Een missionaris blikt terug op zijn inzet en land van inzet

Jules Van Looveren
Jules Van Looveren

Jules Van Looveren werkte ruim 24 jaar in Haïti als pater van Scheut. Intussen is hij al langer terug in België, 28 jaar om precies te zijn. Zijn interesse in de tumultueuze ontwikkelingen in Haïti en vooral zijn groot hart voor de Haïtiaanse mensen doofde nooit. In dit interview proberen we zijn ervaringen, zijn denken over en zijn gevoel voor Haïti te delen met onze lezers.

Lambi: Beste Jules, zelf ken ik je vooral van je Mombin Crochu-tijd in Haïti, maar ik weet dat je o.a. ook op het eiland “La Gonâve” werkte. Geef jij nog eens het overzicht van je Haïti-loopbaan?

Jules: “Ik verbleef in Haïti van september 1964 tot eind 1988. Een eerste aanstelling als inloopperiode en kennismaking met de Haïtiaanse gewoonten en cultuur kreeg ik in het Noorden, in de stad “Fort Liberté”. Dat was van september 1964 tot maart ‘65. Van maart ‘65 tot augustus 1969 werkte ik op het Plateau Central in “Mombin-Crochu”. Van augustus 1969 tot juli 1976 was het eiland La Gonâve mijn basis. En dan keerde ik terug naar het Plateau Central, van juli 1976 tot juli 1978 in Pignon en van juli 1978 tot einde 1988 leefde ik opnieuw in Mombin-Crochu.

Dat waren geen keuzes die ikzelf maakte Het was telkens de congregatie die me vroeg om in die parochies te gaan werken en leven. Het waren zoals je zegt aanstellingen of benoemingen.

Leerlingen voor hun school in Monbin-Crochu
Leerlingen voor hun school in Monbin-Crochu

L: Scheutisten zijn missionarissen met veel aandacht voor de fysieke, materiële leefomstandigheden van mensen. Dat was bij jou niet anders, Jules. Wat ondernam jij zoal in de diverse parochies waar je aangesteld werd om de levensomstandigheden van de mensen beter te maken?

J: In Mombin-Crochu, waar ik alles samen praktisch 15 jaar werkte, nam ik ook het grootst aantal initiatieven.
Ik bouwde er een ruime en mooie kerk, waar ik trots op ben, al zeg ik het zelf. In de afgelegen buitenposten zorgde ik dat er kleine schooltjes kwamen. In het centrum van Monbin-Crochu kon de lagere school uitbreiden dank zij de komst van de zusters van Kortemark. Door hun aanwezigheid werd ook het gezondheidscentrum goed uitgerust en kwam er een goede dienstverlening. Voor alle kinderen in de parochie die niet konden lezen en schrijven organiseerden we een alfabetiseringscursus.

Om het bestaan van de boerenfamilies te verbeteren bouwde ik een moderne silo, waar de boeren hun oogst konden stockeren tegen een kleine vergoeding. Met een ploeg van zes animatoren, waarvan drie mannen en drie vrouwen konden we 1200 boeren organiseren in landbouwgroepen. Met de hulp van het Sint Michielscollege van Brasschaat installeerden we er een maïsmolen. We startten ook een groot koffie- en herbebossingproject op. En na de Afrikaanse varkenspest in 1984 waarbij de ganse Haïtiaanse varkensstapel moest afgeslacht worden, konden we met opnieuw de hulp van het Sint Michielscollege de varkenskweek heropstarten. “Het varken in elk Haïtiaans gezin betekende een spaarpotje voor de toekomst”.

De meeste projecten werden gefinancierd door Broederlijk Delen. PROTOS stelde het dossier op voor het groot koffie- en herbebossingsproject en volgde het ook op. Dat werd voor driekwart door het Belgisch ministerie van ontwikkelingssamenwerking gefinancierd.

