"Alsmaar meer groepen weigeren mee te doen aan de polarisatie voor of tegen Aristide. Dat kan tot een nieuwe dynamiek leiden."

Camille Chalmers (PAPDA)

Camille Chalmers, professor economie aan de universiteit van Port-au-Prince, is de drijvende kracht achter het in 1995 opgerichte PAPDA (Plateforme Haïtien pour un développement alternative, Haïtiaans platform voor alternatieve ontwikkeling). PAPDA neemt duidelijk stelling tegen de traditionele liberale oplossingen voor de crisis in Haïti, en dat valt bij de klassieke partijen niet in goede aarde.

PAPDA heeft zich inmiddels een stevige reputatie opgebouwd en vindt veel weerklank in de Haïtiaanse media. De organisatie wil actief bijdragen tot een debat over de fundamentele keuzes waar Haïti van daag voor staat. Liever dan zich te mengen in het debat voor of tegen Aristide, legt PAPDA de nadruk op economische analyse, alfabetisering, ontbossing en dies meer. Daarover moet het debat gaan, daarvoor moet energie worden vrijgemaakt, want dat zijn kruispunten waar je voorbij moet op weg naar ware ontwikkeling.

In de huidige context moésten we Camille Chalmers wel vragen hoe hij de huidige politieke impasse analyseert. Wat ligt er aan de basis van de scheiding der geesten binnen de grote Lavalas beweging tussen hen die eerst voor Aristide waren en nu tegen hem zijn?

Chalmers: Daarvoor moeten we teruggaan in de tijd. De grote meerderheid van de Haïtiaanse volksbeweging wilde niet deelnemen aan de presidentsverkiezingen van eind 1990, Aristide in eerste instantie trouwens ook niet. Enkele weken voor het afsluiten van de kandidatenlijsten meldde zich evenwel oud-duvalierist Roger Lafontant, naast Marc Bazin, de kandidaat van de Amerikanen, en enkele mindere kandidaten. Alle voorspellingen gaven aan dat Lafontant het wel eens zou kunnen halen.

Er was een stroming binnen de volksbeweging die vond dat moest worden voorkomen dat Lafontant opnieuw een duvalieristisch regime zou kunnen installeren. Toen hebben heel uiteenlopende groepen – jongeren, boeren enz, – erop aangedrongen dat Aristide presidentskandidaat zou worden.
Er is evenwel binnen die partij die hem uiteindelijk als kandidaat heeft voorgedragen nooit een collectieve bezinning geweest over het maatschappijmodel waarvoor men stond. Het was dus een noodoplossing zonder een echte visie op de uitoefening van de macht.

Zodra Aristide aan de macht kwam, viel de beweging dan ook uiteen. Allen die dicht bij Aristide stonden, schaarden zich nog dichter rond hem, terwijl de anderen nog meer afstand namen. Daardoor werd het een personenkwestie. Het is ook nu nog geen tegenstelling tussen opvattingen, maar tussen personen.

De twee kampen die vandaag tegenover elkaar staan – enerzijds de door Aristide opgerichte partij Fanmi Lavalas en anderzijds zijn vroegere medestanders van de OPL – zijn het over het essentiële, het economische beleid, eens. Beide staan ze achter het Amerikaanse plan voor Haïti. Als je de programma’s van beide kampen leest, stel je vast dat het klassieke sociaal-democratische programma’s zijn, vol sociale retoriek, maar inzake economie gaat het over assemblagebedrijven, de ontwikkeling van het toerisme, de internationale hulp, de privatisering…

Er is dus geen wil om zich te verzetten tegen de fameuze ‘structurele aanpassing’ die de internationale gemeenschap via de financiële instellingen en onder Amerikaanse dominantie wil opleggen (en die o.m. een verregaande liberalisering van de economie en privatisering van overheidsbedrijven inhoudt, RS). Nee, het gaat om een gevecht om de macht, om de controle over het staatsapparaat.

Tijdens heel de ambtsperiode van Préval (1996-2001), toen OPL het parlement controleerde, heeft die partij overigens geen enkele inspanning gedaan om een echt maatschappijproject te ontwikkelen, ze heeft de optie van de structurele aanpassing omarmd en verdedigd. En Aristide heeft tijdens de vijf jaar presidentschap van Préval zijn enorme populariteit nooit gebruikt in de concrete sociale strijd van het volk tegen de hoge kosten van levensonderhoud, en privatisering. Gedurende vijf jaar heeft hij zijn politiek kapitaal nooit gebruikt, en dat verklaart voor een stuk dat zijn populariteit gedaald is ten opzichte van vroeger.

