Een woelige politieke situatie

Wat vele waarnemers hadden gevreesd, is gebeurd. De discussie over de verkiezingsuitslag leidde het land opnieuw naar een politieke impasse.

De opkomst op 21 mei bij de eerste ronde van de parlements- en gemeenteraadsverkiezingen was behoorlijk. De V.S., Canada en tal van andere landen feliciteerden de regering en het Haïtiaanse volk voor het goede verloop van de stembusgang, maar intussen is de houding van de internationale gemeenschap zeer afwijzend geworden.

OFL (Organisation Fanmi Lavalas), de partij van ex-president Aristide, werd enkele dagen na de verkiezingen tot grote overwinnaar uitgeroepen. Maar het hoofd van de verkiezingswaarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) liet aan Léon Manus, voorzitter van de Voorlopige Kiesraad (Conseil Electoral Provisoire, CEP) weten dat de stempercentages niet correct waren berekend. Om de absolute meerderheid te behalen en dus bij de eerste ronde verkozen te zijn, moet een kandidaat de helft van alle stemmen plus één behalen. De CEP heeft enkel de stemmen van de vier best geplaatste kandidaten genomen, en wie daarvan de helft plus één achter zijn naam had, verkozen verklaard. Dit betekent dat tal van stemmen door de CEP gewoon terzijde werden gelegd.

De Verenigde Staten sturen 500 criminelen terug

In juni stuurden de Amerikaanse autoriteiten een eerste groep van 60 Haïtianen terug die in de V.S. gevangen zaten voor drugshandel, gewapende overvallen, moord en diefstal. De Amerikaanse regering denkt eraan om in totaal 500 Haïtiaanse zulke gevangenen te deporteren. De afgelopen 10 jaar werden in totaal 3.000 Haïtiaanse criminelen vanuit de V.S en Canada naar Haïti gedeporteerd. In Haïti was er veel protest tegen deze maatregel. Vermoed wordt dat veel misdaden die gedurende de laatste jaren in het hele land werden gepleegd het werk zijn van uit de V.S. en Canada gedeporteerde gevangenen.

De CEP wees de kritiek van de OAS van de hand. Een woordvoerder zei dat de CEP een onafhankelijke instelling is die geen richtlijnen ontvangt van welke organisatie ook. Hij voegde eraan toe dat dezelfde berekeningswijze was gebruikt bij vorige (ook door de OAS waargenomen) verkiezingen. Als de stemmenpercentages correct zouden worden berekend, zouden slechts 5 OFL-kandidaten in de eerste ronde verkozen zijn.

Verschillende landen, waaronder de V.S., sloten zich aan bij de OAS-kritiek. Ze eisten dat met alle geldige stemmen rekening zou worden gehouden. De winnende partij OFL ging hiermee niet akkoord. OFL-woordvoerder Yvon Neptune verklaarde dat de echte vrienden van het Haïtiaanse volk en de democratie willen dat de keuze van het Haïtiaanse volk gerespecteerd wordt.

Verkiezingen in Grand Anse

De CEP ging, alsof er niets was gebeurd, verder met het afwerken van de electorale agenda. Op 11 juni werden in het departement Grand Anse verkiezingen gehouden. Door de te grote spanningen had de eerste verkiezingsronde daar niet op 21 mei kunnen plaatsvinden. Over het algemeen kon de bevolking in een rustig klimaat stemmen. Er daagde ongeveer 50% van de stemgerechtigden op ondanks het feit dat verschillende oppositiepartijen niet deelnamen aan deze verkiezingen, die ze van tevoren afwezen als vervalst.

Gerommel in de CEP

CEP-voorzitter Léon Manus vluchtte op 16 juni naar de V.S. omdat hij vreesde voor zijn leven. Volgens verschillende bronnen zouden belangrijke leden van de Haïtiaanse regering van hem geëist hebben dat hij de verkiezingsuitslag zou ondertekenen. Omdat hij weigerde, zou hij bedreigd zijn. Andere bronnen zegden dat Léon Manus onder druk gezet werd om de definitieve verkiezingsuitslag niét te ondertekenen.

