Actueel maart 2012

Premier Conille diende zijn ontslag in. President Martelly ligt onder vuur, onder meer omdat hij de dubbele nationaliteit zou hebben. Oud-militairen zijn bezig met de heroprichting van het leger. Duvalier loopt nog steeds straffeloos rond en verschijnt zelfs op openbare plechtigheden. Daarnaast waren er enkele nieuwe aardschokken.

Op 24 februari gaf Conille, na amper vier maanden premierschap, zijn ontslag. Aanleiding was de controverse rond de dubbele nationaliteit van de belangrijkste politieke leiders, waaronder ook president Martelly. Daarnaast was er onenigheid over de beslissing van Conille om alle contracten die gesloten werden tijdens de regeerperiode van voormalig premier Bellerive te onderzoeken. Tijdens de noodtoestand van mei 2010 tot oktober 2011. zouden er immers verschillende contracten gesloten zijn zonder openbare aanbesteding. In totaal zou het gaan om een bedrag van 300 miljoen Amerikaanse dollar.
Vrij snel na het ontslag van Conille werd Laurent Salvador Lamothe naar voor geschoven als nieuwe premier. Zijn benoeming moet nog geratificeerd worden door het parlement. De nieuwe eerste minister zal de parlements- en gemeenteraadsverkiezingen moeten organiseren die normaal gezien binnen enkele maanden gehouden worden. De internationale gemeenschap volgt alles met argusogen en maakt duidelijk dat buitenlandse ondernemers alleen maar in Haïti zullen investeren als er politieke stabiliteit is.

De dubbele nationaliteit

Een onderzoekscommissie van de senaat eiste dat president Martelly al zijn paspoorten zou laten controleren in verband met het onderzoek naar zijn dubbele nationaliteit. In eerste instantie weigerde Martelly dit te doen. Uiteindelijk overhandigde hij op 8 maart tijdens een persconferentie 8 Haïtiaanse paspoorten aan de interconfessionele groepering ‘Religion pour la paix’. De Amerikaanse ambassadeur verklaarde tijdens de persconferentie dat Martelly de Amerikaanse nationaliteit niet heeft.
De senatoren waren misnoegd omdat Martelly zijn paspoorten niet aan de onderzoekscommissie van de senaat had gegeven. Eens te meer maakte Martelly zijn opvatting duidelijk dat hij alleen verantwoording moet afleggen aan het volk en niet aan de volksvertegenwoordigers.
Er blijven nog vragen over. Zo zou Martelly volgens sommigen zowel de Haïtiaanse, de Amerikaanse en de Italiaanse nationaliteit hebben. In bepaalde documenten vindt men de naam Michael Joseph Martelly, wat meteen de vraag doet oprijzen wat het verband is tussen Michel Joseph Martelly en Michael Joseph Martelly.

Brutale uitval Martelly

Het presidentschap van Martelly gaat gepaard met schandalen, verschillende gevallen van agressie en crisissen die het gevolg zijn van politieke onervarenheid en improvisatie. Begin februari was er een vergadering van parlementsleden in de privé-woning van toenmalig eerste minister Conille. De bijeenkomst werd brutaal verstoord door Martelly, die dacht dat tijdens de vergadering een staatsgreep tegen hem werd gepland. De president schold de parlementsleden uit met grove termen en harde woorden. De uitbarsting van de president was zo fel dat de voorzitter van de senaat in een open brief vroeg dat hij zich publiekelijk zou verontschuldigen.

Duvalier straffeloos

Meer dan een jaar na zijn terugkeer in Haïti is voormalig dictator Duvalier nog steeds een vrij man. Volgens een uitspraak van de Haïtiaanse justitie mag hij niet vrij rondreizen in Haïti, maar dat verbod negeert hij. Op 12 januari 2012, twee jaar na de aardbeving, stond hij zelfs naast president Martelly en voormalig Amerikaans president Bill Clinton tijdens een herdenking op de site van Saint-Christophe, waar veel slachtoffers van de aardbeving begraven liggen. Saint-Christophe ligt in de buurt van Ti Tanyen, de plaats waar veel lichamen gedumpt werden van Haïtianen die tijdens de dictatuur van Duvalier vermoord werden.
Het proces tegen Duvalier vordert niet. Nochtans zijn er bewijzen genoeg van martelingen, verdwijningen, executies, willekeurige arrestaties en andere schendingen van de mensenrechten tijdens zijn bewind. Sinds het begin van het onderzoek waren er al verschillende personeelswissels bij het parket in Port-au-Prince. Volgens Amnesty International is het de bedoeling om op die manier het onderzoek te vertragen.
De parodie rond het proces van Duvalier is een kaakslag voor de geloofwaardigheid van de Haïtiaanse justitie.
Op 23 januari schreven verschillende organisaties een open brief aan president Martelly, waarin ze vroegen dat de staat haar verantwoordelijkheid zou opnemen en Duvalier zou laten berechten.
Verschillende mensenrechtenorganisaties manifesteerden symbolisch voor het ministerie van justitie op 7 februari, precies de dag waarop 26 jaar geleden een einde kwam aan de dictatuur van Duvalier. Ze eisten gerechtigheid voor de meer dan 30 000 slachtoffers van zijn regime. Ze protesteerden eveneens tegen het voornemen van de onderzoeksrechter om Duvalier enkel te berechten voor het verduisteren van overheidsgelden en niet voor schendingen van de mensenrechten en misdaden tegen de menselijkheid.
President Martelly deed een aantal controversiële uitspraken. Zo zou hij openstaan voor het idee Duvalier amnestie te verlenen. Later verklaarde hij dat hij dit nooit had gezegd. Hij liet uitschijnen dat hij niet veel waarde hecht aan een proces tegen Duvalier en dat verzoening voor het land belangrijker is dan het straffen van Duvalier.

