De Migratie na de aardbeving

Na de eerste grote migratiegolf tijdens de Amerikaanse bezetting (1915-1935), gericht op de Dominicaanse Republiek en Cuba, en de tweede tijdens de dictatuur van de Duvaliers (1965-1985), ook gericht op de VS, Canada, Latijns-Amerika, de Caraïben, Europa en zelfs Afrika, heeft zich na de aardbeving van 12 januari 2010 een nieuwe grote migratiebeweging voorgedaan, waarbij hopeloze Haïtianen steeds weer nieuwe horizonten opzoeken, in vele gevallen uitgebuit door gewetenloze mensensmokkelaars.

Brazilië

Sinds de economische crisis, die begon in 2008, is bijvoorbeeld Brazilië een grote aantrekkingspool geworden. Zelfs Europeanen, vooral Portugezen en Spanjaarden, proberen een graantje mee te pikken van de groeiende Braziliaanse economie, nu zesde geklasseerd op de wereldranglijst. Ook vele Haïtianen verwachten in Brazilië het paradijs te vinden. Mensensmokkelaars slagen er vaak in werklozen een goede job voor te spiegelen in het kader van de voorbereiding van het Wereldkampioenschap Voetbal in Brazilië in 2014.

Na de aardbeving hebben ongeveer 6.000 Haïtianen hun toevlucht gezocht in Brazilië, 2.000 in Ecuador, 2.000 in Chili en meer dan 1.000 in Mexico. Om humanitaire redenen hadden deze landen het verblijf voor Haïtianen versoepeld. Onmiddellijk na de aardbeving zochten deze vooral soelaas in Frans Guyana, met als eindbestemming Frankrijk, maar na de beslissing van de Franse regering in september 2010 om de grens met Brazilië te sluiten, kozen de Haïtianen voor de Zuid-Amerikaanse reus.
De tocht naar het beloofde land kost tussen 2.500 en 5.000 USD, betaald aan mensensmokkelaars, met verschillende vervoermiddelen (vliegtuig, bus, boot) langs verschillende landen (Dominicaanse Republiek, Ecuador, Peru).
De Haïtiaanse migranten die het geluk hadden vóór 12 januari 2012 Brazilië te bereiken, werden geregulariseerd. Volgens de nieuwe Braziliaanse migratiewet, wordt de toegang echter geweigerd aan Haïtianen die na die datum op onregelmatige wijze het land willen binnenkomen. Een uitzondering werd nog gemaakt op 5 april 2012 voor 608 Haïtianen, die geblokkeerd zaten aan de grens. Het aantal visa uitgereikt door de Braziliaanse ambassade in Port-au-Prince wordt beperkt tot 100 per maand.
Organisaties als de Dienst van de Jezuïeten aan Vluchtelingen proberen de migranten bij te staan, o.a. door te wijzen op de belangrijke rol van Haïti in de geschiedenis van het continent als voorloper in de strijd tegen de slavernij en de kolonisatie. De Braziliaanse staat doet echter weinig om de opgenomen vluchtelingen te integreren. In Manaus, in het hart van het Amazonegebied bijvoorbeeld, waar sinds 12 januari 2010 4.600 Haïtianen zijn neergestreken, gebeurt het onthaal door de plaatselijke kerkgemeenschap en organisaties van het middenveld. Het migratiebeleid van Brazilië volgt tegenwoordig het Canadese of Australische model: de instroom van succesvolle hoogopgeleiden vergemakkelijken en deze van arme gelukzoekers inperken.

Bahamas

De Bahamas vormen dank zij het toerisme een van de voorspoedigste landen van de Caraïben. Hierdoor hebben zij een grote aantrekkingskracht op migranten van de naburige eilanden, vooral Haïti en Jamaica. De Haïtiaanse gemeenschap vormt de grootste etnische minderheid in de Bahamas. In 2007 telde het land 309.000 inwoners, waarvan 80.000 van Haïtiaanse afkomst, hetzij 25 %, waarvan de helft niet over geldige papieren beschikt. Dit wordt bemoeilijkt door het plaatselijke recht dat zich voor de toekenning van de nationaliteit baseert op het Jus Sanguini (nationaliteit van de ouders).
Het aantal arme en ongeletterde Haïtiaanse migranten tijdens de dictatuur van de Duvaliers wordt geschat op 40.000. Het waren Tonton Macoutes die de overtocht organiseerden tegen 400 USD.
25 % van het huispersoneel bestaat uit Haïtianen. 75 % van de Haïtianen moet zich tevreden stellen met slecht betaald en gevaarlijk werk in de bouwnijverheid, de landbouw of de schoonmaak. Om legaal in het land te kunnen verblijven moeten zij beschikken over een arbeidsvergunning, waardoor zij overgeleverd zijn aan de willekeur van een werkgever, “patron” of “boss” genoemd, in een haast feodaal systeem. De huidige mensensmokkel van Haïti naar de Bahamas berust op het feit dat de zogenaamde “patrons” liever nieuwelingen uitbuiten dan om te gaan met mondigere inwoners, die de talen van het land, Engels en het plaatselijke Creools, beheersen.
De meerderheid van de bevolking op de Bahamas aanziet de Haïtiaanse immigratie als een vorm van vreedzame invasie. Tijdens verkiezingscampagnes leveren harde maatregelen en brutale uitwijzingen stemmen op.

Guadeloupe

Frankrijk stelde onmiddellijk na de aardbeving van 12 januari 2010 een moratorium in, waarbij de uitwijzing van Haïtiaanse migranten zonder papieren werd geschorst. Guadeloupe, een Frans overzees departement, heeft echter al in juni 2011 het moratorium opgeheven, onder het voorwendsel dat het eiland dreigt overbevolkt te raken. In Guadeloupe maken Haïtianen 50 % uit van de buitenlanders. Na de aardbeving heeft er zich echter nog geen massale oversteek van Haïtianen voorgedaan.

Bron: Alterpresse

Guy Clymans
3 september 2012

Meer artikels uit deze rubriek