Een mislukte staatsgreep?


Illustratie uit 'Bon Nouvèl' - juli/augustus 2001.

Op 28 juli, vóór zonsopgang, werden het politiecommissariaat van Pétionville en de politieacademie aangevallen door gewapende mannen. Ze hadden camouflagepakken aan die erg leken op die van de Léopards, een eenheid van het leger die ontbonden werd door generaal Avril. De politie veronderstelt dat het om oud-militairen gaat.

In de Plateau Central werden de commissariaten van Mirebalais, Hinche en Belladère eveneens aan gevallen. Overal sloegen de aanvallers
snel op de vlucht.

Vijf politieagenten werden gedood, van wie twee in de Plateau Central. Vier mannen die zich aanboden als voormalige politieagenten die aan de acties hadden deelgenomen, vroegen asiel in de Dominicaanse Republiek. Volgens een door premier Chérestal ondertekende mededeling zouden er ook doden zijn aan de kant van de aanvallers, maar hun lichamen zouden zijn meegenomen. Verschillende mensen werden gearresteerd, voornamelijk leden van de oppositie en oudmilitairen.

Volgens sommige bronnen waren er in Pétionville maar zes aanvallers. Ze zouden gemakkelijk binnengedrongen zijn in de politie-academie. Hun doel zou het gebouw van het SWAT-team geweest zijn, een elite-eenheid van de politie. Tijdens de gebeurtenissen zou een cordon van politieagenten de academie omringd hebben. Desondanks konden de aanvallers vluchten zonder te worden onderschept. Hun wapens lieten ze achter.

Verschillende hypothesen

De gebeurtenissen van 28 juli werden op uiteenlopende manieren geïnterpreteerd. Men sprak van een mislukte staatsgreep en een test met het oog op een toekomstige staatsgreep. Sommigen legden het verband tussen de gebeurtenissen en de politieke onderhandelingen tussen de Convergence Démocratique en Fanmi Lavalas. Er werd ook gesproken over intimidatie van de kant van drughandelaars en een intern conflict binnen de politie.

Twee leden van de persdienst van de president bevestigden dat de Convergence niet betrokken was bij de gebeurtenissen en dat de onderhandelingen niet zouden onderbroken worden. Maar verschillende parlementairen van Lavalas en leiders van volksgroepen beschuldigden de Convergence. Ze vroegen de stopzetting van de onderhandelingen.

De voorzitter van de Senaat en topfiguur van Fanmi Lavalas, Yvon Neptune, legde het verband tussen de gebeurtenissen van 28 juli en de houding van bepaalde leiders van de Convergence die zich uitspraken voor het heroprichten van het leger. Een volksvertegenwoordiger zei dat er een bijeenkomst was van verantwoordelijken van de Convergence en oudmilitairen de dag vóór de aanvallen. Op de vergadering zou een staatgreep gepland zijn en zouden er wapens uigedeeld zijn aan de oud-militairen.

Verschillende verantwoordelijken van de Convergence verklaarden dat de aanvallen op de politiecommissariaten georganiseerd werden door Fanmi Lavalas om zo een ondertekening van een politiek akkoord te vermijden.

Het rapport van de onderzoekscommissie

De onderzoekscommissie die aangesteld werd door de regering sprak in haar rapport van een poging tot staatsgreep. Nergens in het rapport werd er een verband gelegd met de drughandel. Het rapport sloot aan bij de these die in een artikel in een Dominicaanse krant uitgelegd werd.

Er zouden 300 personen betrokken geweest zijn bij het complot. Het zou gaan om oud-militairen en ex-politieagenten. Het zou de bedoeling geweest zijn om zich meester te maken van verschillende commissariaten in zes gebieden van het land. Omwille van verklikkingen en communicatieproblemen zou het merendeel van de samenzweerders op het laatste moment uit elkaar gegaan zijn.

Tolérance zéro’

Tijdens een bezoek aan de politie eind juni zei Aristide: “Inzake zenglendo’s moet er volstrekt geen tolerantie zijn”. Met zenglendo‘s bedoelt men alle individuen die door hun criminele activiteiten een klimaat van onveiligheid scheppen.

De woorden van Aristide zorgden voor heel wat ophef, o.m. bij mensenrechtenorganisaties. Deze benadrukten dat de politie of gewone burgers zich niet in de plaats van het gerecht mogen stellen, en stipten aan dat de dag na de verklaring van Arisitde drie personen gelyncht werden.

