Actueel september 2014

De verkiezingen staan voor de deur en dat brengt de nodige onrust met zich mee. Voormalig president Aristide wordt geviseerd door het gerecht. De wederopbouw na de aardbeving van 2010 verloopt niet zoals het zou moeten en is nog steeds niet voltooid. Kardinaal Langlois kant zich tegen de voodoo, en het mandaat van de soldaten van de Minustah is met een jaar verlengd.

De voorgestelde verkiezingsdatum, 26 oktober 2014, komt dichterbij. De senatoren van de oppositie en de regering komen niet overeen over de te volgen procedures in verband met de voorbereiding van de stembusgang. President Martelly heeft drie keer de samenstelling van de CEP, de Voorlopige Kiesraad, veranderd om daarmee de oppositie tegemoet te komen. Toch blijft de oppositie zeggen dat de samenstelling van de CEP, die de verkiezingen moet voorbereiden en in goede banen leiden, ongrondwettelijk is.
De secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), José Miguel Insulza, heeft de Haïtiaanse politici gevraagd het eens te worden. Hij zei dat de OAS wil helpen bij de voorbereiding van de verkiezingen en dat ze ook waarnemers gaat sturen tijdens de verkiezingen. Ook de Verenigde Staten willen dat er dit jaar verkiezingen in Haïti gehouden worden.
De parlementaire en lokale verkiezingen hadden eigenlijk al in 2011 moeten plaatsvinden, maar werden uitgesteld omwille van de nasleep van de aardbeving. Er moeten bij de stembusgang 20 senatoren, 112 volksvertegenwoordigers en ook lokale bestuurders gekozen worden. Als de verkiezingen weer eens uitgesteld worden zal dit zwaar wegen op het democratisch proces in Haïti.

Aristide onder huisarrest

Oud president Jean-Bertrand Aristide staat sinds begin september onder huisarrest. De controversiële onderzoeksrechter Lamarre Bélizaire nam dit besluit in het kader van een dossier over Artistide. De voormalige president en leider van de partij Fanmi Lavalas wordt van corruptie verdacht. Daarnaast wordt hij beschuldigd van witwaspraktijken en onwettige drugshandel. De advocaten van Aristide zeggen dat het om een politiek proces gaat, waarbij Aristide en zijn medewerkers geviseerd worden. Ze betreuren het feit dat in Haïti de scheiding der machten niet gerespecteerd wordt. De uitvoerende macht, de president en de eerste minister, bepalen bijna volledig wat de rechterlijke macht moet doen. Door Aristide onder huisarrest te plaatsen wil men hem politiek monddood maken.

Kardinaal Langlois

Haïti’s eerste kardinaal bemiddelde begin dit jaar tussen de verschillende politieke actoren en dat leidde in maart tot een politiek akkoord. Door het aanhoudend protest van de senatoren van de oppositie kwam er echter spoedig een einde aan de politieke rust en stabiliteit.
In juli lag kardinaal Langlois onder vuur omwille van zijn uitlatingen tegen de voodoo in een interview dat door de Britse krant ‘The Guardian’ werd gepubliceerd. Langlois zei onder meer dat de voodoo Haïti niet zal redden, maar sociale problemen zal veroorzaken. De kardinaal verwees in zijn verklaring naar het gebrek aan onderwijs dat voor veel Haïtianen een groot probleem vormt. ‘Iemand die goed is opgeleid gaat naar een arts in plaats van naar een houngan (voodoopriester)’ zei Langlois. Hij voegde eraan toe dat men om gerechtigheid te vinden beter naar een rechtbank stapt dan naar een péristyle (voodootempel).
Het standpunt van Langlois is dat men niet tegelijk aanhanger van de voodoo en katholiek kan zijn. In de dagelijkse praktijk maakt de katholieke kerk in haar vieringen wel gebruik van tamboers, ritmes en voodoodansen. Anderzijds assimileren aanhangers van de voodoo hun geesten, die ze Loas noemen, met de heiligen van de katholieke kerk.
‘Godsdienst voor de Vrede’, een organisatie waarin alle grote religies van Haïti vertegenwoordigd zijn, reageert teleurgesteld op de uitspraken van Langlois. Wat de kardinaal zei zal mensen in verwarring brengen, onderlinge spanningen vergroten en de verhoudingen tussen de Haïtianen onder druk zetten, aldus ‘Godsdienst voor de Vrede’. In de pers verschijnt een protestbrief die ook ondertekend is daar de katholieke bisschop Dumas.

Ruimen van puin

Bijna 5 jaar na de aardbeving is er nog steeds puin te ruimen. Op 31 mei begon men met de afbraak van de ingestorte of beschadigde huizen in het centrum van Port-au-Prince. Grote stofwolken rezen op wanneer de arbeiders van de dienst Openbare Werken met zwaar materiaal bezig waren. De sloop trok honderden mensen, gewapend met hamers, houwelen en tangen. Ze namen golfplaten, houten balken, ijzer en al wat ze konden gebruiken of verkopen mee.
Het te slopen gebied strekte zich uit tot aan de baai van Port-au-Prince. Alles ging tegen de vlakte, behalve kerken, voodootempels, rechtbanken, een gevangenis en enkele scholen. Er werd geklaagd over de onduidelijke rol van de overheid. Er was geen uitgewerkt plan over wat er met de vrijgekomen grond ging gebeuren. Er was alleen maar een vaag plan van een centrum met ‘overheidsgebouwen’.
Verschillende mensenrechtenorganisaties veroordeeelden de manier waarop de overheid het stadscentrum vrij maakte. Normaal gezien diende de overheid de eigenaars van de huizen te onteigenen en hen een eerlijke schadevergoeding te betalen. Dit gebeurde allemaal niet.

