Een nieuwe premier, maar nog geen regering…


Verkoop van geïmporteerde rijst, Cap Rouge (foto: Liesbet De Pooter)

Sinds 12 april, de dag waarop premier Alexis de laan uitgestuurd werd na voedselrellen, is er geen regering meer in Haïti. President Préval stelde eind april Ericq Pierre voor als nieuwe premier, maar die werd afgewezen door het parlement. Eenzelfde lot onderging Robert Manuel. Hij werd eind mei aangewezen als nieuwe premier, maar de parlementsleden waren opnieuw tegen. Eind juni stelde Préval mevrouw Michèle Duvivier Pierre-Louis voor als premier. Zij werd uiteindelijk door Kamer en Senaat geratificeerd als nieuwe premier, maar haar regeringsploeg kreeg nog geen positieve vertrouwensstemming in het parlement.

Haïti zit in een politieke crisis. Rond de afwijzing van Ericq Pierre als nieuwe premier hing een sfeer van corruptie. Parlementsleden zouden omgekocht zijn om tegen Ericq Pierre te stemmen. Sommige bronnen stellen zelfs dat aftredend premier Alexis bepaalde parlementsleden geld voor kleine projecten gegeven zou hebben in ruil voor hun stem tegen Ericq Pierre.

Na Ericq Pierre wees Préval zijn voormalige raadsman Robert Manuel aan als premier. Tijdens Prévals eerste presidentschap (1996-2001) was Manuel staatssecretaris voor Veiligheid. Begin juni stelde Robert Manuel aan het parlement 24 documenten ter beschikking. Hierna onderzocht een commissie of deze documenten beantwoordden aan de eisen die de grondwet stelt. De commissie besloot dat Robert Manuel niet verkiesbaar was. Volgens de commissie kwam zijn profiel niet overeen met verschillende bepalingen van de grondwet van 1987. Om premier te kunnen worden, moet men eigenaar zijn van onroerend goed in Haïti en moet men vijf achtereenvolgende jaren in Haïti gewoond hebben. In een brief aan de commissie had Manuel geschreven dat hij gedwongen werd om in ballingschap te gaan nadat hij staatssecretaris voor Veiligheid geweest was. Hij keerde in 2005 terug om mee te werken aan de verkiezingscampagne van René Préval. Daarnaast bleek dat het huis dat hij zei te bezitten, in feite eigendom is van zijn vader. Daarop stemde een meerderheid van de parlementsleden tegen de kandidatuur van Robert Manuel als premier.


Orkaan Gustav eist 80 doden in de Cariben, 29 augustus 2008 (foto: AP/Ariane Cubillos)

Michèle Duvivier Pierre-Louis

Eind juni stelde president Préval dan Michèle Duvivier Pierre-Louis, 61 jaar, voor als nieuwe premier. Zij is econoom en ze was kabinetchef van Préval toen deze premier was tijdens het eerste presidentschap van Aristide in 1991. Tijdens de jaren tachtig gaf zij leiding aan de alfabetiseringscampagne van de katholieke kerk. Sinds 1995 staat zij aan het hoofd van Fokal, een vereniging die bekend is vanwege haar culturele en sociale activiteiten. Fokal wil “de noodzakelijke structuren tot stand brengen van een democratische, rechtvaardige en solidaire samenleving, gebaseerd op de autonomie en verantwoordelijkheid van individuen en groepen”. De stichting Fokal kon opgericht worden dankzij de financiële steun van de Amerikaanse miljardair George Soros. “Soros heeft me geduwd om het premierschap te aanvaarden. Hij zei dat de wind in de Verenigde Staten draait dankzij Barack Obama”, verklaarde Michèle Pierre-Louis na haar terugkeer van een reis naar Cuba en naar Washington.
De voorzitters van de Kamer en de Senaat pleitten voor het ratificeren van de benoeming van Michèle Pierre-Louis. Enkele parlementsleden beschuldigden Préval ervan dat hij een vriendin had gekozen voor het premierschap. Verschillende vrouwenorganisaties riepen de parlementsleden op in te stemmen met Prévals keuze. Ongeveer driehonderd intellectuelen en artiesten tekenden een petitie die de parlementsleden opriep te stemmen voor Michèle Pierre-Louis omdat zij de beste keuze is die gemaakt kon worden. De voorzitter van de OAS, de Organisatie van Amerikaanse Staten, steunde impliciet Prévals keuze door over Michèle Pierre-Louis te zeggen: “Het is een vrouw die betrouwbaar is, een vrouw met een sterk karakter. Ze zou een uitstekende premier zijn”.

