Er komen verkiezingen


Foto: Sophia Ponis

Het enige lichtpunt in de moeilijke overgangsperiode na het vertrek van ex-president Aristide is dat er op het einde van het jaar verkiezingen zullen worden gehouden. Het geweld blijft voortduren, al tracht de MINUSTAH, de missie van de blauwhelmen van de VN, er wel iets aan te doen.

De Voorlopige Kiesraad besliste op 9 oktober 2005 gemeenteraadsverkiezingen te houden. Op 13 november zou dan de eerste ronde van de parlements- en presidentsverkiezingen plaatsvinden, de tweede op 13 december. Op 6 januari had Richard Duchemin de eed afgelegd als negende lid van de Voorlopige Kiesraad. Hij vervangt Roselor Julien, de vertegenwoordigster van de katholieke kerk en voormalig presidente van de Voorlopige Kiesraad, die in november ontslag nam. Canada beloofde 13 miljoen dollar hulp aan Haïti om de verkiezingen te organiseren. Het hoofd van de MINUSTAH denkt dat het Haïtiaanse verkiezingsproces voorbeeldig zal verlopen aangezien de volledige internationale gemeenschap zich gaat inzetten voor een geslaagde stembusgang.

Op de politieke scène verscheen ook een nieuwe partij: KOMBA, Kombit Pou Bati Ayiti (samenwerking om Haïti op te bouwen). Secretaris is Evans Lescouflair. Een andere verantwoordelijke is Chavannes Jean-Baptiste, verantwoordelijke van de boerenbeweging van Papaye. De nieuwe partij gaat de belangen verdedigen van de jeugd, de vrouwen en de boeren.

De ex-militairen

Oud militairen organiseerden op 18 november parades in verscheidene steden. In Port-au-Prince kregen de voormalige leden van het leger niet de toestemming om gewapend te paraderen. De MINUSTAH liet hen marcheren, maar hield hen nauwlettend in het oog. Een honderdtal ex-militairen trachtten het oude hoofdkwartier van het leger, dichtbij het Nationaal Paleis, te bezetten. Na onderhandelingen met de MINUSTAH stapten ze echter op. De chef van de oud militairen, Ravix Rémissainthe, veroordeelde de houding van de regering, die hen niet gewapend liet defileren. In Cap-Haïtien defileerden een twintigtal gedemobiliseerde militairen zonder wapens. In Jacmel paradeerden ze gewapend.

En ex-president Aristide ?

Ex-president Jean-Bertrand Aristide verklaarde dat Haïti in dezelfde situatie verkeert als Zuid-Afrika onder de apartheid. “In mijn land willen de mensen gaan stemmen en een kleine minderheid weigert hen dat recht”, zei hij, en hij voegde eraan toe dat een ‘immense meerderheid’ van de bevolking zijn terugkeer wenst. Vanuit Haïti nodigde president Alexandre Aristide in Zuid-Afrika uit zijn aanhangers op te roepen het geweld te doen ophouden. In de volkswijken van Port-au-Prince zijn er nogal wat aanhangers van Aristide die geweld zaaien. De bewoners klagen over de misdaden van de chimères, aanhangers van ex-president Aristide. Justitieminister Bernard Gousse wil Aristide vervolgen voor schendingen van de mensenrechten en verspilling van overheidsgelden. Er zouden bewijzen zijn van twijfelachtige transacties waarbij een bedrag genoemd werd van 100 000 dollar.

In december bezetten een groep oud militairen de residentie van ex-president Aristide in Tabarre. Ze wilden het gebouw omvormen tot hoofdkwartier van het leger. De politie en de MINUSTAH omsingelden hen. Voormalig commandant Rémissainthe, die de opstandelingen leidde, kon ontkomen. De andere oud-militairen dienden hun wapens achter te laten en werden opgepakt. Ze werden weggebracht in verschillende voertuigen. De hele operatie verliep zonder bloedvergieten.

Rémissainthe riep de oud militairen op om een guerrillaoorlog te voeren. Minister van justitie Bernard Gousse liet ex-korporaal Rémissainthe opsporen voor aanvallen gericht tegen openbare en privé-gebouwen. Rémissainthe werd uit het leger gezet in 1993 voor drugshandel en maakte dus geen deel meer uit van het Haïtiaanse leger toen dit werd ontbonden.

Overigens werd een nieuwe commissie benoemd, bestaande uit drie ex-kolonels, die het dossier van de pensionering van de oud-militairen moet behandelen. Premier Gérard Latortue kritiseerde sterk de oude commissie die de actie van de regering saboteerde en de oud-militairen deed revolteren. Volgens voorlopig president Boniface Alexandre zullen de gedemobiliseerde militairen hun schadeloosstelling beginnen te ontvangen vóór januari 2005.

