Brigitte Becue, verdrinkend in tropische wateren


Zwemkampioene Brigitte Becue als waterambassadrive van Protos in een reportage van de VRT.

Van 5 tot 13 maart jl. trok de bekende Belgische zwemster Brigitte Becue als waterambassadrice van PROTOS naar Haïti. Zij werd ingeschakeld om mee te werken aan een televisiereportage over de waterproblematiek in Haïti. Met de reportage wilde ook de Vlaamse televisieomroep zijn steentje bijdragen tot een groter waterbewustzijn in het lopende internationaal jaar van het zoetwater. Voor Lambi was de tv-uitzending in het programma “Koppen” een aanleiding om onze zwemkampioene (die reeds uit de competitiesport was gestapt, maar nu aan een comeback werkt) samen met Peter De Roo van PROTOS uit te nodigen voor een gesprek over Haïti en meer bepaald over de waterproblemen waarmee de Haïtianen te kampen hebben.

Brigitte Becue : Ik was nog nooit in Haïti geweest; ook niet in de omstreken, maar wel in Noord-Amerika; wat absoluut niet te vergelijken is. Het was dus de eerste keer dat ik in die buurt kwam en ik wist van Haïti weinig of niks, met uitzondering van datgene wat Peter van PROTOS er mij over verteld had. Ik heb vooraf ook heel wat lectuur gekregen. Wegens tijdsgebrek heb ik er maar weinig van kunnen doornemen. Ik ga ergens naar toe om te zien wat er te zien is en mee te maken wat er mee te maken valt. Eigenlijk is dat leuker dan op voorhand te weten wat er je allemaal te wachten staat. Wat mij interesseerde voor ik vertrok, waren de waterprogramma’s van Protos: wat er gedaan wordt, hoe het gedaan wordt, hoe de mensen ertegenover staan… Ik wist dat er in Haïti waterproblemen zijn en dat het één van de armste landen ter wereld is. Wat mij vooral zal bijblijven, is het bezoek aan een bron waar de waterleiding al lang stuk was. We hebben toen een klein meisje gevolgd dat kilometers moest stappen om aan wat water te geraken. Ze moest werkelijk “klimmen” om er te geraken, en daarna terug naar huis afdalen met een volle emmer water op haar hoofd. Niet die ene keer, maar 365 keer per jaar. Bijna 70% van de Haïtianen heeft geen toegang tot drinkbaar water. In de sloppenwijken rond de hoofdstad Port-au-Prince slingert een open riool tussen de krotten door. Zonder zich veel vragen te stellen, spelen kinderen in de buurt van die weinig hygiënische troep.


Als je geen water moet halen, is er meer tijd om naar school te gaan.

Peter De Roo : Niet alleen in Haïti, maar ook in andere delen van de wereld blijven de sloppenwijken rond de megasteden maar aangroeien. De plattelandsvlucht staat niet stil. In veel van die arme landen kunnen de regeringen niet de nodige kapitalen mobiliseren om nieuwe waterleidingen of rioleringen aan te leggen. Het aantal mensen dat in de wereld niet over een hygiënische infrastructuur bezit en niet op een afvalwaternetwerk is aangesloten, wordt geraamd op 2,5 miljard. 80% van de ziektegevallen in de wereld heeft met slechte hygiëne te maken. Op het Haïtiaanse platteland heeft meer dan de helft van de mensen (meer dan 1 op twee !) geen toegang tot water. Ze moeten uren stappen om water te halen. Het proper houden van dit aangevoerde water is al evenmin een gemakkelijke opdracht. Dit water kan vlug besmet geraken. In Haïti sterven er nogal wat mensen – en zeker heel wat kinderen – aan watergebonden ziektes.

Brigitte Becue : We zijn ook in een ziekenhuis geweest waar heel wat kinderen liggen die ziek zijn geworden omdat ze gedronken hebben van of in contact zijn gekomen met besmet water. Het was hard, heel hard.