Begin juli overhandigde Michèle Pierre-Louis de nodige documenten aan het parlement, waar een commissie ze onderzocht. Toen ontstond er een felle polemiek over de seksuele geaardheid van Michèle Pierre-Louis. Intellectuelen en verschillende organisaties zagen zich genoodzaakt om de haat- en lastercampagne te veroordelen. De coördinator van de grootste politieke fractie verzekerde dat de parlementariërs zich niet zouden laten beïnvloeden door de polemiek rond het privé-leven van Michèle Pierre-Louis. De minister van Vrouwenzaken benadrukte dat vrouwelijke politici te maken hebben met vooroordelen en discriminatie. De minister zei dat “ongetrouwde vrouwen en vrouwen zonder kinderen ervan worden verdacht geen ‘echte vrouwen’ te zijn. Ze worden blootgesteld aan indiscrete vragen over hun privé-leven”. In een mededeling verklaarde Michèle Pierre-Louis dat ze blij was met de steun en blijken van solidariteit die ze kreeg. Ze zei:”ik zal me nooit laten meeslepen in een debat dat ontstaan is door tendentieuze berichtgeving of laster”. Pater Gérard Jean-Juste oordeelde dan weer dat Michèle Pierre-Louis ongeschikt is voor het premierschap omdat ze tijdens de dictatuur van Jean-Claude Duvalier een belangrijke functie had op de luchthaven van Port-au-Prince.

Ondanks alles oordeelde de parlementaire commissie dat Michèle Pierre-Louis verkiesbaar is als premier. Op 17 juli stemden de parlementsleden in de Kamer voor de aanstelling van Michèle Pierre-Louis als premier. De senatoren ratificeerden de aanstelling van Michèle Pierre-Louis op 31 juli. Haïti had opnieuw een premier. Meer info over de nieuwe premier in het hierna volgende artikel.

Nog geen regering

Michèle Pierre-Louis is dan wel premier, maar ze dient zich met haar regeringsploeg te presenteren voor de Kamer en de Senaat voor een vertrouwensstemming over de grote lijnen van haar politiek programma. De senaat vormt dit keer het grote struikelblok. De nieuwe regering heeft minstens 16 stemmen van senatoren nodig. Dit aantal stemmen gaat uit van een senaat die bestaat uit 30 senatoren. Maar de huidige senaat bestaat maar uit 18 senatoren. Dit komt omdat het mandaat van 10 senatoren vorig jaar afliep en er geen verkiezingen gehouden werden om 10 nieuwe senatoren aan te stellen. Daarenboven overleed één senator en een andere werd uitgesloten. Het Oecumenisch Centrum voor de Mensenrechten zegt dan ook dat het land gegijzeld wordt door 12 ingebeelde senatoren.

De grondwet bepaalt dat de premier en zijn regeringsploeg zowel in de Kamer als in de Senaat een meerderheid van de stemmen achter zich moet krijgen. In de senaat zouden dus 16 van de 18 senatoren hun vertrouwen moeten geven aan de nieuwe regering. Dit lijkt niet haalbaar. Het debat gaat nu over de vraag hoe men de grondwet moet interpreteren als de senaat – door omstandigheden – maar uit 18 leden bestaat in plaats van 30. Sommige senatoren stellen voor dat men het quorum verlaagt van 16 naar 10 stemmen in de senaat. Bij het ter perse gaan was er nog niet uit en was er dus nog geen regering.


