De crisis duurt voort

Sinds de betwiste parlements- en gemeenteraadsverkiezingen van 21 mei 2000 is het politieke leven in Haïti verlamd door de tegenstelling tussen Fanmi Lavalas, de regeringspartij van Aristide, en de oppositie, verenigd in de Convergence démocratique. Normaal moeten er in 2003 verkiezingen plaatsvinden, maar het ziet er niet naar uit dat die er komen, want er is nog steeds geen Voorlopige Kiesraad samengesteld.

In maart was er nog een internationale missie van 25 personaliteiten geleid door de adjunct-secretaris-generaal van de OAS, Luigi Einaudi, en de secretaris generaal van de CARICOM, Julian Hunt. Zij verklaarden dat alle actoren van de crisis hun verantwoordelijkheid moeten opnemen opdat alle bepalingen van OAS-resolutie 822 vóór 30 maart worden uitgevoerd. Ze beklemtoonden dat de regering inspanningen moet leveren op het stuk van de veiligheid, het gerecht en de eerbiediging van de mensenrechten. Ze vroegen de oppositie om onmiddellijk deel te nemen aan de vorming van een Voorlopige Kiesraad. Als er geen serieuze inspanningen geleverd worden, kan de houding van de OAS veranderen, waarschuwde Einaudi. Hij ontkende evenwel elk vooruitzicht van een invasie of het onder voogdij plaatsen van Haïti. “Wat er gaat gebeuren, hangt af van de Haïtianen,” zei hij. De uitvoering van OAS-resolutie 822 houdt o.m. in: arrestatie van bepaalde leiders van Lavalasgroepen die betrokken waren bij de gewelddaden van 17 december 2001, toen lokalen van de oppositie in brand werden gestoken; veranderingen in de leiding van de politie; vernietiging van in beslag genomen wapens; het einde van de straffeloosheid en de eerbiediging van de individuele vrijheden.

Op 26 maart maakte de secretaris-generaal van de OAS, Cesar Gaviria, duidelijk dat de internationale gemeenschap van de regering verwacht dat ze onmiddellijk maatregelen neemt om de openbare veiligheid te verbeteren. De regering nam enkele maatregelen om haar goede wil te tonen. Zo nam de directeur-generaal van de politie, Jean Nesly Lucien, ontslag. Hij werd vervangen door Jean Claude Jean-Baptiste, die lid was van het kabinet van president Aristide. Deze benoeming wekte echter beroering, want Jean Claude Jean-Baptiste zou in 1991 deelgenomen hebben aan de moord op dominee Sylvio Claude.

Op 30 maart was resolutie 822 nog niet helemaal uitgevoerd. In april zeiden de machthebbers dat ze zichzelf tijd gaven tot 18 mei om met de oppositie tot een akkoord te komen. Op 18 mei wordt de 200ste verjaardag gevierd van de Haïtiaanse vlag. Een woordvoerder van de president zei dat de autoriteiten tegen dan aan de wereld het bewijs willen leveren dat de Haïtianen overeen kunnen komen. Op 18 mei was er evenwel nog geen doorbraak.

De MPP viert zijn dertigste verjaardag

De boerenbeweging van Papaye (Mouvman Paysan Papaye, MPP) vierde zijn dertigste verjaardag met een congres. De duizend afgevaardigden lanceerden een pleidooi voor biologische landbouwproducten en verklaarden zich bereid ingevoerde producten te boycotten. Ze zullen vechten tegen de inplanting van vrijhandelszones in de vruchtbare gronden van het noordoosten van Haïti. Ook ontwikkelden ze de hoofdlijnen van wat een landbouwhervorming zou moeten worden. De boeren kwamen overeen om hun klachten te uiten over het probleem van de markttaksen, het recht op geboorteakten en de goedkopere toegang tot de registers van de burgerlijke stand. De afgevaardigden lieten niet na om staatshoofd Aristide te stigmatiseren. Voortaan doen de boeren van Papaye de eed om niet meer te vertrouwen op personen met een twijfelachtige geloofwaardigheid, die later hun beloften omvormen tot terreurdaden tegenover de bevolking. De machthebbers keken met wantrouwen naar het congres. Cubaanse en Guatemalteekse genodigden werden bijna vier uur lang ondervraagd op de luchthaven. Onder het oog van de politie hebben een dertigtal aanhangers van de machthebbers, gewapend met vuurwapens, knuppels en zwepen, boeren die terugkwamen van het congres, zwaar afgeranseld. Volgens een slachtoffer werd hen verweten dat ze tegen de consumptie van ingevoerde kalkoenvleugels waren, dat ze stokken in de wielen van de regering wilden steken en dat ze naar het MPP-congres gegaan waren om te leren omgaan met wapens.

