaalt eveneens dat grote bedragen gemeld moeten worden aan de kiesraad.
Voormalig premier Conille liet een onderzoek doen naar de miljoenencontracten die door zijn voorganger Bellerive gesloten werden. Waarschijnlijk werd dit hem kwalijk genomen door Martelly en heeft dit bijgedragen tot zijn ontslag.

Verkiezingen in november?

Normaal moeten er dit jaar gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden. Daarnaast dienen in het parlement een aantal nieuwe senatoren verkozen te worden. Indien men wil dat er dit jaar nog verkiezingen doorgaan, dan is het dringend tijd om de nodige structuren te voorzien die de organisatie van de verkiezingen mogelijk moeten maken. Premier Lamothe en zijn regering dienen op dit vlak een aantal initiatieven te nemen. Naast het spelen met de gedachte om in bepaalde plaatsen de mensen elektronisch te laten stemmen, gebeurt er op dit vlak niet veel.

Genetisch gemanipuleerd zaad

Het ministerie van Landbouw wil overschakelen naar genetisch gemanipuleerd zaad om zo de landbouw te moderniseren. Daarnaast moet er meer gebruik worden gemaakt van tractors, nieuwe teelttechnieken en meststoffen.
De boeren moeten het belang van het genetisch gemanipuleerd zaad inzien. Door dit zaad te gebruiken kan er meer geproduceerd worden volgens het ministerie. Er zal in 2012 in totaal 150 ton genetisch gemanipuleerd zaad ingevoerd worden.
Tegenstanders hebben bezwaren. Genetisch gemanipuleerd zaad kan maar één maal worden gezaaid en ieder jaar opnieuw moet nieuw zaad worden gekocht. De Haïtiaanse boer kan niet meer zorgen voor zijn eigen zaad. Hij wordt afhankelijk van de enkele buitenlandse landbouwmultinationals die het genetisch gemanipuleerd zaad produceren.
Bovendien is het zaad bewerkt met allerlei verdelgingsmiddelen zodat bij het zaaien handschoenen of maskers moeten worden gebruikt. Dit kan zowel schadelijk zijn voor de gezondheid van de boer als voor het milieu.
Het genetisch gemanipuleerd zaad ontwricht de lokale handel, doet het genetisch erfgoed verdwijnen en is schadelijk voor het ecosysteem.
Het promoten van genetisch gemanipuleerd zaad begon in 2010 toen de multinational Monsanto na de aardbeving Haïti tonnen gemanipuleerd maïszaad en groentezaad aanbood. De boerenorganisatie MPP noemde dit een giftig geschenk.

Bart Van Malderen
17 juni 2012

Meer artikels uit deze rubriek