Fay, Gustav, Hanna, Ike…


Foto: AFP

De voorbije maanden raasden maar liefst vier orkanen over Haïti. Midden augustus was er de orkaan Fay, twee weken later Gustav, begin september Hanna en een week later Ike. Honderden mensen verloren het leven. De materiële schade is enorm. De landbouwsector werd zwaar getroffen.

De orkaan Fay leidde tot de dood van zeven mensen, drie mensen werden vermist. Bij de doortocht van Gustav kwamen 77 mensen om en werden 9 mensen als vermist opgegeven. Vooral het departement Zuid-Oost werd zwaar getroffen. Hier viel ongeveer de helft van de slachtoffers. Meer dan 10000 gezinnen werden dakloos en de orkaan veroorzaakte aanzienlijke materiële schade. Twee dagen na de doortocht van Gustav traden door hevige stortbuien alle rivieren buiten hun oevers in de departementen Zuid, Nippes en Grande Anse.

Ook de orkaan Hanna was rampzalig voor Haïti. Het regende hard en lang. Verschillende steden en dorpen liepen gedeeltelijk of geheel onder water. Met name in de stad Gonaïves stond het water op sommige plaatsen bijna drie meter hoog. In september 2004 werd Gonaïves al eens verwoest door de orkaan Jeanne. Sommige families lieten alles achter toen het hevig begon te regenen. Een politieagent verklaarde dat in de ondergelopen straten een tiental lijken ronddreef. Gonaïves werd zo goed als onbereikbaar langs de weg.

De vierde orkaan, Ike, passeerde langs de noordkust van Haïti. Ook zij ging gepaard met hevige stortregens. Meer dan 60 mensen kwamen om, waarvan ongeveer 50 in het stadje Cabaret, dat ten noorden van Port-au-Prince ligt. De laatste brug die Gonaïves nog met de rest van Haïti verbond, werd vernield.


Gonaïves (foto: Reuters)

In de stad Gonaïves waren na de doortocht van Hanna 70 000 mensen dakloos. Na vier dagen hevige regen te hebben doorstaan, dwaalden duizenden mensen rond in de stad die nog half onder water stond, op zoek naar onderdak, voedsel en drinkwater. Velen verloren alles, terwijl de prijzen voor voedsel de hoogte ingingen. Duizenden mensen ontvluchtten de stad, zeker nadat ze gehoord hadden dat nog andere orkanen zouden volgen. Maar omdat ze niet wisten waar naartoe te gaan, keerden sommigen terug. Van de 350 000 inwoners van de stad Gonaïves hadden er 250000 nood aan humanitaire hulp.

Ook de andere departementen van Haïti werden getroffen door Hanna. Overal waren er hevige stormwinden, overstromingen, instortingen van huizen en grondverzakkingen. Veel ondergelopen steden en dorpen bleven van de buitenwereld afgesloten. Over het aantal dodelijke slachtoffers liepen de meningen uiteen. Begin oktober was de balans van de vier orkanen 793 doden, waarvan 466 in Gonaïves.

Door de gevolgen van de orkanen werd de start van het nieuwe schooljaar, dat op 8 september zou beginnen, uitgesteld tot 6 oktober. Veel schoolgebouwen werden immers vernield en waar de gebouwen overeind bleven, dienden ze vaak als opvangplaats voor de daklozen.

Internationale hulp

Haïti vroeg dan ook om hulp aan de Verenigde Naties. De VN deed een oproep tot de internationale gemeenschap. Daarop besliste de Europese Unie om twee miljoen euro vrij te maken. Canada kondigde aan 600 000 dollar over te maken, waarvan 400 000 voor medische hulp. De Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Spanje kondigden aan dat ze humanitaire hulp zouden sturen. De Dominicaanse Republiek stuurde voedsel en sanitair materiaal voor een waarde van 300 000 dollar.

