Belgische priester Pedro Ruquoy, met de dood bedreigd, door orde uit Dominicaanse Republiek teruggeroepen

“De Belgische priester Pedro Rucquoy, die heel lang bij de Haïtianen in de Dominicaanse Republiek werkte, is teruggeroepen door zijn oversten. Een lastercampagne werd tegen hem georchestreerd en hij werd met de dood bedreigd door een Dominicaanse kolonel. Hij is vorige week terug gekeerd naar België.”

Zo stond het geschreven in het nieuwsbulletin Une Semaine en Haïti van de Haïtiaanse diaspora in Frankrijk. Een kort en zakelijk bericht over de Waalse Scheutist Pierre Rucquoy uit Ligny. Een man die gedreven door geloof en liefde hard heeft gewerkt om Dominicanen en Haïtianen tegen alle vooroordelen in warm, hartelijk en betrokken op mekaar te laten samenleven. Ruim dertig jaar volgehouden consequente inzet kan niet zomaar als een fait divers worden afgedaan.

Een leven tussen de suikerrietkappers

Pedro was in de eerste plaats een missionaris die aan de kant van de armen en verdrukten stond. Hij werkte lang met de landloze Dominicaanse boeren. Tijdens hun protestmarsen stapte hij naast hen mee tot in de rechtbank om hun recht op grond te doen eerbiedigen.

Hij werd aangesteld in een parochie in de grensstreek, waar hij kennismaakte met de rechteloosheid van in zogenaamde batèyes wonende Haïtiaanse suikerrietkappers. De onrechtvaardigheid tegenover deze hen werd zijn brandstof voor een nimmer aflatende strijd voor solidariteit, rechtvaardigheid en wederzijds respect. Hij zorgde er mee voor dat de Haïtiaanse suikerrietkappers niet helemaal uit het wereldbeeld verdwenen, meer in zichzelf gingen geloven en zich gingen organiseren om hun rechten te verdedigen.

Aan de braceros (suikerrietkappers) was een goed loon beloofd, ze zouden met geld kunnen terugkeren naar hun familie in Haïti. In de praktijk bleven ze vaak berooid achter in de batèyes. Hun kinderen zouden door geboorte op Dominicaanse bodem volgens de grondwet automatisch de Dominicaanse nationaliteit krijgen. De autoriteiten weigerden dit echter, de kinderen blijven officieel naamloos en stateloos, ze bestaan dus officieel niet, met alle gevolgen van dien. Tegen dit onrecht voerde Pedro decennialang een hardnekkige strijd. Het werd de rode draad in zijn werk en leven in de Dominicaanse Republiek. Het voorlopige ‘hoogtepunt’ daarvan was de aanklacht tegen de Dominicaanse overheid bij het “Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten” in 2004. Maar deze overwinning was meteen ook de aanleiding voor de ultranationalistische Dominicaanse sector, die mee in de huidige regering zit, om Pedro persoonlijk te viseren en hem zelfs met de dood te bedreigen.

De zingende journalist

Pedro ijverde hard voor een goed nabuurschap tussen de twee volkeren op het eiland. In 1994 werkte hij zijn ideeën concreet uit met de oprichting van de tweeling Centro Puento in de Dominikaanse Republiek en Sant Pon in Haïti. Door wederzijdse uitwisseling van informatie, het organiseren van lessen Spaans en Creools en andere culturele activiteiten, wilde hij bijdragen aan een mentaliteitsverandering.

Al zijn verdiensten opnoemen, is onmogelijk binnen een kort artikel, maar elke Haïtivriend zal zich herinneren welke belangrijke rol Radio Enriquillo speelde tijdens de donkere periode na de staatsgreep van september ’91 tegen toenmalig president Aristide. De generaals deden er in Haïti alles aan om de media monddood te maken. Radio Enriquillo deed zijn uiterste best om de Haïtianen vanuit de Dominicaanse Republiek zo goed mogelijk te informeren. Toen de regering Balaguer de gesproken nieuwsuitzendingen in het Creools verbood, ging men op radio Enriquillo de informatie in het Creools zingen! Ook dit was onder impuls van Pedro Rucquoy. Hij speelde eveneens een actieve rol in de uitbouw van het netwerk van volksradio’s in Haïti.

De terugroeping van Pedro Rucquoy betekent het verlies van een goede herder en toeverlaat voor de verdrukte Dominicanen en Haïtianen in de Dominicaanse Republiek, het verlies van een bruggenbouwer tussen de twee volkeren.

Colette Lespinasse
1 december 2005