Actueel september 2018

Begin juli was er hevig protest tegen de verhoging van de prijzen van olieproducten. De prijsverhoging werd ongedaan gemaakt en eerste minister Jack Guy Lafontant nam ontslag. Het verdwijnen van het geld van het Petro Caribe fonds blijft de gemoederen beroeren evenals de kritiek op de privileges van de parlementairen. De relaties met de Dominicaanse Republiek blijven gespannen. Positief is dat er inspanningen gedaan worden op het vlak van gezondheidszorg en dit mede dankzij buitenlandse hulp.

Op vrijdag 6 juli werd een drastische verhoging van de prijzen van olieproducten aangekondigd. Het ging om een prijsverhoging van 38 tot 51%. Onmiddellijk braken er rellen uit vooral in Port-au-Prince, maar ook in de rest van het land. Het hele weekend waren er protesten en onlusten, waarbij naast heel wat materiële schade ook meerdere doden te betreuren vielen. Hoeveel dodelijke slachtoffers er waren werd niet bekendgemaakt.
De regering had op zaterdag 7 juli de prijsverhogingen ingetrokken, maar dit kon de gemoederen niet bedaren. Het verkeer werd lamgelegd door barricades op de belangrijkste verkeersassen. Autobanden en auto’s werden in brand gestoken. Bedrijven werden geplunderd. De politie stond machteloos tegenover de volkswoede die zich verspreidde in de straten van de hoofdstad.
Op de luchthaven van Port-au-Prince werden alle vluchten tijdens het weekend van 7 en 8 juli noodgedwongen geannuleerd. Pas op maandag 9 juli kwam het vliegverkeer terug op gang.
De politieke verantwoordelijken hadden zo’n immense uitbarsting van volkswoede duidelijk niet zien aankomen. Het geweld en het vandalisme waren de uitdrukking van de extreme frustratie van het overgrote deel van de bevolking. Het gewone volk moet in steeds moeilijker wordende omstandigheden proberen te overleven.
De politieke leiders zijn verantwoordelijk voor de hevige rellen. Vanuit verschillende hoeken werd dan ook het ontslag geëist van eerste minister Jack Guy Lafontant en zijn voltallige regering. Sommigen vroegen ook dat president Jovenel Moïse zou opstappen.
Op 14 juli diende premier Jack Guy Lafontant zijn ontslag in. Zijn positie was onhoudbaar geworden na de rellen. Daarnaast zou hij op 14 juli normaal gezien geïnterpelleerd worden door een aantal volksvertegenwoordigers die ontevreden waren over zijn beleid. Na zo’n interpellatie volgt normaal een vertrouwensstemming. Jack Guy Lafontant hield de eer aan zichzelf en stapte zelf op.

Nog geen nieuwe regering

President Jovenel Moïse beloofde om te zoeken naar een nieuwe eerste minister die dan een nieuwe regering zou kunnen vormen. Jovenel Moïse ligt echter zelf onder vuur. Vanuit sociaalpolitieke hoek wordt zijn vertrek geëist. Pas dan zal een echte verandering mogelijk zijn.
Er zijn verschillende voorstellen. Sommigen willen de ontbinding van het parlement, aangezien veel van de huidige parlementsleden corrupt zijn en alleen maar uit zijn op privileges. Anderen ijveren voor de vorming van een nieuwe inclusieve regering met vertegenwoordigers van de verschillende sectoren van het maatschappelijk leven.
Begin augustus schoof de president de notaris Jean Henry Céant naar voor als toekomstige eerste minister. Jovenel Moïse zei in een gelegenheidstoespraak, waarbij de voorzitters van de kamer en de senaat aanwezig waren, dat de nieuwe premier heel wat werk zal hebben. Hij zal met zijn regering verkiezingen moeten organiseren in 2019. De politieke stabiliteit, waarnaar de bevolking verlangt, zal maar gerealiseerd kunnen worden als deze verkiezingen goed en eerlijk verlopen. De president riep de toekomstige premier op om met iedereen rond de tafel te gaan zitten.
De kandidatuur van Jean Henry Céant voor het premierschap en zijn nieuwe regering moeten nog geratificeerd worden door zowel de kamer als de senaat. Tot op heden is dit nog niet gebeurd.

