Binnenland, vergeten land

Interview met Zr. Rosa en Zr. Maria

Wij hadden een gesprek met Rosa Vanden Broucke en Maria Waerenburgh, zusters van Liefde uit Kortemark en even met vakantie in België, over de situatie in het binnenland van Haïti, meer bepaald in de Plateau Central. Toen wijzelf in 1998 te gast waren bij de zusters in Papaye, was Haïti een rustig land in ontwikkeling . Nu zit het middenin een vrij uitzichtloze impasse. Hoewel de berichtgeving daarover vrij schaars is, weten we dat dood, gevangenneming, kidnapping en banditisme dagelijks het beangstigende landschap van Haïti vormen.

Port-au-Prince lijdt onder het escalerende geweld. Dringt dit door tot in Papaye? Heeft de huidige ontwikkeling in de hoofdstad invloed op het leven van elke dag op het platteland?

Alle negatieve gebeurtenissen spelen zich bijna uitsluitend af in de hoofdstad. Bij ons is er van dit drama weinig te merken. Het leven van elke dag loopt rustig verder. Hinche ligt er mooi verzorgd bij – wat van Port-au-Prince niet gezegd kan worden, daar kan het ministerie de vuilhoop niet aan. Politiemensen of oud-militairen zijn bij ons niet te zien, wel de VN-soldaten die ‘bewaken’ of, beter gezegd, hun tenten hebben opgeslagen op de koer van de met prikkeldraad afgezette oude kazerne.Ze zijn niet aanwezig in het straatbeeld en hebben geen contact met de bevolking. Wel zouden ze ‘s nachts rondrijden in de streek.Er worden minder inbraken gepleegd wat het gevolg kan zijn van die nachtelijke controles.

Het leven is duurder geworden, ook bij ons. De boeren kunnen hun producten niet meer kwijt in de hoofdstad. De lokale marktjes blijven, maar de bevoorrading vanuit Port-au-Prince is zeer moeilijk geworden. Wie niet naar de hoofdstad moet, gaat er ook niet heen. De mensen beseffen maar al te goed dat dit risico’s inhoudt.

De elektriciteitsvoorziening is zeer schaars, nu eens 14 dagen wél, dan weer 1 maand niet en hoewel we een jaarabonnement betalen voor de telefoon werkt die dikwijls niet. Communicatie in Haïti blijft heel moeilijk. Maar de toestand in het land is zeker zo dat alles nog werkzaam blijft.

Mogen we besluiten dat het schoolleven in het college (Zr. Rosa) en in de beroepsschool (Zr. Maria), gewoon kan voortgaan?

Ja, lesgeven blijft mogelijk, jongeren en professoren zijn aanwezig. In juni vonden de officiële examens plaats. Ze waren goed voorbereid door het ministerie en in het college van Hinche verliep alles vlot, in tegenstelling tot Port-au-Prince, waar gewapende bendes de examenzaal binnenvielen.

Zr. Rosa vertelt tot slot over één van haar studenten

“Een knappe jongen uit Papaye, een zoon van eenvoudige mensen, zag dat het voor zijn ouders moeilijk was om de school voor alle kinderen te betalen. Dus ging hij wat bijwerken. Hij gaf enkele uren les naast zijn studie, spaarde, en na verloop van tijd kon hij een huisje zetten. Zo hoefde hij geen huur te betalen in de stad, ook zussen en broers konden bij hem wonen. Een grote besparing voor het gezinsbudget. Hij werkte en spaarde nog meer, want zijn grote droom was naar de universiteit gaan. In het college werd hij ‘de slimste student’ en fier trok hij – met de nodige papieren, maar zonder studentenkaart op zak – naar Port-au-Prince. Daar werd hij opgepakt, moest alle bagage openen en zijn papieren afgeven. Uiteindelijk mocht hij gaan… omdat hij geen student was. Wat een geluk dat hij nog geen studentenkaart had! Maar de jongen werd door dit voorval zo getraumatiseerd dat hij zijn droom om verder te studeren opgaf. Nu geeft hij les op het platteland.”

Jonge mensen die hun eigen leven in handen nemen, zelf werken, zelf leren, zelf kiezen. Ook dat is een teken van hoop!

Het college draait, ja maar niet zonder problemen. De mentaliteit onder de studenten is veranderd. Zij leven met angstige vragen, hun toekomst biedt geen zekerheid: waar moeten ze naartoe na het college? Hoger onderwijs is niet vanzelfsprekend nu ook studenten en professoren het mikpunt zijn van kidnapping en afpersing.