De MINUSTAH

De MINUSTAH bestaat eigenlijk uit drie afdelingen: de blauwhelmen of militairen, de politiemannen van de CIVPOL en een afdeling burgers die geen taak hebben in verband met ordehandhaving. De eerste taak van de CIVPOL is een veilige omgeving tot stand te brengen en de ontwikkeling, vorming en professionalisering van de Haïtiaanse politie te bevorderen.

De blauwhelmen staan onder sterke druk van de internationale gemeenschap om geweld te gebruiken. De V.S., Frankrijk en Canada zijn landen die druk uitoefenen voor het gebruik van geweld tegen gewapende groepen. De Braziliaanse generaal Heleno Ribeiro die de blauwhelmen leidt, verklaarde dat hij onder druk staat om geweld te gebruiken, maar dat hij een vredesmacht leidt en geen bezettingsmacht. Hij zei: “Wij zijn er niet om geweld uit te oefenen.” De Braziliaanse minister van buitenlandse zaken vulde aan: “Daarvoor is een macht van 100.000 man nodig, die bereid is om verschillende personen te vervolgen en te doden. Dit is niet onze taak en het is niet wat wij willen.”


Foto: Daniel Morel, www.un.org

Eind december bestond de MINUSTAH uit meer dan 6000 soldaten en bijna 2000 politieagenten. Hun mandaat werd door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties verlengd tot juni 2005 met de intentie om het te vernieuwen voor nieuwe periodes.

De soldaten van de MINUSTAH zijn vooral aanwezig in Port-au-Prince, met 1200 Braziliaanse soldaten in het centrum van de stad. Soldaten van Sri Lanka zijn opgesteld aan Carrefour, terwijl 150 Jordaanse politieagenten circuleren in de stad. Op dinsdag 14 december lanceerden de MINUSTAH en de politie een belangrijke operatie om de controle terug te krijgen over Cité Soleil, waar gewapende bendes al verscheidene maanden terreur zaaien. Na de interventie was er merkelijk minder spanning in Cité-Soleil. De soldaten van de MINUSTAH ruimden ook tonnen afval op in Bel Air, een wijk gekend als pro-Lavalas.

Tijdens een persconferentie begin januari verklaarde de MINUSTAH-woordvoerder dat de missie dicht bij haar doel was gekomen: de veiligheid herstellen en de organisatie van verkiezingen in 2005 mogelijk maken. Maar hij verklaarde ook dat Haïti nog ver verwijderd is van de stabiele situatie die nodig is voor zijn ontwikkeling. Daarvoor moeten er maatregelen genomen worden op verschillende gebieden, zoals het schappen van banen. En hiervoor is internationale hulp nodig. Van de hulp die vorig jaar aan Haïti werd toegezegd, werd slechts 10% effectief gegeven.

De politie

Er is in Port-au-Prince nog veel geweld. Bijna elke dag zaaien gewapende individuen paniek in verschillende wijken van de stad. De politie slaagt er niet in rust te brengen. Het optreden van de politie wordt vaak bekritiseerd. Bewoners zeggen: “Als de militairen van de MINUSTAH komen, praten ze met ons, maar de politieagenten zijn brutaal.” De Nationale Coalitie voor de Rechten van de Haïtianen (NCHR) maakte bekend dat ze verschillende klachten van bewoners van volksbuurten had ontvangen. De speciale brigades van de politie traden brutaal op in bepaalde wijken. De agenten zouden personen hebben mishandeld. Regelmatig duiken ook berichten op over agenten die betrokken zouden zijn bij corruptie. Sommige agenten werden verdacht van betrokkenheid bij gevallen van ontvoering waarbij losgeld gevraagd werd. Eind januari werden 13 politieagenten ontslagen vanwege corruptie. De agenten worden ook beschuldigd van willekeurige executies.

Muiterij in de nationale gevangenis

Begin december was er een opstand in de nationale gevangenis van Port-au-Prince. Het doel van de opstand was volgens de politie de ontsnapping van gevangenen die lid waren van Lavalas. Tijdens de onderdrukking van de rellen door de politie vielen er volgens de NCHR 7 doden onder de gevangenen; 17 gevangenen werden gewond door kogels, van wie er nog eens 3 stierven, en 29 gevangenen werden brutaal geslagen en mishandeld. Op het moment van de muiterij waren er 1070 gevangenen aanwezig, van wie er slechts 22 veroordeeld waren. Dat wil zeggen dat 1048 gevangenen in voorlopige hechtenis zaten. Dat laatste duidt op de slechte werking van het Haïtiaanse gerecht.

Bart van Malderen
1 maart 2005

Meer artikels uit deze rubriek