Een vierkoppige delegatie uit Haïti op bezoek

Verslag van een geslaagde tournee

Het Europees Haïti Overleg (kortweg VHO, in het Frans: Coordination Europe-Haiti ofte CEH) heeft van 9 tot 19 september 2007 een delegatie van vier Haïtianen, allen leden van Haïtaanse partnerorganisaties, naar Europa uitgenodigd voor een “tournee”.

De vier gasten warn Carole Pierre Paul Jacob (Solidariteit onder Haïtiaanse vrouwen; Solidarité Femmes Haitiennes, afgekort: SOFA), Margareth Maturin (Platform voor Voedselzekerheid ; Plate-forme de Sécurité Alimentaire, afgekort PFHSA), William Thélusmond (Onderzoeks- en Actiecentrum voor Ontwikkeling ; Centre de Recherche et d’Action pour le Développement , afgekort CRAD) en Redna Merlus (Centrum voor Arbeidsvrouwen; Centre de Promotion des Femmes Ouvrières, afgekort CPFO). Zij vertegenwoordigen een vijftigtal organisaties en basisbewegingen in Haïti die allen deel uitmaken van de koepel Coördinatie Haïti-Europe, ofte CHE, zeg maar de Haïtiaanse equivalent van het VHO/CEH. Deze tournee volgt op een eerste tournee die het Europees Haïti Overleg in 2004 reeds organiseerde.

De vierkoppige delegatie begon har Europese rondreis met haar deelname aan de Algemene Vergadering van het EHO/CEH, waaraan verder, van Europese zijde, organisaties uit België, Frankrijk, Engeland en Nederland deelnamen. Tijdens deze vergadering hebben de aanwezige Europese en Haïtiaanse niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) het vooral gehad over het verloop van de tournee en het document dat de Haïtiaanse delegatie had voorbereid voor de contacten met de Europese instellingen. Dat document, “Een ander Haïti is mogelijk”, heeft vooral betrekking op de mensenrechten, de rechten van de vrouw, de voedselzekerheid, het onderwijs en de werkomstandigheden in de Haïtiaanse assemblagebedrijven.


Les op straat in Port-au-Prince (FVd)

Naar het Europees Parlement

Op 12 september hebben de vier leden van de Haïtiaanse delegatie vertegenwoordigers van de EU ontmoet tijdens een conferentie in het Europese Parlement. Onder de deelnemers onder meer Josep Borrell Fontes, gewezen voorzitter van het EP en huidig voorzitter van de Commissie Ontwikkeling, Raymond Lafontant jr., ambassadeur van Haïti in België en bij de EU, alsmede de chef van de delegatie van de Europese Unie (EU) in Haïti, Francesco Gosetti. Voorts andere leden van het EP, alsook organisaties van de civiele samenleving en ook een vertegenwoordiger van het Belgische persagentschap Infosud.

De vertegenwoordigers van de Europese Unie waren ingenomen met deze conferentie over Haïti (de derde reeds) in het Europese Parlement. Zij hadden oor naar de oproepen van de Haïtiaanse niet-gouvernementele organisaties en zij verklaarden zich eens te meer bereid bij te dragen aan de totstandkoming van een rechtsstaat in Haïti en aan een daadwerkelijke economische heropleving van het land. Mr. Borrell benadrukte dat er thans in Haïti een klimaat van veiligheid heerst en dat het land steun van de internationale gemeenschap geniet.

De vier leden van de Haïtiaanse delegatie gaven een overzicht van de toestand in hun land sinds de verkiezingen van 2006. Zij lichtten de eisen in hun basisdocument toe en maakten een balans van het door de Europese Unie gevoerde ontwikkelingsbeleid.

