Actueel maart 2018

Fraai nieuws is bijna niet te vinden in Haïti. De afgelopen maanden kwamen de mensen op straat om te betogen tegen de corruptie en het klimaat van straffeloosheid. Meer dan 3 miljard dollar van het PetroCaribe fonds is achterovergedrukt door de machthebbers. Er werd een katholiek priester vermoord. Haïti haalde ook het wereldnieuws door de uitspraak van de Amerikaanse president Trump die het een ‘shithole- country’ noemde. Daarnaast was er het schandaal rond enkele Oxfam-medewerkers die in Haïti seksfeestjes organiseerden.

Aan de vooravond van de internationale dag tegen de corruptie organiseerde het ‘Collectief van 4 december 2013’ op 5 december in Port-au-Prince een vreedzame mars tegen de corruptie en de straffeloosheid. Het ‘Collectief’ ontstond in 2013 naar aanleiding van het xenofoob, racistisch en discriminerend arrest van het Grondwettelijk Hof van de Dominicaanse Republiek dat uitgevaardigd werd op 23 september 2013. Dat bepaalt dat alle personen die na 1929 in de Dominicaanse Republiek geboren zijn en buitenlandse ouders hebben, hun Dominicaanse nationaliteit verliezen. Door die maatregel werden meer dan 200 000 afstammelingen van Haïtiaanse ouders getroffen.
Het ‘Collectief’ wil het leven van de Haïtianen verbeteren. Het wil strijden tegen de corruptie en de straffeloosheid. Het wil het geld dat verduisterd werd, recupereren en het gebruiken om het land herop te bouwen door jobs te creëren en de toegang tot degelijk onderwijs voor zo veel mogelijk jongeren te garanderen. Daarnaast wil het Collectief voor iedereen een dak boven het hoofd en toegang tot drinkbaar water, elektriciteit, een voortreffelijke gezondheidszorg en mogelijkheden om op vakantie te gaan en zich te ontspannen. Het gerecupereerde geld moet worden gebruikt om de overheidsinstellingen te versterken, om infrastructuurwerken te starten en om de landbouwsector te stimuleren zodat de nationale landbouwproductie toeneemt. Alleen zo zal Haïti er in slagen om een einde te maken aan de emigratiestroom van vooral jongeren die hun heil in het buitenland gaan zoeken. Het ‘Collectief’ droomt van een rijk en welvarend Haïti.
Duizenden mensen uit alle lagen van de bevolking namen op dinsdag 5 december deel aan de betoging tegen corruptie en straffeloosheid. Ze protesteerden tegen de politieke machthebbers en riepen dat president Jovenel Moïse corrupt en schuldig is. Ondanks beschuldigingen door justitie van verdachte financiële transacties, werd Moïse op 7 februari 2017 aangesteld als president. Terwijl de regering zegt dat ze strijdt tegen corruptie, gaf ze aan elke senator 1.000.000 gourdes (ongeveer 12.500 €). Alle volksvertegenwoordigers ontvingen 400 000 gourdes ( ongeveer 5.000 €). Bij het begin van het schooljaar werd 29 miljoen gourdes (ruim 360.000 €) verdeeld onder de senatoren.
Op borden en spandoeken kon men lezen: ‘Weg met de corruptie’, ‘Corruptie is een doodzonde’, ‘Rode kaart voor corruptie’, ‘De corruptie en de PHTK, de politieke partij van Jovenel Moïse, zijn de kanker die ons land doodt’, ‘Door de corruptie kan het volk niet eten en is er geen werk’, ‘Degenen die het geld van PetroCaribe verduisterden moeten voor het gerecht gebracht worden’. Toen de betogers in de buurt kwamen van het parlement gebruikte de politie het waterkanon en traangas om de menigte uiteen te drijven.