Op La Gonâve bouwde ik veel kleine woningen voor de armste mensen en organiseerde ik alfabetiseringsklasjes voor de kinderen. In samenwerking met 3 Vlaamse lekenhelpsters, Paula, Irma en Leona, bouwden we een naaischool en een borduuratelier uit.
In Pignon zetten we een alfabetiseringsproject op samen met de parochies van La Victoire en Mombin-Crochu. Dit parochieoverschrijdend project werd ook mede gefinancierd door Broederlijk Delen en de parochie van Zwijnaarde.

De school
De school

L: In weerwil van de vele ontwikkelingsinitiatieven en de aanwezigheid van duizenden grote en kleine organisaties is de ongelijkheid en armoede toegenomen in Haïti. Hoe lees of interpreteer jij die realiteit? Waarop moet goed ontwikkelingswerk gebaseerd zijn volgens jou? Welke adviezen zou je geven vanuit je rijke ervaring?

J: De mensen worden teveel afhankelijk gemaakt van buitenlandse hulp zonder dat ze zelf een inspanning moeten leveren. In dit land zijn er teveel liefdadigheidsprojecten opgezet in plaats van te werken aan en zich te richten op meer structurele veranderingen en het volk te leren hun eigen lot in handen te nemen.

Er is teveel liefdadigheid in plaats van te werken en aan te sturen op meer structurele veranderingen

De politieke onwil, na-ijver en jaloerse reacties, veroorzaken angst en onzekerheid. Niemand voelt zich veilig in Haïti, want iemand die openlijk zijn mening durft uit te spreken over het politiek gebeuren kan morgen worden verraden, aangeklaagd of vermoord. De strijd om te overleven en dagelijks minstens eenmaal te kunnen eten is te groot om zich met de problemen van de samenleving bezig te houden. In de rangschikking van landen met het aantal inwoners onder de armoedegrens staat Haïti na Liberia op plaats twee met 80% inwoners onder de armoedegrens. (Bron IndexMundi)

L: In Haïti zijn veel hoogopgeleide mensen, velen kiezen voor een baan in het buitenland en sturen geld en goed naar het thuisfront. Maar ook in Haïti nemen Haïtianen zelf veelal het voortouw in organisaties. Wat zijn je verwachtingen tegenover hen?

Een boomkwekerij met typische beschaduwing
Een boomkwekerij met typische beschaduwing

J: Ze zouden meer ter plaatse, daar waar de projecten worden uitgevoerd, tussen de mensen moeten gaan leven en werken. Samen met de armen in de dorpen en lokaliteiten van onderuit basisopbouwwerk opzetten en een nieuwe mentaliteit proberen creëren. Ze blijven veel teveel achter hun bureau zitten en hebben met de bevolking geen of te weinig contacten die zo noodzakelijk zijn. Het is een klein land waar met een goed georganiseerd netwerk van projecten en met integere leiders veel kan bereikt worden.

De mensen aan de basis worden te weinig gehoord en hun meningen en aspiraties tellen te weinig mee in het beleid van de organisaties.

L: 12 januari 2010 blijft in het geheugen gegrift van eenieder die enigszins met Haïti begaan is. Die aardbeving bovenop al het onheil dat orkanen al aanrichtten in Haïti, onlangs nog met Matthew, geeft een beeld alsof de natuur zelve Haïti onleefbaar wil maken. De toekomst van het Haïtiaanse volk kan toch niet enkel uit puin ruimen bestaan!? Welke toekomst zie je wel voor Haïti? Hoe pakken zij de problemen die zich stellen best aan?

J: Ik denk dat de overbevolking probleem nummer één is in Haïti. Haïti staat op de 31ste plaats wat bevolkingsdichtheid betreft, met 377,9 inwoners per vierkante kilometer, en staat daarmee tussen India en België in. (Bron Wikiwand) Het buurland van Haïti, de Dominicaanse Republiek, staat op de 57ste plaats, met 220,1 inwoners per vierkante kilometer. Er moet absoluut iets aan gedaan worden, maar hoe de bevolking hiervan moet worden overtuigd en hoe opgevoed, is me een raadsel.