Inplanting van een vrijhandelszone

In maart begonnen Dominicaanse buldozers met het vernielen van landbouwgronden in de vlakte van Maribahoux in het noordoosten van Haïti. De velden werden vernield om plaats te maken voor een vrijhandelszone van de Groep M van de Dominicaanse zakenman Fernando Capellan. Een eenheid van gewapende politiemannen zag toe op de werken. Wanhopig, met tranen in de ogen, keken de boeren toe hoe de buldozers over hun aanplantingen van maïs en bonen, die bijna rijp waren voor de oogst, reden. Toen iemand van de slachtoffers wou protesteren, werd hij met de dood bedreigd. Van de 54 landbouwers die het slachtoffer zijn werden er 14 vergoed. De anderen weigerden de schadevergoeding van 50.000 gourdes per hectare. Ze gaan procederen tegen de staat. In totaal gaat het om 55 hectare landbouwgrond.

Beschuldigden voor de moord op Jean Dominique

Op 3 april was het 3 jaar geleden dat Jean Dominique, directeur van Radio Haïti Inter, werd vermoord. Enkele dagen voor deze verjaardag gaf de onderzoeksrechter aan de regeringscommissaris de lang verwachte lijst van beschuldigden. Zes personen werden beschuldigd. Ze bevinden zich allemaal sinds meerdere maanden in de gevangenis. Vijf ervan werden beschuldigd voor medeplichtigheid aan moord en één man, Dymsley Millien, wordt vervolgd voor moord. De namen die het meest geciteerd worden in deze affaire, zoals die van senator Dany Toussaint, staan niet op de lijst, bij gebrek aan bewijzen.

Verscheidene parlementairen waren verheugd over de verordening. Ze toont volgens hen de vastberadenheid van het juridisch apparaat. De reacties van Michèle Montas, de weduwe van Jean Dominique, en van bepaalde mensenrechtenorganisaties zijn helemaal anders. Volgens de mensenrechtenorganisaties staan de echte schuldigen niet op die lijst. Michèle Montas kondigde aan in beroep te zullen gaan.

De voodoo als religie erkend

Voortaan is de voodoo erkend als een religie. Een presidentieel besluit van 4 april bepaalt dat elke verantwoordelijke van een voodootempel, een heilige plaats, een organisatie of een vereniging, bevoegd is om een aanvraag tot erkenning in te dienen bij het ministerie van de eredienst. Het besluit nodigt bovenbedoelde personen uit de eed af te leggen voor de voorzitter van de burgerlijke rechtbank. Na beëidiging kunnen deze personen doopsels, huwelijken en begrafenissen celebreren. Het presidentieel besluit beschouwt de voodoo als een religie van de voorouders en als een essentieel element van de nationale identiteit.

Aristide vraagt de teruggave van de onafhankelijkheidsschuld

Op 7 april hield Aristide een redevoering naar aanleiding van de herdenking van de moord op Toussaint Louverture, 200 jaar geleden. Hij vroeg aan Frankrijk de teruggave van de onafhankelijkheidsschuld. “ In 1825, tijdens de regering van Boyer, hebben we 90 miljoen goudfranken aan Frankrijk moeten betalen. Vandaag vragen we minstens de gekapitaliseerde waarde van dit bedrag voor het jaar 2003 terug, namelijk meer dan 21 miljard Amerikaanse dollars”, verklaarde Aristide. Hij preciseerde dat het teruggegeven geld geinvesteerd moet worden in ontwikkelingsprojecten en in een verbetering van de wegeninfrastructuur en de scholen. De woordvoerder van de Franse regering zei dat de landen van de Europese Unie een dergelijke manier van redeneren niet accepteren. Dit werd immers twee jaar geleden op de internationale conferentie over racisme in Durban beslist. Volgens de Haïtiaanse minister van buitenlandse zaken, Antonio Joseph, werd de Franse regering in verlegenheid gebracht en tracht ze het probleem te omzeilen.

Bart van Malderen
1 juni 2003