Heroprichting leger?

Oud militairen die gedemobiliseerd werden toen president Aristide in 1995 het leger afschafte, begonnen de laatste maanden opnieuw te trainen. Ze doen dit zonder toelating van de regering of de president.
In Lamentin in de buurt van Carrefour openden ze een oude kazerne. Ook op andere plaatsen, zoals in Gonaïves en in de Plateau Central namen ze oude kazernes weer in gebruik. Ze doen oefeningen in uniform en met zware wapens die ze blijkbaar jaren geleden onder de grond hadden gestopt.
Er is geen informatie over de manier waarop ze worden gefinancierd of over wie deze groepen leidt. De ongerustheid over wat deze groepen van plan zijn neemt toe. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat deze groepen zonder de goedkeuring van de regering opereren.
In november 2011 werd een ad hoc commissie opgericht die ten laatste in mei 2012 definitieve voorstellen moet formuleren, in verband met het al of niet heroprichten van het leger.
De Verenigde Naties vinden het in elke geval geen goed idee om het leger weer op te richten. Ze zien meer heil in een versterking van de politie. In plaats van een leger zou het aantal manschappen van de politie in de komende vijf jaar moeten stijgen van 10 000 naar 15 000.

Blauwhelmen in opspraak

Enkele soldaten van de MINUSTAH, de blauwhelmen van de Verenigde Naties die sinds 2004 mee zorgen voor de stabiliteit in Haïti, kwamen weer in opspraak. Ditmaal waren het Pakistaanse blauwhelmen, die een Haïtiaanse jongeman ontvoerden en misbruikten in Cap Haïtien. Ook in Port Salut zouden Pakistaanse blauwhelmen een dergelijk misdrijf gepleegd hebben. Steeds meer stemmen gaan op om de blauwhelmen die zich misdragen voor een Haïtiaanse rechtbank te brengen. Totnogtoe genieten de blauwhelmen van immuniteit en kunnen ze niet door de Haïtiaanse justitie berecht worden.

Nieuwe aardschokken

Op woensdag 7 maart werd Haïti opnieuw getroffen door een aardschok van 4.6 op de schaal van Richter. Het centrum van de schok lag op 37 km van Port-au-Prince. In verschillende wijken van de hoofdstad brak paniek uit. Meerdere personen die nog niet ingeslapen waren verlieten hun huizen en riepen hun buren op om eveneens hun woningen te verlaten. Gelukkig viel er deze keer geen enkel slachtoffer te betreuren en was er ook geen schade.
De voorbije maanden waren er verschillende kleinere aardschokken. Op 5 januari was er nog een aardschok met een kracht van 5.3 in de Dominicaanse Republiek. Deze schok werd ook gevoeld in de grensstreek van Haïti.
Cap Haïtien, de tweede grootste stad van Haïti loopt een groot risico om getroffen te worden door een aardbeving of een tsunami. Er werd een grote campagne opgezet om de inwoners te sensibiliseren om op een adequate manier te reageren in het geval van aardschok of tsunami. Scholen en kerken werden gevraagd om nooduitgangen te voorzien waarlangs de mensen geëvacueerd kunnen worden in het geval van een ramp. Belangrijk is ook dat nieuwe huizen gebouwd worden volgens normen die rekening houden met mogelijke aardschokken.

Internationale hulp

De beloofde internationale hulp bereikt Haïti met mondjesmaat. Volgens een kritisch artikel in de Courrier International zou van elke dollar, die door de Verenigde Staten als noodhulp voor Haïti wordt bestemd, minder dan 1 centiem terechtkomen bij de Haïtiaanse regering. De voornaamste begunstigde is het Amerikaans leger, dat 33 centiem ontvangt van elke dollar noodhulp. Daarnaast wordt veel geld gegeven aan niet gouvernementele organisaties zoals Save the Children en het Wereldvoedselprogramma. Een organisatie voor woningbouw en het Amerikaanse Rode Kruis kregen ook een aanzienlijk deel van de noodhulp.
Van de toegezegde internationale hulp heeft totnogtoe maar de helft Haïti bereikt.
Een delegatie van Europese parlementsleden bezocht Haïti om na te gaan wat er met de Europese noodhulp gebeurde. Ze evalueerden of de vooropgestelde doelen werden bereikt en of het geld goed werd besteed. Ze stelden enkele tekorten vast op het vlak van transparantie en efficiëntie.

Heropbouw

Op dit moment leven nog meer dan 500 000 mensen in tenten. Meer dan twee jaar na de aardbeving zijn de resultaten van de heropbouw onvoldoende. De initiatieven om mensen een duurzaam onderkomen te bezorgen blijven beperkt tot plaatselijke projecten die enkele duizenden families een nieuw onderkomen geven. In de tentenkampen leven de mensen in mensonwaardige omstandigheden. Er zijn berichten over verkrachtingen en andere vormen van geweld. Door de aardbeving verdween ook een groot deel van de infrastructuur voor de gezondheidszorg. Veel mensen blijven verstoken van enige medische zorg.

Bart Van Malderen
7 april 2012

Meer artikels uit deze rubriek