Er is ook enige beroering onder de professoren. Sommige ngo’s betalen de inlandse mensen op een buitenlands niveau en onze professoren staken voor opslag. Daartegen concurreren is onmogelijk en zo verliezen we de beste professoren. Ook de ziekenhuizen verliezen, om dezelfde reden, hun beste dokters en verpleegsters.

In de Plateau Central is toch de MPP werkzaam die met Chavannes Jean-Baptiste landbouwprojecten opzet om de boerenbevolking er bovenop te helpen?

Niet alles zal zomaar veranderen met een nieuwe president. Wij moeten veranderen, het ligt aan ons!

De boeren hebben weinig toekomstperspectief. “Het boeren” is ontmoedigend: de voortschrijdende erosie en het ontbreken van bemesting doen de opbrengsten dalen. Er zijn steeds minder boerenbedrijfjes met enige economische waarde. Daarbij komt nu nog dat handel drijven in Port-au-Prince zeer moeilijk wordt en concurreren met het buitenland is al helemaal onmogelijk. Her en der zie je nog kleine groepen die hard werken, zij boeren voort en proberen te overleven, maar wat betekent dat voor de streek? Die wordt er niet beter van.

Er is inderdaad de Mouvement Paysan de Papaye met Chavannes, een organisatie voor duurzame en ecologische landbouw. Maar de bevolking van de Plateau Central, die nooit erg pro-Aristide en pro-Chavannes is geweest, uit steeds vaker kritiek op hun leider. Chavannes zou zich teveel mengen in de politiek van Hinche en te weinig oog hebben voor een goed landbouwbeleid.

Er komen verkiezingen aan. Brengen die de nodige hervormingen, een beleid dat werk maakt van duurzame vrede en ontwikkeling? Beseffen de Haïtianen het belang van deze verkiezingen?

Op het platteland laat heel weinig vermoeden dat er verkiezingen aankomen. In tegenstelling tot Port-au-Prince zijn er in Hinche geen affiches of teksten in het straatbeeld die naar de verkiezingen verwijzen. De mensen zijn er niet mee bezig, ze praten er niet over. Wel ontvangen ze allemaal gratis een mooi kaartje met eigen foto. Ze zijn er fier op. Hen werd gezegd dat ze nu een soort identiteitskaart hebben, waarmee ze geld kunnen afhalen in de bank, die dienst doet als legitimatiebewijs bij reizen… en als inschrijvingskaart geldt voor de verkiezingen. Van inschrijven komt echter niet veel terecht. Volgens sommige bronnen is amper 1,5% ingeschreven. Vermoedelijk gaat in Hinche geen 5% van de mensen stemmen. Misschien een wat voorbarige prognose, maar toch. Er zijn zeer vele kleine partijtjes maar Lavalas, nog altijd de partij van het volk, heeft tot nu toe geen kandidaten. Waarom zou het volk gaan kiezen als er geen volkskandidaat is?

Van de Kerk moet de bevolking geen vorming of begeleiding verwachten. De bisschop van Hinche staat aan de kant van de rijken en distantieert zich van elke vorm van politieke inmenging. Hij kiest expliciet voor de pastorale zorg in zijn bisdom. Wel hebben de bisschoppen de priesters uitdrukkelijk gevraagd zich niet kandidaat te stellen.

Het lijkt ons een hopeloze toestand: een beleid dat nauwelijks functioneert, een economie vol corruptie, een gewapende macht die terroriseert, onderwijs zonder toekomst, boeren zonder opbrengst, een land zonder communicatie, het Plateau Central als “vergeten land”… Is er nog hoop?

(Aarzelend) Ach, in het college wordt er zeer weinig over politiek gepraat. De boeren dromen ervan in vrede te mogen leven en beseffen dat alles niet zomaar zal veranderen met een nieuwe president.

Onze kinderen zijn onze hoop, wordt wel eens gezegd. Wel in Haïti zijn er veel, héél veel kinderen. Is dat hoop?

Ons eigen werk en dat van de vele andere ontwikkelingshelpers is toch ook een sprankeltje hoop.

(Wat meer zelfverzekerd nu) En toch, de kleine mentaliteitsverandering bij sommige van onze studenten, is dat een teken van hoop! Zij zeggen ons dat ze de grote veranderingen niet moeten verwachten van de politici en de regering, maar dat dé verandering van henzelf moet komen. “Wíj moeten veranderen: zélf serieus werken, mééwerken met het bewind, minder egoïstisch zijn, meer éigen verantwoordelijkheid nemen, niet altijd en overal kritiek over hebben. Alleen op die manier zullen wij op den duur zorgen dat ontwikkeling en vrede een kans krijgt. Het ligt aan ons!” Ja, er is dus hoop!

Lieve Geers en Chris Pynket

Lieve Geers
1 september 2005