Daarop nuanceerde Aristide zijn uitspraken. Eerst zei hij: “wanneer een crimineel de mensen in de straat aanvalt, moet men niet moet wachten tot deze crimineel voor het gerecht verschijnt om hem te verhinderen dat hij zijn daden uitvoert”. Later luidde het: “Ik wil en ik beslis dat alle Haïtianen in vrede leven”.

De uitspraak had hoe dan ook onmiddellijk effect. De politie en de burgers traden alerter op wanneer er zich ongeregeldheden voordeden. De inwoners van onder meer Port-au-Prince durfden ‘s avonds opnieuw buitenkomen en wandelen in de straten.

De operatie zou alleen maar geslaagd zijn in Belladère, waar de politieagenten uit hun commissariaat verdreven werden.

De Convergence blijft dwarsliggen

Op 9 augustus werden 23 militanten van de Convergence Démocratique, die gearresteerd waren naar aanleiding van de gebeurtenissen van 28 juli, door het gerecht vrijgelaten. De Convergence sprak van een stap in de goede richting en riep op een einde te maken aan de intimidaties zodat er opnieuw onderhandeld kan worden. Tijdens de onderhandelingen die vooraf gingen aan de gebeurtenissen van 28 juli werd een politiek akkoord tussen de Convergence en Fanmi Lavalas niet bereikt omdat de Convergence telkens verdere toegevingen eiste van president Aristide en Lavalas.

Aristide schreef in juni een brief aan de president van de Organisatie van Amerikaanse Staten waarin hij aankondigde dat 7 senatoren ontslag zouden nemen en dat het mandaat van de parlementsleden die verkozen werden tijdens de verkiezingen van 21 mei 2000 zou ingekort worden tot twee jaar. Verder verbond hij zich ertoe om een nieuwe Voorlopige Kiesraad (Conseil Electoral Provisoire, CEP) samen te stellen, waarvan de leden benoemd zouden worden door de wetgevende en uitvoerende macht, de kerken en de politieke partijen. Hij schreef ook dat hij de nieuwe CEP zou aanmoedigen om voor het einde van 2001 verkiezingen te organiseren om de 7 ontslagnemende senatoren te vervangen.

Tenslotte vroeg hij aan de OAS om Haïti te helpen bij het normaliseren van zijn relaties met de internationale financiële instellingen. Die blokkeren immers al geruime tijd miljoenen dollars aan hulp bestemd voor Haïti. De hulp komt er niet zolang er geen politiek akkoord bereikt wordt tussen de Convergence en Fanmi Lavalas.

Er vonden verschillende ontmoetingen plaats tussen de Convergence en Fanmi Lavalas, maar de onderhandelingen sprongen telkens af. Zo wilden de vertegenwoordigers van de Convergence eerst een globaal politiek akkoord voordat ze hun vertegenwoordiger bij de CEP wilden aanduiden. De samenstelling van deze CEP diende bekend te zijn vóór 25 juni. De secretaris-generaal van de OAS, César Gaviria, reisde samen met een vertegenwoordiger van de CARICOM op 24 juni nog naar Port-auPrince om tot een doorbraak te komen. Het mocht niet baten. Uiteindelijk werden de onderhandelingen op 4 juli stopgezet.

De Convergence eiste de volledige annulering van de verkiezingen van 21 mei 2000, waarmee de afgevaardigden van Fanmi Lavalas niet akkoord konden gaan.

Midden juli waren de Convergence en Fanmi Lavalas opnieuw dicht bij een akkoord. De onderhandelingen sprongen toen af op het bepalen van een datum voor de volgende verkiezingen. De Convergence wilde november 2002, Fanmi Lavalas dacht aan mei 2003.

Aristide bezoekt Cuba

Op 16 juli bracht president Aristide een bezoek aan Cuba op uitnodiging van Fidel Castro.

Bij zijn aankomst toonde Aristide zich opgetogen over het werk van meer dan 600 Cubaanse coöperanten in Haïti. Ze zijn er werkzaam op het gebied van de gezondheidszorg, het onderwijs, de landbouw, de visvangst en de suikerindustrie. Aristide bedankte voor het werk van de honderden Cubaanse dokters die in de meest afgelegen uithoeken van het land aan het werk zijn.

Tijdens het bezoek ondertekende de Haïtiaanse minister van Volksgezondheid in Havana een akkoord met verantwoordelijken van de farmaceutische sector. Zo zouden een 50-tal geneesmiddelen, waaronder antibiotica, in Haïti verkocht kunnen worden zonder dat Cuba er winst op maakt.

Bart van Malderen
1 september 2001

Meer artikels uit deze rubriek