De delegatieleden verzochten de Europese Unie om met name een eind te maken aan het beleid van het humanitaire en noodhulp, omdat het niet tot aan duurzame ontwikkeling bijdraagt, maar integendeel de eisen van het volk ten gunste van een structurele ontwikkelingssamenwerking te steunen. Ook verzochten zij de EU aanzienlijke financiële steun te verlenen voor de landbouw. Inzake de economische partnerschapsakkoorden (kortweg: EPA’s) tussen de EU en de zogenaamde ACS-landen (landen in Afrika, de Cariben en de Stille Zuidzee; beter gekend in het Engels: ACP, ofte Countries in Africa, the Caribbean and the Pacific) verzochten zij de EU om een moratorium van enkele jaren om de betrokken landen tijd te geven om hun economie te versterken en, wat Haïti betreft, de integratie in de Caribische samenwerkingsorganisatie CARICOM te consolideren alvorens nieuwe openstelling voor de wereldmarkt te overwegen.


Taptap op de openbare weg (FVd)

Ter afsluiting van de conferentie in het EP verheugde de heer Wieland (Europese Volkspartij – PPE) zich over de reeds gedane inspanningen om de civiele samenleving in Haïti beter te structureren. Tijdens een gedachtewisseling op een ander tijdstip nam hij een open standpunt in wat betreft het organiseren van een nieuwe conferentie, maar dan met vertegenwoordigers van de Haïtiaanse en Europese instanties.

Op reis in ngo-land

In de dagen na de conferentie in het Europese Parlement hebben de Haïtiaanse delegatieleden vertegenwoordigers van de civiele samenleving in Brussel ontmoet, onder wie een vertegenwoordiger van Oxfam-Solidarité, om het samen te hebben over het werk van SOFA Haïti. Voorts waren er ontmoetingen met de niet-gouvernementele organisatie Eurodad om de schuldenproblematiek te bekijken, en met vertegenwoordigers van het Vlaams Haïti Overleg en de Haïtiaanse gemeenschap in Brussel om de sociaal-economische toestand in het algemeen en de huidige conjunctuur in het bijzonder door te spreken.

Op 13 september werd er in del lokalen van Broederlijk Delen een persconferentie gehouden. Bij die gelegenheid werd vooral de nadruk gelegd op de economische partnerschapsakkoorden (EPA’s) (meer daarover in de rubriek Actueel op blz. 20).

Wat de ontwikkelingshulp van de Europese Unie betreft, waren de delegatieleden van mening dat deze thans sterk is toegespitst op de wegeninfrastructuur, welke in hoofdzaak op de Dominicaanse Republiek is georiënteerd. De gevolgen daarvan zijn niet te onderschatten, want daardoor wordt het zogenaamde economische liberalisme geaccentueerd, terwijl de wegeninfrastructuur in eerste instantie het handelsverkeer binnen Haïti zelf ten goede zou moeten komen.


Invalsweg naar Port-au-Prince (LDP)

Redna Merlus ging in op de problematiek van de assemblagebedrijven, waartoe de regering zich meer en meer richt in het kader van maatregelen om de industriële activiteit in de zogenaamde vrijhandelszones aan te zwengelen. Volgens Merlus gaat het hier om vermomde slavernij: de assemblagebedrijven exploiteren goedkope arbeidskrachten, die in gevaarlijke omstandigheden moeten werken, op basis van mondelinge arbeidscontracten, en met weinig of geen verweermiddelen. Vakbonden hebben het er erg moeilijk, bijvoorbeeld.

Frankrijk, Duitsland…

Daarna werd het bezoek van de vier delegatieleden aan Europa buiten België voortgezet, met name in Frankrijk en Duitsland. Er waren onder meer contacten met vertegenwoordigers van de Duitse regering en van het Franse parlement, Franse Assemblée Nationale, alsmede met een aantal organisaties van de civiele samenleving en niet-gouvernementele organisaties.

Over het algemeen waren de reacties van ambtenaren en parlementsleden in de lidstaten van de Europese Unie positief.