Hoe wordt het land bestuurd?

President Jovenel Moïse blijft op post. De ontslagnemende regering handelt de lopende zaken af. Daarnaast besliste de senaat om regelmatig overleg te houden met de generale staf van de politie. De bedoeling hiervan is om rellen zoals in het begin van juli, te voorkomen.

Schandaal rond het Petro Caribe fonds

Op 7 augustus vroeg president Jovenel Moïse dat justitie de personen die betrokken waren bij het verduisteren van geld van het Petro Caribe fonds zouden geïdentificeerd worden. Daarna moeten ze gestraft worden zoals de wet het voorschrijft. Jovenel Moïse maakt hiermee een bocht. Enkele maanden geleden noemde hij het rapport dat opgesteld werd door de speciale Senaatscommissie, die belast was met het onderzoek naar het verdwijnen van het geld van het Petro Caribe fonds, een vorm van politieke afrekening.
Sinds januari werden er meer dan 60 klachten neergelegd tegen personen die betrokken waren bij het Petro Caribe dossier. Volgens het rapport van de speciale Senaatscommissie zou 3,8 miljard Amerikaanse dollar uit het fonds verduisterd zijn door een vijftiental hoge functionarissen van de Haïtiaanse staat, waaronder twee voormalige premiers, enkele ministers en een aantal directeursgeneraal van verschillende overheidsinstellingen.
Senatoren van de partij van Jovenel Moïse, PHTK, beslisten in februari om het rapport van de Senaatscommissie over te hevelen naar de rekenkamer. Dit had veel weg van een doofpotoperatie. Verschillende personen uit de entourage van Jovenel Moïse, waaronder zijn kabinetchef, Wilson Laleau, worden genoemd in het rapport van de Senaatscommissie. Het is duidelijk dat Jovenel Moïse zelf betrokken is bij de fraude met het Petro Caribe fonds.
Wat in die richting wijst is ook de woedende reactie van Jovenel Moïse op een uitspraak van Susan Page, de Amerikaanse chef van de missie van de Verenigde Naties voor het ondersteunen van de justitie in Haïti ( MINUJUSTH). Susan Page had positief gesproken over de duidelijke vooruitgang die de Haïtiaanse justitie had gemaakt in verband met het Petro Caribe dossier.

