De toekomst van Haïti ligt in de landbouw

Hoe kan men de economie van Haïti zodanig omvormen dat het land internationaal meer gaat betekenen dan slechts leverancier te zijn van spotgoedkope werkkrachten in de ateliertjes van Port-au-Prince? Wat kan men doen opdat honger niet langer de norm zou zijn en het land niet eeuwig afhankelijk blijft van giften en import van goedkoop voedsel? Zal 85% van de bewoners van de hoofdstad dan altijd in sloppenwijken moeten blijven wonen? Is er voor de honderdduizenden slachtoffers van de recente aardbeving nog hoop op een nieuw en eventueel beter leven?

De Haïtiaanse boerenorganisaties geven het antwoord. Volgens hen moet de regering dringend concrete stappen zetten naar een echte herwaardering van de lokale landbouw. Want hoewel de bevolking voor meer dan 60% uit boeren bestaat, moet het meeste voedsel uit het buitenland worden ingevoerd! Dit is echter niet altijd het geval geweest. Deze stand van zaken kwam er pas in de jaren 80 van de vorige eeuw toen de Verenigde Staten en verscheidene internationale financiële instellingen Haïti onder druk zetten om weinig of geen taksen meer te heffen op de voedselimport. Een golf van goedkoop voedsel, waartegen de plaatselijke boeren niet konden concurreren, begon toen het land binnen te stromen. Terzelfder tijd verwachtte men van Haïti dat de eigen productie meer exportgericht zou zijn. Als gevolg daarvan werden de boeren enorm kwetsbaar voor de prijsschommelingen op de wereldmarkt. Het resultaat bleef niet uit:88% van de bevolking op het platteland leeft thans in armoede, 67% zelfs in extreme armoede.

De vele slachtoffers zijn geen toeval

De deplorabele toestand van de Haïtiaanse landbouw is mede oorzaak voor de hoge tol aan doden en gekwetsten bij de aardbeving in Port-au-Prince. De vernieling was zo groot omdat meer dan drie miljoen mensen in een stad leefden die eigenlijk maar 250 000 inwoners aankon. Tijdens de laatste dertig jaar werd ze immers overspoeld door wanhopige plattelandsbewoners die, meestal tevergeefs, op zoek waren naar een betere toekomst.

“Het zijn niet de nieuwe huizen die Haïti zullen heropbouwen, maar het is de landbouw”, is een uitspraak die niet alleen bij Tèt Kole Ti Peyisan Ayisyen, maar ook bij heel wat andere organisaties weerklinkt. De huidige catastrofe die het land getroffen heeft, biedt gelukkig ook een aantal nieuwe mogelijkheden. Omdat velen thans uit de hoofdstad terug naar het platteland zijn gevlucht, kan een versterking van de landbouw ter plekke voor voedsel en werkgelegenheid zorgen. Vele vluchtelingen verklaren overigens dat ze liever in het binnenland zouden blijven, mochten ze daar permanent in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Port-au-Prince zou er hoe dan ook wel bij varen en de sloppen zouden alleszins wat ontvolkt raken.

Voedselsoevereiniteit

Voedselsoevereiniteit is hier een prioriteit. Haïti moet via nieuwe internationale afspraken terug de kans krijgen om zijn eigen voedsel te produceren. Zo komt er misschien eens een einde aan de angst van de rijstboeren in de Artebonitevallei, die zich telkens weer afvragen of ze wel zullen kunnen optornen tegen de goedkope en gesubsidieerde Amerikaanse rijst. Op dit concrete ogenblik, kort na de gebeurtenissen van januari 2010, is voedselhulp voor Haïti uiteraard levensnoodzakelijk, maar op langere termijn kan men ze beter verbannen wegens de nefaste bijwerkingen. Het is belangrijk dat de lokale productie zo snel mogelijk overneemt.

Landhervorming

Tevens moet er spoedig werk gemaakt worden van een echte landhervorming, die verder gaat dan wat Préval tijdens zijn eerste ambtstermijn heeft geprobeerd. Wie het land bewerkt moet er ook het eigendom van kunnen krijgen, anders dreigt spoedig demotivatie. In Haïti heerst in dat verband veel rechtsonzekerheid omdat twee parallelle systemen naast elkaar blijven bestaan. Zo is er een soort ‘gewoonterecht’ dat vaak zorgt voor discussies bij het overlijden van kleine grondbezitters, en daarnaast is er het ‘officiële’ notariële systeem, dat in de praktijk schittert door onwerkzaamheid.Vele kleine gronden hebben namelijk geen duidelijk juridisch statuut, wat met zich meebrengt dat verschillende praktijken van willekeur vooral het grootgrondbezit in de hand werken. Tot op vandaag hebben de meeste kleine eigenaars ook geen notariële acte van hun land, en als ze er al één bezitten, bestaat steeds het gevaar dat sommige notarissen recht noch wet eerbiedigen als iemand anders de grond opeist als zogenaamde eigendom. Het ontbreken van een kadaster en van een sluitende wetgeving leiden er vaak toe dat rechtszaken meestal door de meest biedende of de sterkste gewonnen worden.

Ondersteuning

Belangrijk is dat de boeren meer advies krijgen om aan gezonde en rendabele landbouw te doen. Zo mislukken er thans soms oogsten, maar kennen de boeren niet altijd de oorzaak. Deskundige hulp is op een dergelijk moment meer dan welkom. Ook kredieten zijn nodig om zaaigoed aan te kopen, voorraden aan te leggen en oogsten op de markten te brengen. Op dit ogenblik dreigt er een zeker gevaar dat veel zaaigoed voor de toekomst verloren gaat door de directe hongersnood van de vele ontheemde Haïtianen.

Decentralisatie van het land

De weinige overheidsdiensten op Haïti bevinden zich enkel en alleen in de hoofdstad. Het platteland wordt al jaren lang aan zichzelf overgelaten. Het ogenblik is aangebroken om aan deze ongezonde toestand een einde te stellen. Mensen moeten overal te lande als volwaardige burgers van rechten kunnen genieten. Door in het binnenland werkgelegenheid te creëren kan men tevens een nieuwe toeloop naar Port-au-Prince met de erbij horende overbevolking tegengaan.

Grote uitdagingen

De uitdagingen voor de huidige en toekomstige Haïtiaanse regeringen zijn inderdaad groots en veelvuldig, terwijl zij dan nog eens een lange traditie met zich meeslepen van het niet de boeren, maar vooral de elite in de hoofdstad en het buitenland naar de zin te maken. Laat ons hopen dat daarin eindelijk verandering mag komen.

Paul De Wolf
31 maart 2010

Bewerking van “A Future for Agriculture, a Future for Haiti” door Beverly Bell.