De vertegenwoordiger van Haïti bij het Duitse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, Christian A. Grün, nog maar pas sinds zes weken bevoegd voor Haïti, betoonde zich zeer geïnteresseerd en nam een uitgesproken open houding aan. Hij toonde veel begrip voor de bekommernis van de Haïtaanse delegatieleden om de lokale landbouw en de voedselzekerheid, een thema dat hij zal aankaarten bij de Europese Unie, waar Duitsland ongeveer 20% van de totale steun aan Haïti voor zijn rekening neemt.


Houtskoolmarkt (FVd)

In Frankrijk werd meer nadruk gelegd op het onderwijs, een prioritaire sector van de bilaterale samenwerking. De delegatieleden hadden ontmoetingen met volksvertegenwoordigers en senatoren van de Parti Socialiste, met een volksvertegenwoordiger van de rechtse partij UMP en met ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens deze ontmoetingen gaven de volksvertegenwoordigers en senatoren blijk van een grondige dossierkennis;

Bepaalde senatoren beklemtoonden ook de noodzaak van een gedecentraliseerde samenwerking. Zij herinnerden er tevens aan dat deze samenwerking niet zomaar een aanbod van Franse gemeenten mag zijn, maar dat zij moet beantwoorden aan een vraag vanuit Haïti zelf, zoniet is de samenwerking tot mislukken gedoemd.

Een positieve balans

Over het algemeen is de tournee, wat betreft de contacten met de vertegenwoordigers van de Europese Unie en van niet-gouvernementele organisaties goed verlopen. De delegatieleden zijn de mening toegedaan dat er bij vertegenwoordigers van de Europese Unie nu meer begrip is voor de ter tafel gelegde dossiers.

Nu er deuren zijn opengegaan, moet de voortzetting van de dialoog goed worden georganiseerd en moet van de gelegenheid gebruik worden gemaakt om het te hebben over de dingen die er in Haïti echt toe doen, zulks op een ogenblik dat het land beschikt over structuren en er, onder andere inzake veiligheid, eindelijk een wat gunstiger klimaat heerst.


Kamion vervoert mensen en producten op weg naar Jacmel (LDP)

De aanwezigheid van persoonlijkheden als Europees volksvertegenwoordiger Josep Borrell en het hoofd van de EU-delegatie in Haïti, Francesco Gosetti, waren van groot belang om de uitwisseling tussen de vertegenwoordigde niet-gouvernementele organisaties en de Europese instellingen te versterken. Alleen zo kan een betere participatie aan het Europese ontwikkelingsbeleid tot stand worden gebracht.

De Haïtiaanse delegatie verklaarde zich na afloop tevreden over het feit dat ze deze tournee had gedaan. De ontmoetingen gaven hen de mogelijkheid om met belangrijke Europese spelers ideeën en beste praktijken uit te wisselen over belangrijke onderwerpen.

Op lange termijn…

Nu het Europees Haïti Overleg/Coordination Europe-Haiti reeds enkele jaren bestaat, verklaren de Haïtaanse partners dat ze de werkwijzen en doeleinden beter begrijpen. Met het oog op de toekomst moeten de doelstellingen van, enerzijds, het EHO/CEH, en, anderzijds, de Coordination Haiti/Europe (de Haïtiaanse tegenhanger dus) beter op elkaar worden afgestemd, en moet er een standpunt worden ingenomen ten aanzien van het beleid van de Europese regeringen, met name de Spaanse. Spanje heeft immers in 2005 de samenwerking met Haïti opengegooid en getuigt van de wil om in de komende jaren veel in Haïti te investeren.

Voor de lange termijn suggereert de vierkoppige Haïtiaanse delegatie om de doelstellingen van de in Haïti werkzame Europese niet-gouvernementele organisaties na te streven en langs die weg tot een brede overeenstemming over de sociaal-economische ontwikkeling van Haïti te komen.

Alessandra Spalletta
Vertaling/bewerking: René Smeets
Foto’s: Frans Vandueren, Liesbet De Pooter
1 december 2007

Meer artikels uit deze Lambi