Nog steeds tentenkampen

De Internationale Organisatie voor Migratie meldde dat 92% van de door de aardbeving getroffen mensen de kampen heeft kunnen verlaten, maar dat 8% van de getroffenen nog steeds leeft in tenten en onderkomens van afvalmateriaal. In totaal gaat het toch om meer dan 100 000 mensen. Een deel van de kampen dreigt opgeheven te worden omdat ze zich bevinden op privéterrein en de eigenaars hun recht op het gebruik van de grond opeisen. De bewoners worden dan dikwijls met de hulp van politie en justitie van de terreinen weggejaagd.

Wederopbouw

Volgens een studie halen de meeste huizen, die na de aardbeving zijn opgetrokken, de internationale normen niet. O p veel plaatsen is er geen stromend water en wordt het vuilnis niet opgehaald. Het onderzoek peilde naar de mogelijkheid van de mensen om hun nieuwe huis te kunnen kopen of huren, naar de bewoonbaarheid, de bereikbaarheid en de graad van bescherming tegen mogelijke nieuwe aardbevingen. De studie stelde vast dat er nog veel zaken voor verbetering vatbaar zijn.

De Dominicaanse Republiek

Op 23 september 2013 besliste het grondwettelijk hof van de Dominicaanse Republiek dat alle personen die na 1929 in de Dominicaanse Republiek uit buitenlandse ouders zijn geboren, hun Dominicaanse nationaliteit verliezen. Door de maatregel werden meer dan 200 000 afstammelingen van Haïtiaanse ouders getroffen. Zij worden staatloos.
Enkele maanden geleden publiceerde de Dominicaanse regering een wet die de nationaliteit van deze statelozen regelt. De hoge commisaris voor de rechten van de mens is blij met deze wet, die de wet Medina wordt genoemd. Hij stelt echter vast dat deze wet geen rekening houdt met degenen die bij hun geboorte niet geregistreerd zijn. Alleen de kleine groep Haïtianen, die bij hun geboorte in de burgerlijke stand geregistreerd zijn, vallen onder deze wet. Op de grote groep Haïtianen die niet geregistreerd werden, is de wet niet van toepassing.
De GARR, een organisatie die zich het lot van de Haïtianen in de Dominicaanse Republiek aantrekt, verdenkt de Dominicaanse regering ervan alleen de buitenlandse druk te willen verminderen. De GARR vindt dat de Haïtiaanse regering te passief is en niet haar verantwoordelijkheid neemt om de levensomstandigheden van de Haïtiaanse migrantenarbeiders in het buurland te verbeteren.
Midden juli had er op initiatief van de president van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, in de Dominicaanse Republiek een gesprek plaats tussen de Haïtiaanse president Martelly en zijn Dominicaanse ambtgenoot Medina over de bilaterale overeenkomsten. Volgens Van Rompuy toonde de ontmoeting van beide presidenten dat ze de wil hebben om de meningsverschillen tussen beide landen op te lossen. Hij zei dat de bijeenkomst een gelegenheid kon zijn voor het versterken van wederzijds begrip en samenwerking.

Honger

Sinds enkele maanden kampt Haïti met een extreme droogte. Daardoor mislukken oogsten en gaan de voedselprijzen naar omhoog. Voor veel arme boeren betekent dit dat ze terechtkomen in een situatie van voedselonzekerheid. Om te ontsnappen aan de honger geven veel mensen hun identiteitskaart als waarborg voor een lening van 0,50 tot 5,00 dollar. Sommigen geven hun kieskaart als waarborg. Met de verkiezingen in aantocht openen deze feiten de deur naar frauduleuze praktijken.

De Minustah

In 2004 kwamen de eerste blauwhelmen naar Haïti. De Minustah (Mission des Nations Unies pour la stabilisation en Haïti) is er ondertussen al 10 jaar. De Veiligheidsraad besloot op 11 september het mandaat van de blauwhelmen met een jaar te verlengen, tot oktober 2015. Het aantal soldaten wordt teruggebracht tot 2000.
Camille Chalmers, coördinator van Papda, spreekt van een bezettingsmacht. Hij eist het onmiddellijk en onvoorwaardelijk vertrek van de VN-soldaten, zoals dat vermeld staat in twee resoluties van de Haïtiaanse senaat. Volgens Chalmers heeft de Minustah de politieke en institutionele crisis alleen maar verergerd. Er is volgens hem geen sprake van stabilisatie. Chalmers wijst verder met een beschuldigende vinger naar de blauwhelmen, omdat zij aan de basis liggen van het uitbreken van een cholera-epidemie die al aan 8 900 mensen het leven kostte en 704 000 mensen infecteerde. Het waren inderdaad besmette Nepalese soldaten van de Minustah die de cholera in Haïti binnenbrachten.

Toerisme

Haïti wil toeristen aantrekken. Zij zorgen voor werkgelegenheid en meer inkomsten. In 2013 nam het antal toeristen met 20% toe. Eind juni protesteerden de inwoners van Ile-à-Vache tegen de plannen van de regering om hun eiland te transformeren in een toeristisch paradijs.
In juni werden een tiental Canadezen bij het verlaten van het vliegveld beroofd van hun geld. Daarop waarschuwden de autoriteiten van de VS en Canada degenen die van plan waren om naar Haïti te gaan voor geweld in de hoofdstad en rond het internationale vliegveld.

Bart Van Malderen
18 oktober 2014

Meer artikels uit deze rubriek