In Haïti sterven heel wat mensen, en met name kinderen, aan watergebonden ziektes.

Je hebt Haïti niet gezien als je geen ceremonie hebt bijgewoond.

Peter De Roo : Jean Hughes, de dokter waarmee we gesproken hebben, vertelde dat het beter is om te investeren in gemeenschappelijke drinkwaterplaatsen dan in het bouwen van ziekenhuizen. Preventie heet dat. Een redenering die ik wel kan volgen, als dat betekent dat er ook een goede omkadering is. Bijvoorbeeld dat de mensen de drinkwaterplaatsen zelf kunnen beheren en onderhouden. Bij ons in Vlaanderen is het aantal gevallen van cholera, dysenterie, tyfus,… ook drastisch achteruit gegaan toen wij in het begin van de twintigste eeuw begonnen zijn met de aanleg van gemeentelijke drinkwaternetwerken, waaruit de intercommunales voor watervoorziening gegroeid zijn.

Brigitte Becue : Protos doet veel inspanningen om de Haïtianen aan zuiver water te helpen. Maar wat ik zelf eigenlijk niet zo goed begrijp is waarom de mensen niet eerder hebben gezorgd dat er een leiding van boven naar beneden was… Ze hebben daar wel geen supermarkt waar de PVC-buizen klaar liggen natuurlijk, maar een klein beetje initiatief zou wel mogen.

Peter De Roo : Uit gesprekken met de medewerkers van Protos in Haïti merk ik toch dat je lokale dorpsgemeenschappen gemakkelijk bereid vindt om zich rond water te organiseren. Het is een feit dat water een mobiliserend effect heeft. Niet beschikken over water zet een rem op de ontwikkeling, en dat beseffen ze wel. Er komen heel wat factoren bij kijken waarom de nationale overheid zich te weinig bekommert om de mensen op het Haïtiaanse platteland en waarom ze geen ondersteuning krijgen. Maar de kracht om zich te blijven verzetten en te blijven zoeken naar beter, valt niet te ontkennen. Onze waterprogramma’s zijn zo opgevat dat ze de lokale bevolking zoveel mogelijk betrekken bij het opzetten van die projecten en dat kan niet als die basishouding er niet is. Water is een motor voor ontwikkeling. De interesse en de energie om er iets aan te doen, is er bij de bevolking zeker. Die elementen gebruiken wij juist om duurzame programma’s op te starten. Zo hebben we op het Centraal Plateau van Haïti toch een twintigtal watercomités die zich met het beheer van de drinkwaterplaatsen en met hygiëne bezighouden.


Haïtianen zijn vriendelijke en aanhankelijke mensen.

Brigitte Becue : Het is toch niet gemakkelijk om de mentaliteit zomaar te aanvaarden. Ergens doen ze het toch zichzelf aan, hé?! Ze smijten de vuiligheid gewoon waar ze leven of waar ze staan. Dat is de mentaliteit, de cultuur … ’t Klinkt misschien wel hard, maar het is me wel opgevallen dat, als ze afval in hun handen hebben, ze het gewoon laten vallen waar ze staan. Waarom toch ? Dat belet niet dat ik een hele vriendelijke en aanhankelijke indruk bewaar van mijn bezoek. Eerst waren ze natuurlijk een klein beetje argwanend. Maar wat wil je: plots enkele blanken met een cameraploeg … Op zich natuurlijk een perfect logische houding, maar nadien heel snel vriendelijk en aanhankelijk.

Als ik er iets nuttigs kan doen, zou ik misschien wel eens teruggaan. Ik ben in elk geval blij dat ik als Protos-waterambassadrice ben mogen gaan en dat het hier in Vlaanderen toch iets heeft teweeggebracht.

Johan Verstraete
1 juni 2003

Wie geïnteresseerd is in de Haïti-reportage kan een kopie bestellen bij Regina Van Loo op het secretariaat van Protos, 09/235 25 18, of via mail : regina.vanloo@protos.be.