De Studente

Studeren bij een tropisch klimaat is een bijzonder zwaar karwei. Daarbij maakt de benarde economische situatie de opdracht voor de meeste leerlingen nog moeilijker. In een provinciestad kan wellicht geen enkele student zich alle handboeken aanschaffen, sommigen zijn ook genoodzaakt af en toe een maaltijd over te slaan. Liederen over die mooie studententijd bestaan hier niet, toch hoor je Roselène nooit klagen. Ze weet heel goed dat niet alle jonge mensen uit het heuvelland de kans krijgen om verder te studeren – zeker niet alle meisjes.

Hoewel nog vrij jong is het leven van Roselène tot nu toe heel eigenaardig verlopen. Ver buiten het dorp, aan de voet van het gebergte, stond het ouderlijk huisje. Water halen uit de rivier en de zorg voor de kleinere kinderen was haar taak als oudste van een gezin van vijf. Af en toe zond men haar naar de markt in een naburig dorp maar verder dan een paar marktplaatsen gaat de horizon niet voor meisjes in dit afgelegen gebied.

Tot haar veertiende jaar was Roselène analfabeet en niets wees er op dat dit ooit zou veranderen.

Op een dinsdag kwam haar vader van de geitenmarkt. Hoog op de volle vrachtwagen werd er luid gepraat en gelachen. Een te lage boomtak stoot
te plots de man achterover van de vrachtwagen. Met een dof geluid viel hij op de grond en was op slag dood. Negen dagen lang hing een wit gordijn in de deuropening van de hut. Tijdens die rouwperiode kwamen mannen en vrouwen uit het hele heuvelland om mee te treuren en te troosten, om aan te moedigen en goede raad te geven.

Uiteindelijk zag iedereen in dat een weduwe met vijf jonge kinderen niet kan overleven op die eenzame plek en zo kwam een mooie beweging van solidariteit op gang. Iemand zorgde voor een hoekje grond aan de rand van het dorp, anderen brachten een paar palen of een paar planken, anderen kwamen enkele dagen werken. Binnen een week stond een klein huisje recht en woonde het beproefde gezin vlakbij het dorp. Zonder veel overtuiging vroeg een onderwijzer of Roselène soms zin had school te lopen. “Heel graag” antwoordde het meisje en die dag veranderde haar leven. Zo kwam Roselène terecht in het eerste studiejaar, ze was dubbel zo oud als haar klasgenootjes. De leerkrachten dachten dat het schoollopen maar een tijdje zou duren, intussen kon het kind uit het heuvelland toch iets leren.

Nu kan Roselène er om lachen want de tijd van het eerste studiejaar ligt al lang achter haar. Ze is intussen een knappe juffrouw van zesentwintig jaar en neemt straks deel aan het staatsexamen baccalaureaat. Bij het begin van elk schooljaar dachten haar medeleerlingen dat Roselène er dit jaar niet meer zou bij zijn maar de jongedame weet heel goed wat ze wil. We hebben haar regelmatig geholpen om enkele boeken te kopen of om eens iets extra op tafel te hebben maar de echte motivatie voor het studeren komt van haar zelf en van niemand anders.

Die motivatie voor de studie moet bijzonder sterk zijn want vanuit haar familie of van het dorpsplein komt geen enkele aansporing voor intellectueel werk. Thuis kan de studente niet praten over literatuur, haar moeder kan geen letter lezen en heeft andere zorgen dan naar poëzie te luisteren. De wetten van de elektriciteit heeft Roselène gestudeerd bij het licht van een oliepit want een elektrisch net is er niet in de streek. Ze kent de naam en de formule van heel wat elementen van de chemie maar een laboratorium of een proef hebben de studenten nog nooit gezien.

Roselène heeft te maken met twee totaal verschillende werelden.

Wat ze van plan is voor de komende jaren weet niemand maar dat ze haar plan zal realiseren staat vast. Soms vragen haar medeleerlingen wel eens of ze nog geen vriend heeft. Met de glimlach zegt ze dat het nog veel te vroeg is. Soms praten de studenten ook wel eens ernstig over de toekomst en dan zegt Roselène dat ze eerst economisch onafhankelijk wil zijn. “Kijk eens naar de meeste vrouwen in de streek. Ze krijgen het ene kind na het andere en de man beslist ook nog over de laatste cent in huis. Dat soort leven wil ik niet; “ zegt ze met nadruk. De meisjes knikken dan instemmend en de jongens kennen geen wederantwoord.

In de toekomst horen we nog wel over Roselène, velen hopen dat ze later in de politiek zal gaan. Intussen staat vast dat voor de emancipatie van de vrouw uit het heuvelland niemand zoveel heeft gedaan als deze jonge studente.

Haïti, juni 2002

Raymond De Caluwé
1 september 2002

Meer artikels uit deze rubriek