Het PetroCaribe fonds

De PetroCaribe overeenkomst tussen Haïti en Venezuela begon in 2008 en eindigde in 2017. De Haïtiaanse regering kreeg betalingsfaciliteiten bij de aankoop van Venezolaanse petroleumproducten. De Haïtiaanse staat betaalde tussen de 40% en 70% van de waarde van de petroleumproducten op de internationale markt, aan Venezuela. Het resterende deel, 60% tot 30%, diende de Haïtiaanse staat terug te betalen aan Venezuela en dit over een periode van 25 jaar tegen een zeer lage interest.
De Haïtiaanse staat verkocht de Venezolaanse olie aan de lokale Haïtiaanse petroleumbedrijven die hiervoor aan de Haïtiaanse staat 100 % van de waarde van de olie op de internationale markt betaalden.
Hierdoor ontstond het PetroCaribe fonds. Wat is er echter met dat geld gebeurd? Het PetroCaribe fonds werd slecht beheerd. Volgens een rapport van de speciale Senaatscommissie, die onderzoek deed naar het PetroCaribe fonds, zou meer dan 3 miljard dollar uit het fonds verduisterd zijn door een vijftiental hoge functionarissen van de Haïtiaanse staat, waaronder twee voormalige premiers, enkele ministers en een aantal directeurs-generaal. Het rapport vraagt dat deze functionarissen vervolgd worden voor hun misdrijven, voor afpersing en voor het verduisteren van geld.
De geviseerde voormalige hoge functionarissen verwerpen het rapport. Ze zeggen dat het gaat om een politieke afrekening.
Met de verduisterde 3 miljard dollar hadden heel wat jobs gecreëerd kunnen worden, zouden vele kilometers wegen aangelegd kunnen worden of zou men de socio-economische situatie van heel wat arme families aanzienlijk kunnen verbeteren.

Jovenel Moïse op bezoek in Europa

De Haïtiaanse president, Jovenel Moïse, was in december op bezoek in Europa. Op 14 december was hij samen met zijn echtgenote Martine, op bezoek in het koninklijk paleis in Brussel op uitnodiging van het Belgisch vorstenpaar. In Frankrijk werd hij door president Macron ontvangen. Tijdens zijn bezoek aan Parijs erkende president Moïse dat hij onder druk het mandaat van een vijftigtal rechters had verlengd, die allemaal verdacht werden van corruptie. Hij verklaarde ook dat hijzelf de senaat verhinderd had om een uitspraak te doen over het rapport van de speciale onderzoekscommissie van de senaat in verband met het beheer van het PetroCaribe fonds. Voor Moïse is de Senaatscommissie er alleen op uit om hem politiek te vervolgen.
De Haïtiaanse vereniging van onderwijzers riep de oppositie op om druk uit te oefenen op president Jovenel Moïse en hem tot aftreden te dwingen. Als het juridisch apparaat in staat is om Jovenel Moïse te dwingen vijftig rechters te benoemen die corrupt zijn, dan kan de oppositie hem dwingen om af te treden. De vereniging van onderwijzers vindt dat de uitlatingen van Moïse tijdens zijn bezoek aan Frankrijk getuigen van een totaal gebrek aan politieke cultuur van de president.

Priester vermoord

Op 21 december werd de Haïtiaanse priester Joseph Simoly doodgeschoten in Pétionville. Hij was 54 jaar. Hij was afkomstig van Cerca la Source, in de plateau Central, waar zijn moeder, 50 jaar geleden, huishoudster was in de toenmalige parochie van de missionarissen van Scheut. Zijn uitvaart vond plaats op 30 december in de kathedraal van Port-au-Prince. De begrafenis was een ongezien evenement. Duizenden mensen waren bijeengekomen om de plechtigheid bij te wonen. Er was meer volk buiten dan binnen de kerk. De viering werd voorgegaan door kardinaal Chibly Langlois, samen met 8 bisschoppen, de pauselijke nuntius en meer dan 200 priesters. De dienst dreigde even uit te lopen in een manifestatie, waarin de mensen hun frustraties en onmacht uitschreeuwden tegen de onveiligheid en straffeloosheid die zulke misdaden mogelijk maken. De Haïtiaanse bisschoppenconferentie verklaarde dat de kerk zich meer dan ooit engageert in de strijd tegen de corruptie, de ongelijkheid en de sociale onrechtvaardigheid. De kerk zet zich in voor een integrale ontwikkeling van alle Haïtianen.
Het is onaanvaardbaar dat politie en justitie de daders en medeplichtigen van deze moord vrij rond laten lopen. Er dient gerechtigheid te geschieden! Een goed werkende justitie is essentieel voor de veiligheid, de openbare orde, de vrede en vormt de basis van de rechtstaat. In het kader van het onderzoek naar de moord werden 4 verdachten opgepakt door de politie.