Orkaan Gustav eist 80 doden in de Cariben, 29 augustus 2008 (foto: AP/Ariane Cubillos)

De internationale gemeenschap

De voornaamste ambassades en de leiding van de Minustah, de blauwhelmen die nog altijd in Haïti aanwezig zijn, geven steeds meer blijk van ongeduld. Sinds 12 april zit Haïti zonder regering en daardoor diende een vergadering van de donororganisaties te worden uitgesteld. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties wil tegen het eind van het jaar 2,3 miljoen Haïtianen bereiken. De armste gezinnen krijgen een mand met voedsel voor een maand. Het Wereldvoedselprogramma wil ook voorzien in de behoeften van 200 000 schoolkinderen en zo vermijden dat de kinderen terechtkomen in straatbendes. Een andere organisatie van de Verenigde Naties kondigde projecten aan voor een bedrag van 131 miljoen dollar om de voedselcrisis te bestrijden. De organisatie van de Verenigde Naties voor voeding en landbouw, de FAO, beloofde om te helpen bij het opdrijven van de landbouwproductie.

Op 15 juli werd er in Madrid een internationale conferentie gehouden over Haïti. Vertegenwoordigers van 53 landen en internationale organisaties namen eraan deel. De deelnemers keurden het opstellen van een programma van noodhulp goed om de voedselzekerheid de plattelandsontwikkeling in Haïti te verbeteren. Naast de noodhulp, waaraan geen bedrag werd gekoppeld, verbonden de deelnemers van de conferentie zich ertoe om zeer vlug in Port-au-Prince een bijeenkomst op hoog niveau te houden. Maar dan zal er in Port-au-Prince wel een regering moeten zijn.

Vooruitzichten

Michèle Pierre-Louis en haar regeringsploeg zijn nog steeds niet geratificeerd door Kamer en Senaat. De institutionele blokkade duurt nu al verschillende maanden. Soms heeft men de indruk dat de parlementsleden meer bezig zijn met wie welke post in de nieuwe regering krijgt en welke voordelen daaraan verbonden zijn, dan met de belangen van het volk. Regelmatig zijn er corruptieschandalen waarbij parlementsleden betrokken zijn. Haïti heeft nood aan een krachtdadige regering. De ontslagnemende regering kan alleen de lopende zaken afhandelen. Nochtans zijn er heel wat problemen. De nationale politie en de Minustah-blauwhelmen slagen er niet in om een einde te maken aan de kidnappings. Unicef veroordeelde met name de ontvoeringen van kinderen. Sinds het begin van dit jaar werden een vijftigtal kinderen gekidnapt. De criminelen zijn daarbij vooral uit op losgeld. Soms arresteert de politie een aantal bandieten, maar velen blijven ongestraft verder doen. Een ander probleem zijn de stijgende olie- en voedselprijzen. Dit kan leiden tot sociale onrust. In juni maakte President Préval bekend dat de helft van de geïmporteerde en door de overheid gesubsidieerde rijst over de grens met de Dominicaanse Republiek gesmokkeld is. De Dominicaanse regering gaat de grenscontroles opvoeren en zal haar eigen rijst een kleur geven zodat die gemakkelijk te onderscheiden is van gesmokkelde rijst. Niet alleen gesubsidieerde rijst, maar ook gesubsidieerde meststoffen worden over de grens gesmokkeld en verkocht in de Dominicaanse Republiek.

Toch gebeuren er ook positieve dingen in Haïti. Meer dan 3,7 miljoen kinderen en jongeren onder de 20 jaar werden sinds het einde van 2007 gevaccineerd tegen rodehond en mazelen. Daarnaast werden meer dan 800 000 kinderen gevaccineerd tegen polio. In de steden Port-au-Prince en Cap-Haïtien werden meer dan 250 000 vrouwen gevaccineerd tegen tetanus. De vaccinatiecampagne is het resultaat van een samenwerking tussen Unicef en het ministerie van Gezondheidszorg. De Minustah zorgde voor de logistieke steun.

Bart Van Malderen
1 september 2008