De verre reis

Half vier in de morgen”. Zo luidde de afspraak.

Het is een ongelooflijk verre reis naar de hoofdstad. Volgens de wegenkaart bedraagt de afstand 320 km, maar dat is theorie. Hier worden afstanden uitgedrukt in begrippen van tijd. In een regenperiode is de stad negen uur ver. De reis gaat doorheen een verscheidenheid van landschappen, over allerlei wegen. Bij aankomst zijn zowel chauffeur, medereizigers als voertuig dringend aan rust toe. Als je vroeg in de morgen vertrekt, heb je al een goed stuk weg afgelegd vooraleer de tropenzon scherp steekt en de grote tegenliggers je telkens opnieuw onder een stofwolk blazen.

Kort na middernacht sprong onze herdershond recht. Hij kwam tot bij de poort, gromde een paar keer diep en blafte met overtuiging. Aan de andere kant van de poort begreep men de boodschap en niemand kwam nog een stap dichter. Jordany, de huisbewaarder, was vlug wakker. Hij kalmeerde de hond, liet een man binnen in het gebouw. De rest van de korte nacht zou hij op een stoel wachten. Jordany waarschuwde hem zeker niet buiten te komen want de hond bleef in de buurt.

En zo vond ik mijn passagier, om half vier in de morgen, slapend op een stoel. “Ik mocht deze rit niet missen, maar ik heb geen uurwerk”, zei Saint Firmin verontschuldigend. Plots drong het tot mij door dat bijna niemand hier een uurwerk heeft. Overdag is dat geen probleem, zelfs kinderen volqen vrij nauwkeurig het uur aan de stand van de zon. Een precieze tijdsaanduiding in de late avond of in het midden van de nacht is een hopeloze zaak. Je kunt het wel hebben over de eerste of de tweede slaap of over zonsopgang, maar een verdere tijdsbepaling is onmogelijk. Ik schonk Saint Firmin een kop koffie en gaf hem een lang stuk brood voor onderweg. Meteen was het probleem van de tijd vergeten.

Saint Firmin groeide op in het heuvelland, aan de voet van het gebergte. Daar kent hij iedereen en iedereen kent hem. Hij weet ook een paar marktplaatsen in de streek maar daar eindigt zijn horizon.

In de hoofdstad is hij nog nooit geweest. Wie kan trouwens zo’n dure reis betalen? Niemand uit zijn familie is al in die verre stad geweest, behalve zijn oudste broer. Vele jaren geleden is die broer meegereden met een vrachtwagen naar de hoofdstad.

Hij heeft ginds een werkje gevonden, is er gebleven en woont aan de rand van de stad. Doch zijn twee oudste kinderen groeien op in het gezin van Saint Firmin. Omwille van hen wou Saint Firmin absoluut zijn broer zien. Het oudste kind zit in het laatste jaar lagere school en hij wou met de vader eens praten over de toekomst van dat kind. Onderweg sprak Saint Firmin niet veel, maar hij keek des te meer. Nu had hij een idee hoe hoog de Pilboroberg wel is. Daarna zag hij de zee. “Je ziet de overkant niet eens” zei de man halfluid. Dichter bij de stad was er druk verkeer, de huisjes zijn er aan en op mekaar geplakt, overal lopen mensen rond. Aan de richtingswijzer “Centre Ville” stapte Saint Firmin uit. Om de hoek, naast een
bakkerij, woont zijn broer.

Het eerste bezoek van Saint Firmin aan de stad begon met een ferme ontgoocheling. Hij vond zijn broer niet thuis. Diezelfde morgen was die ver
trokken naar het verre heuvelland om zijn broer te zien. Ook hij vond dat het tijd werd om eens te praten over de toekomst van de kinderen.
Daar zaten ze nu. De broer uit het heuvelland was op bezoek in de stad, de broer uit de stad was op bezoek in het heuvelland. Ze hadden allebei een grote reis achter de rug, maar zaten nog even ver van mekaar.

Op beide plaatsen gaf men dezelfde raad: “Een beetje geduld, morgen of overmorgen zal je broer wel terugkomen”. Zaterdag, in de late namiddag, kwam de oudste broer uiteindelijk weer. Een hele dag en een halve nacht is er gepraat over alles en nog wat. De broers waren blij dat ze mekaar uiteindelijk toch gezien hebben. Dan klom Saint Firmin hoog op een volle vrachtwagen en reed de lange weg terug naar huis.

In haar laatste brief vroeg mijn nichtje dringend naar ons e-mailadres. “Dan gaat de communicatie wat vlugger en ben je mee met je tijd”, schreef ze. Ik dacht aan de wereld van Saint Firmin – een volwassen man die het uur afleest van de zonnestand, die de afstand naar de stad in begrippen van tijd uitdrukt. Ik dacht aan zijn omgeving – een dorp zonder elektriciteit, zonder telefoon, zonder postbode. Ik dacht hoe dat dorp zelfs nog meer achterop kan geraken bij gebrek aan moderne communicatie. Het woord e-mail moet nog een lange reis maken naar het heuvelland.

Raymond De Caluwé
1 september 2001

Meer artikels uit deze Lambi

Meer artikels uit deze rubriek