Trump

De Amerikaanse president, Donald Trump, zei dat Haïti, El Salvador en de Afrikaanse landen ‘shithole countries’ zijn. De Verenigde Naties noemde deze uitspraak choquerend en racistisch. Onmiddellijk werd er verontwaardigd gereageerd op sociale media. Er ging een petitie rond om Trump te verhinderen de Caribische regio te bezoeken. President Trump is blijkbaar vergeten dat zijn land mede werd opgebouwd door het zweet en het bloed van Afrikaanse slaven. In New York en in Florida waren er bijeenkomsten om te protesteren tegen de racistische uitspraak van Trump. De Amerikaanse ambassadeur in Panama nam ontslag uit verontwaardiging over de uitspraak van Trump.
Op 22 januari werd er betoogd in de straten van Port-au-Prince. De manifestanten uitten hun verontwaardiging over de racistische uitspraak van Trump. Ze maakten van de gelegenheid gebruik om Amerikaanse bemoeienissen met de interne zaken van Haïti aan te klagen.
De Haïtiaanse regering nam geen duidelijke positie in. Ze toonde zich onbekwaam om op te komen voor de waardigheid van de Haïtianen.

Schandaal Oxfam

Op 9 februari 2018 verscheen in de Britse krant ‘The Times’ een artikel waarin medewerkers van Oxfam ervan beschuldigd werden om onder meer in Haïti regelmatig seksfeestjes te hebben georganiseerd. De feiten dateren van kort na de aardbeving van 2010. De Belg Roland Van Hauwermeiren was toen de verantwoordelijke van Oxfam in Haïti. Geld van de ngo Oxfam zou gebruikt zijn om lokale prostituees te betalen.
Het schandaal dreigt het imago van de ngo danig aan te tasten. Oxfam staat altijd op de eerste rij als het gaat om misbruik, ongelijkheid en onrechtvaardigheid aan te klagen. Dat Oxfam-hulpverleners seksfeestjes organiseerden met geld van de ngo is erg schadelijk voor de geloofwaardigheid van de ngo.
Een vraag die rijst is waarom het zolang duurde vooraleer de feiten in het nieuws kwamen. Ze vonden liefst acht jaar geleden plaats. Een mogelijke verklaring is dat Britse Conservatieven de hele ontwikkelingssamenwerking ter discussie stellen. Zij vinden dat het budget dat naar ontwikkelingssamenwerking gaat in Groot- Brittannië veel te hoog ligt, terwijl het om 0,7 procent van het bruto binnenlands product gaat.
Via lekken aan de pers voeren zij actief campagne om de ontwikkelingssamenwerking in diskrediet te brengen. Het merk Oxfam zou langdurig beschadigd kunnen raken. Een merk dat in een kleine twintig landen over de hele wereld geassocieerd wordt met een rechtvaardigere wereld en de strijd tegen armoede.
Oxfam mengt zich actief in het debat over ongelijkheid en rechtvaardige belastingen. Directeur Winnie Byanyima draagt de Oxfam boodschap uit tot op het Wereld Economisch Forum in Davos. De vraag is hoe geloofwaardig die boodschap blijft als Oxfam zelf niet immuun is voor het onrecht dat de organisatie aanklaagt.
In Groot-Brittannië besloten al meer dan 1.270 donateurs te stoppen met hun financiële steun aan Oxfam. In België staat de teller op 180.

Bart Van Malderen
5 maart 2018

Meer artikels uit deze rubriek