Een tweede element is de corruptie van de bovenlaag, die te groot en te gulzig is. Zelfs als ze “puin moeten ruimen” komt de buitenlandse hulp niet terecht in de handen van de getroffenen, de sukkelaars voor wie die hulp bestemd is.

Ook de ontbossing en de oorzaak daarvan, zoals het gebrek aan georganiseerde en gemoderniseerde energievoorziening, moet men dringend ernstig gaan nemen en serieus aanpakken.

Jules tussen zijn pupillen in Monbin
Jules tussen zijn pupillen in Monbin

Rechtuit gezegd zie ik geen oplossing voor Haïti tenzij het op sleeptouw wordt genomen door de Verenigde Staten. Dit kan misschien tegenstrijdig klinken met al het voorgaande, maar er lijkt mij geen andere uitweg mogelijk. Andere Caribische landen onder USA-bewind doen het zeer goed, zie Puerto Rico bijvoorbeeld.

L: De Haïtiaanse bevolking is zeer jong, met ruim 50% onder de 18 jaar. Het is een enorme uitdaging om die jeugdige bevolking perspectief te bieden. Verschillende Scheutisten, ook jij, promoten sport en Chiro als mogelijkheden tot ontplooiing. Welke zijn voor jou de fundamenten om te slagen in het bieden van perspectief?

J: Deze vraag lijkt me de moeilijkste om te beantwoorden of om tot een oplossing te komen. Het is een feit dat aan de jeugd in Haïti veel aandacht wordt besteed op allerlei domeinen zoals scholing, jeugdbeweging en sport. Maar zolang de meerderheid van de goed geschoolde en ontwikkelde Haïtiaanse jeugd ervan blijft dromen om zo vlug mogelijk Haïti te kunnen verlaten, zie ik weinig perspectief. Als jonge mensen geen werk kunnen vinden in Haïti zelf, welke toekomst kunnen we hen dan voorspiegelen? Hoeveel bedrijven of kleine ondernemingen hebben het reeds opgegeven om in dat land te investeren? Er heerst geen ondernemersmentaliteit, onvoldoende gemeenschapszin, geen ondersteunde creativiteitszin om jongeren te boeien en zelf iets op te zetten ten dienste van hun volk. Het onderwijs is er helemaal niet op afgestemd. Er zijn weinig technische scholen of academies.

L: Op een bepaald moment vertrok jij uit Haïti. Voor velen was het een verrassing, want jij was nog zeer actief en werd hier dan ook als parochiepriester ingeschakeld. Wat was jouw motief voor deze carrièrewending, als ik dat zo mag noemen? Moegestreden? Een vorm van ontmoediging? Vaststellen dat je niets positiefs meer kon bijdragen? Niet met pensioen in Haïti?

J: Voor mijn familie, mijn goede vrienden, de zusters van Mombin en de confraters die me geloofden, was het geen verrassing. Zij wisten dat ik in 1986 aan mijn laatste termijn van 3 jaar in Haïti begon. Omwille echter van een zware zona is mijn verblijf dan nog met een jaar ingekort. Maar het was een zeer bewuste keuze waarvoor ik volgende argumenten had:

De kerk
De kerk
  1. Ik wilde in Haïti niet oud worden, in het binnenland is er geen enkele ontspanningsmogelijkheid. Hoe moet een gezonde blanke daar oud worden en toch gelukkig blijven?
  1. Ik wilde op tijd naar België terugkeren om me nog te kunnen aanpassen aan de westerse mentaliteit en me terug in te leven in de Belgische parochiepastoraal.
  1. Ik koos voor mijn veiligheid want ik had reeds tweemaal met een geweer van een soldaat kennis gemaakt omwille van mijn te politiek getinte homilieën in de kerk.
  1. Het tijdperk dat de inlandse priesters onze taak konden overnemen was aangebroken. Er kwamen zich veel seminaristen aanmelden. Ik was van mening dat zij het schitterend zouden doen en dat het beter was om ons terug te trekken. Ik respecteer evenwel elke andere mening op dit gebied.