Ex-kabinetschef van Aristide…

Chalmers is nu zeer kritisch ten aanzien van Aristide. Maar is hij niet ooit diens kabinetschef geweest?

Chalmers Je moet dat in zijn context zien. Ik heb altijd met basisgroepen gewerkt. Na de staatsgreep in 1991 ben ik opgesloten en gemarteld. Ik ben in ballingschap moeten gaan, en de centrale vraag was toen: hoe krijgen we de militairen weg? Hoe kunnen we de politieke ruimte terug veroveren zodat de mensen zich kunnen organiseren, zich vrij uitspreken enz.

In die context heb ik aanvaard om kabinetschef van Aristide te worden, voor een periode van nog geen 12 maanden. Zodra we terug waren in Haïti, ben ik weergekeerd naar de universiteit en heb ik ontslag genomen.

Aristide ís wel degelijk een andere man geworden?

Zoveel is duidelijk. Zijn verblijf in de VS zit daar voor veel tussen.

Hij heeft een prijs moeten betalen?

Hij mocht maar terugkeren als hij instemde met de ‘structurele aanpassing’, dat is heel duidelijk. Maar dat is niet voldoende om zijn bocht volledig te verklaren.

Hij blijft toch erg populair bij het gewone volk, het zijn vooral de intellectuelen die zich van hem atkeren.

Beide kampen zijn geïnfiltreerd door de traditionele oligarchie en hebben duidelijk alianties moet de macoutes.

Hij is populair, dat is waar, maar zijn populariteit valt moeilijk te meten, en er is zeker ook een enorme erosie van zijn populariteit ingevolge zijn houding als staatshoofd én zijn houding toen hij geen staatshoofd was. De enige politieke slogan van Fanmi LavaLas de in die periode was: ’2001 wordt goed’.
Met andere woorden: als ik terug aan de macht kom, worden de problemen opgelost. Als een politieke partij zo een slogan kiest, is het duidelijk dat de partij er geen belangstelling voor heeft een dynamiek te ontwikkelen die het volk aan de macht brengt, maar wel zichzelf.

Verder zie je dat beide kampen nu geïnfiltreerd worden door de dominerende traditionele oligarchie. Beide kampen hebben zeer duidelijke allianties met de macoutes. Zo heeft Aristide b.v. ex-macoutes benoemd in de Voorlopige Kiesraad. Significant is ook dat hij Bazin, die nota bene premier was geweest tijdens de periode van de staatsgreep, vandaag als minister van het plan heeft aangesteld.

Alles zit nu dus muurvast?

De twee kampen willen niet praten.

En intussen verslechtert de toestand in het land?

Heel snel. Economisch, sociaal, op tal van vlakken…

… in die mate dat almaar meer mensen nu zeggen dat het onder de Duvaliers beter ging?

Inderdaad.

Wat is dan het alternatief?

Er is geen kant en klare oplossing. Het gaat om een complexe, meervoudige crisis, waarop meervoudige antwoorden moeten worden gevonden. Er zullen nieuwe vormen van politieke vertegenwoordiging moeten komen, afgestemd op de sociale en de volksbeweging, die echt representatief zijn voor de verzuchtingen van het volk en willen bijdragen aan een duurzame hervorming van de politieke, economische en sociale structuren.

Dat alternatief kan maar groeien op de middellange termijn, er is dus geen onmiddellijk en direct antwoord. In die zin is de huidige toestand potentieel interessant omdat de twee kampen traditionele partijen zijn geworden die weinig kans maken een antwoord te vinden op de fundamentele problemen van de samenleving. Er is dus die polarisatie tussen twee groepen, maar niet iedereen gaat daarin mee.

Er zijn meer en meer sectoren die afstand nemen van die polarisering en die weigeren partij te kiezen voor president Aristide of voor Gourgue de tegenpresident. De laatste weken hebben heel wat mensen en organisaties zich in die zin uitgesproken, en dat vind ik interessant.

Zelf hebben we met andere groepen het initiatief genomen om in de maand april te mobiliseren tegen het geweld, omdat in maart de botsingen tussen de twee kampen letterlijk gewelddadig waren geworden. Daarom hebben we de door Aristide gemanipuleerde paramilitaire groepen in de sloppenwijken aangeklaagd, maar ook de oproep van tegenpresident Gourgue voor de terugkeer van het leger in Haïti.

Dat heeft interessante debatten opgeleverd, die tot een nieuwe dynamiek in de politiek kunnen leiden die verder gaat dan voor Aristide of Gourgue, een dynamiek die betrekking heeft op de essentiële problemen van Haïti vandaag.

René Smeets
1 juni 2001

Meer artikels uit deze Lambi