Enkele dagen voordien hadden twee leden van de CEP hun ontslag aangeboden. De zes resterende CEP-leden publiceerden in een zeer gespannen atmosfeer de definitieve resultaten van de eerste verkiezingsronde. Alleen de resultaten van Grand Anse ontbraken nog. De definitieve uitslag bevestigde de voorlopige resultaten. OFL behaalde 16 van de 17 senaatszetels. President René Préval reageerde niet op de zware beschuldigingen die tegenover hem werden geuit door Léon Manus en verving hem en de twee andere leden van de CEP die ontslag hadden genomen door drie nieuwe.

De tweede ronde

Op 9 juli organiseerde de CEP de tweede verkiezingsronde in 8 departementen. In Grand Anse werd de tweede ronde verschoven naar een latere datum. Het ging om 46 zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en om een dertigtal gemeentebesturen. Zeer weinig kiezers kwamen opdagen voor deze tweede ronde, volgens de CEP omdat het Haïtiaanse volk niet gewend was aan een tweede verkiezingsronde. De oppositiepartijen, die tot een boycot hadden opgeroepen, waren van mening dat het volk naar hen geluisterd had.

De OAS-waarnemers weigerden toe te zien op het verloop van de tweede stemronde, die met verschillende incidenten gepaard ging. In Gonaïves werden brandende barricades opgericht, en in de Artibonite-vallei kiesmateriaal in brand werd gestoken. Elders werden leden van een kiesbureau aangevallen en geslagen door gewapende individuen. Leden van OFL werden gewond en volgens Yvon Neptune zouden twee Leden van OFL in Ile à Vaches vermoord zijn.

In Grande Anse werd de tweede ronde van de verkiezingen gehouden op 30 juli. Omwille van fraude tijdens de eerste ronde hadden bijna alle partijen zich teruggetrokken uit de verkiezingsrace. Er kwamen zeer weinig kiezers opdagen.

Giftig afval terug naar de Verenigde Staten

In 1987 stortte een Amerikaans schip 4000 ton giftig afval in zee dicht bij de kust van Gonaïves. In april van dit jaar werd het afval eindelijk teruggebracht naar de V.S. De hele operatie kostte de Haïtiaanse regering meer dan 500.000 gourdes. Volgens analyses van internationale organisaties bevatte het afval o.a. zware metalen en andere gevaarlijke materialen. Er wordt overwogen eventueel door het afval aangetaste personen te laten onderzoeken.

De internationale gemeenschap

In een op 9 augustus gepubliceerd rapport betreurt VN-secretaris-generaal Kofi Annan dat de verkiezingen van 21 mei plaatsvonden in een klimaat van geweld en intimidatie. Hij is van mening dat de Haïtiaanse autoriteiten lachen met de opinie van de internationale gemeenschap omdat ze de gemaakte berekeningsfouten niet willen erkennen. Hij voegt er aan toe dat het Haïtiaanse parlement dat in dergelijke omstandigheden geïnstalleerd zou worden wellicht weinig internationale erkenning zal krijgen. De V.S., Canada, Frankrijk en de Europese Unie sloten zich bij deze visie aan en legden gelijkaardige verklaringen af.

Voor Haïti staat veel op het spel. Zal het nieuwe parlement erkend worden door de internationale gemeenschap? Komt de multilaterale en bilaterale hulp aan Haïti in gevaar? Het antwoord op die vragen kwam er al kort nadat op 28 augustus het nieuw verkozen Haïtiaanse parlement werd geïnstalleerd. De V.S. trokken meteen de legitimiteit daarvan in twijfel. De Amerikaanse ambassade in Haïti maakte bekend dat ondanks herhaalde oproepen van burgers, politieke partijen, internationale organisaties en buitenlandse regeringen, waaronder die van de V.S., de Haïtiaanse autoriteiten weigeren de gepleegde onregelmatigheden onder ogen te zien.

De houding van de Haïtiaanse autoriteiten zal leiden tot een isolement van Haïti ten opzichte van de andere democratieën in de hemisfeer en de internationale hulp aan Haïti in gevaar brengen. De V.S. oefenen samen met de OAS druk uit op Haïti om de verkiezingsimpasse op te lossen. Als dat niet gebeurt, zal de Amerikaanse regering niet samenwerken met het Haïtiaans parlement. De Europese Commissie waarschuwde de Haïtiaanse autoriteiten dat ze volgens de Overeenkomst van Lomé het recht heeft om sancties op te leggen aan een regering die de rechten van de mens of de democratische beginselen schendt.

Bart Van Malderen
1 september 2000

Meer artikels uit deze rubriek