Mijn keuze was niet voortgekomen uit ontmoediging, noch uitgeblust zijn. Integendeel, want de daarop volgende jaren zal ik me nog zeer actief inzetten in twee Vlaamse parochies en Haïti van nabij blijven volgen en steunen.

L: De verkiezing van Aristide in ’90 bracht bij de bevolking een boost aan positieve energie en hoop, net als bij veel Haïtivrienden. Was dit het ultieme bewijs dat het echt anders kan in Haïti?

J: De verkiezing van Aristide was een resultaat en het hoogtepunt in het bewustwordingsproces van de bevolking, vooral van jonge en zelfbewuste mensen aan de basis, dat sinds een twintigtal jaar bezig was. Je kan dit beschouwen als één van de grootste verdiensten van de kerk in Haïti, waar wij met Scheut voluit aan meewerkten via catechese en alfabetisering. De mensen verlangden naar diepgaande veranderingen. Ze hoopten en waren overtuigd dat het met Aristide als president zou gebeuren.

Daarom zijn de ontgoocheling en de ontnuchtering van de Haïtiaanse jonge generatie nooit zo groot geweest als toen Aristide hen ook “verraden” heeft. De jeugd haakte af en geloofde toen in niks meer, in geen enkele mogelijke verandering. Hun hoop werd totaal de grond ingeboord. Wie kunnen wij nog kiezen als onze leider?? Hij was voor het volk de Messias en nu???

L: Als je terugblikt, Jules, wat was dan je meest positieve ervaring/herinnering in Haïti?

J: Mijn meest positieve ervaringen van mijn 25 jarige aanwezigheid in Haïti zijn:

Stilleven
Stilleven
  1. Dat ondanks alles, het Haïtiaanse volk voor mij een krachtig en aangenaam volk blijft, dat doorheen en vanuit zijn geschiedenis van slavernij, christianisatie, kolonisatie door Fransen en Amerikanen en latere ontvoogding een zeer bijzondere, mysterieuze cultuur meedraagt die mij en zovelen die op bezoek kwamen blijft boeien.
  1. De komst van de zusters van Kortemark en het positief resultaat van hun alfabetiserings- en onderwijsmethode, gebouwd op respect voor de creoolse taal. Het betekende succes van hun werk in gans de regio van het Plateau en ver daarbuiten. Ook nu nog blijven de scholen er zeer goed marcheren.
  1. Het koffie- en herbebossingsproject dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven en bij vele inwoners navolging kreeg.
  1. Het feit dat er nu genoeg (meer dan genoeg) inlandse priesters zijn, is een bewijs dat ons voorbeeld aanstekelijk heeft gewerkt. De jeugd heeft gevoeld dat we met de mensen vooruit wilden en geprobeerd hebben hen een betere toekomst te bezorgen.

Dat het Haïtiaanse volk een fantastisch kranig volk is dat we niet in de steek mogen laten

L: Welke boodschap wil je hier in Vlaanderen aan de mensen meegeven over Haïti?

J: Zoals ik boven reeds vermeldde: Het Haïtiaanse volk is een fantastisch kranig volk dat we niet in de steek mogen laten. Ze hebben echter zowel de natuur als de slechte organisatie van hun land en de politieke leiders tegen. Maar ze blijven dapper vechten om te overleven en om voor hun kinderen een betere toekomst uit te bouwen.

Het is een volk met levenskracht, zin voor humor en een onversaagd uithoudings- en doorzettingsvermogen. Ondanks alle miserie en armoede blijven ze zingen en dansen.

Ik denk dat goed onderwijs, volwassenenvorming en maatschappelijke organisatie de sleutels blijven tot bevrijding en verandering. We moeten hen daarom blijven steunen en oproepen om op die manier hun lot zelf in handen te nemen, te leren samenwerken en goede leiders te vormen door goed onderwijs mogelijk te maken.

Jules Van Looveren en Rhoddy Petit
27 maart 2017

Meer artikels uit deze rubriek