De Dominicaanse Republiek

De relatie met de Dominicaanse Republiek blijft gespannen. Eind augustus drongen Dominicaanse militairen door tot op Haïtiaans grondgebied waar ze schoten op Haïtianen. Zes personen werden met schotwonden afgevoerd naar het hospitaal van Mirebalais. Kogelinslagen waren ook te zien op de gebouwen van de douane in Belladère. De omstandigheden van de schietpartij zijn nog niet opgehelderd.
De Haïtiaanse autoriteiten hebben officieel geen klacht ingediend. President Jovenel Moïse liet alleen op Twitter weten dat hij de incidenten bij de grens betreurde, die het gevolg waren van een schending van het Haïtiaans grondgebied, waarbij landgenoten werden gewond. De autoriteiten zullen maatregelen nemen om de integriteit van het Haïtiaanse grondgebied te verzekeren, verklaarde hij.
Ontslagnemend premier Jack Guy Lafontant, bracht samen met leden van de regering en de plaatselijke autoriteiten een bezoek aan Belladère om de situatie te onderzoeken en te discussiëren over de problemen bij de grens. Hij zei ook dat de Haïtiaanse minister van buitenlandse zaken de Dominicaanse ambassadeur had aangesproken om informatie uit te wisselen en de positie van de Haïtiaanse regering te bepalen.
De Dominicanen proberen de inval op Haïtiaans grondgebied goed te praten door erop te wijzen dat het ging om een operatie die gericht was tegen smokkelaars.
De situatie in Belladère bleef gespannen. Er werden barricades opgeworpen aan verschillende grensovergangen om gerechtigheid te vragen voor de zes personen die gewond werden.
Een ander probleem dat voor spanningen zorgt tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek is de situatie van Haïtiaans migranten in de Dominicaanse Republiek. Op 26 augustus kwam er een eind aan de periode waarin Haïtiaanse migranten hun statuut konden regulariseren. De Haïtiaanse staat is er niet in geslaagd om paspoorten te bezorgen aan de geviseerde landgenoten, zodat die hun papieren in orde konden brengen.
Elke week worden minsten een tiental Haïtianen vanuit de Dominicaanse Republiek de grens overgezet. Deze deportaties zijn een schending van de mensenrechten en zijn ook in strijd met verschillende internationale akkoorden. De Haïtiaanse staat heeft ook in dit dossier nagelaten om tot een akkoord te komen met de Dominicanen.
Een laatste item in verband met de Dominicaanse Republiek is een corruptieschandaal. De Verenigde Staten sanctioneerden de Dominicaanse senator en ondernemer Felix Bautista, die ervan verdacht wordt miljoenen dollars, die bestemd waren voor de heropbouw van Haïti na de aardbeving van 2010, te hebben verspild. In de nasleep van de aardbeving ontving Bautista van de Haïtiaanse regering meer dan 200 miljoen dollar voor verschillende contracten. Zijn ondernemingen zouden overheidsgebouwen en ook woningen optrekken. De meeste projecten werden niet gerealiseerd. Van de weinige bouwprojecten die uitgevoerd werden, waren de constructies van slechte kwaliteit.
De Amerikanen blokkeerden de rekeningen van Bautista in de Verenigde Staten en verzegelden de gebouwen in Amerika waarvan hij eigenaar is. Hij kreeg ook het verbod om nog langer zaken te doen met Amerikaanse partners.

Gezondheidszorg

De minister van gezondheidszorg gaat een netwerk van laboratoria uitbouwen over het hele land. Dit project wordt mede gefinancierd door de Europese Unie en de stichting Mérieux. Het is de bedoeling dat dankzij de laboratoria juiste diagnoses gemaakt kunnen worden van de ziektes, dat de patiënten opgevolgd kunnen worden, dat ziektes voorkomen kunnen worden en dat epidemieën bestreden kunnen worden.
De minister gaat ook een wettelijk kader en een reglement voor de laboratoria opstellen. Er zullen supervisies, evaluaties, audits, controles en inspecties zijn om alles in goede banen te leiden.
Een ander gezondheidsproject heeft als doel om het aantal moeders dat omkomt bij de bevalling drastisch terug te dringen. Momenteel sterven per 100 000 geboortes 359 moeders, waarvan ongeveer 15% ten gevolge van complicaties bij de bevalling. Er is dringend nood aan goed opgeleide vroedvrouwen. Een gezamenlijk initiatief van het ministerie van gezondheidszorg en het fonds van de Verenigde Naties voor de bevolking (UNFPA) wil ervoor zorgen dat er goed opgeleide vroedvrouwen komen die verspreid zullen worden over het hele land, tot in de meest afgelegen gebieden. Twee projecten worden gefinancierd door Mexico en Canada. De komende jaren gaat men 510 vroedvrouwen vormen.
De Cholera-epidemie is spijtig genoeg nog altijd niet uitgeroeid. Regelmatig is er in sommige zones een opflakkering van de ziekte. In vergelijking met 2017 is er dit jaar wel een opmerkelijke daling van het aantal besmettingen.
Op 24 juli 2018 werd door de kamer van volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel goedgekeurd voor het statuut, het organiseren en de werking van het Nationaal Solidariteitsfonds voor Integratie van Mensen met een Handicap. Dit wetsvoorstel volgt op de wet van 13 maart 2012 betreffende de integratie van mensen met een handicap. De betrokken staatssecretaris voor integratie van mensen met een handicap hoopt dat ook de senaat het voorstel zal goedkeuren.

Bart Van Malderen
2 september 2018

Meer artikels uit deze rubriek