De hulp aan Gonaïves werd bemoeilijkt omdat de wegen onder water stonden. Helikopters pikten mensen op die gevlucht waren voor het water door op de daken te klimmen. Enkele dagen na de doortocht van Hanna kwam een eerste lading van 33 ton levensmiddelen aan in een haven dicht bij Gonaïves. Het Wereldvoedselprogramma had hiervoor een schip gehuurd. Het werd bewaakt door blauwhelmen. Men begon met het uitdelen van drinkwater en beschuiten rijk aan proteïne. De vrachtwagens met voedsel hadden wel veel last om zich te verplaatsen.

Het mandaat van de Minustah verlengd

Op 14 oktober 2008 verlengde de Veiligheidsraad van de VN het mandaat van de Minustah met een jaar tot 15 oktober 2009. De Veiligheidsraad oordeelde dat de situatie in Haïti een bedreiging vormt voor de vrede en de internationale veiligheid. De Minustah bestaat uit een leger van 7060 soldaten en een politiemacht van 2091 manschappen. Het mandaat van de Minustah houdt nog altijd niet in dat ze ontwikkelingstaken op zich neemt zoals het meehelpen aan het aanleggen van wegen en het graven van irrigatiekanalen. De bisschop van Jacmel riep de Minustah op om te vertrekken.

Op 9 en 10 september kwam er massaal hulp uit het buitenland. In de haven van Gonaïves kwam 400 ton hulp aan, waarvan 150 ton voedsel. Het Wereldvoedselprogramma transporteerde en verdeelde de hulp. Dit ging niet gemakkelijk. Hongerige mensen werden gewelddadig en overal waren er plunderaars. De voedseltransporten dienden begeleid te worden door de politie en de VN-blauwhelmen. Om de zwakkeren te bereiken, werd er ’s nachts voedsel uitgedeeld. Overdag was het immers voor vrouwen, kinderen en bejaarden bijna onmogelijk om wat water en voedsel te bemachtigen.

Op 10 september lanceerden de Verenigde Naties een oproep bij de donoren om 108 miljoen dollar bijeen te brengen zodat de slachtoffers van de orkanen de eerstvolgende zes maanden geholpen kunnen worden. Dit is nodig, want de verliezen in de landbouwsector als gevolg van de orkanen lopen op tot 180 miljoen dollar. Ongeveer 63 000 hectaren landbouwgrond liepen onder water, waaronder 10 000 hectaren rijst in de Artibonite. Men schat dat 90 000 stuks vee verdronken.

Op 17 december had de VN nog maar 2% van de 108 miljoen dollar ontvangen. Veel landen hielpen Haïti wel, maar ze deden dat liever in eigen naam dan door geld te storten in het speciale hulpfonds van de VN.

De Haïtiaanse autoriteiten

Eind september verklaarde president René Préval voor de Algemene Vergadering van de VN dat de schade veroorzaakt door de vier orkanen die Haïti in minder dan een maand troffen, het land verschillende jaren achteruit doet gaan. Hij zei bang te zijn voor het moment waarop de solidariteit, na de eerste golf van humanitair medelijden, Haïti – zoals altijd – alleen het hoofd laat bieden aan nieuwe catastrofes. Préval verklaarde dat men in het kader van de internationale samenwerking moet breken met het paradigma van de liefdadigheid. Hij toonde zich sceptisch tegenover voedselhulp en de traditionele manier waarop die gegeven wordt. Hij zei: “Wij zijn harde werkers en hebben een sterk ontwikkeld gevoel voor handel en het opzetten van ondernemingen. Als de internationale gemeenschap iets nuttig voor ons wil doen, dan is het door de Haïtianen te helpen om dit potentieel aan te boren.” Volgens de president moeten er reële mogelijkheden geschapen en onderhouden worden om te kunnen produceren en om onder eerlijke voorwaarden handel te drijven. “De dag waarop ontwikkelingshulp volgens deze criteria gegeven wordt, zal een keerpunt zijn in de strijd tegen armoede en honger”, voegde Préval eraan toe.

Op 11 september kondigde premier Michèle Pierre-Louis de noodtoestand af voor een periode van twee weken. Dit liet de regering toe zonder beperkingen geld uit te geven om de grootste noden te lenigen. Er werd 197 miljoen dollar vrijgemaakt om de schade te herstellen en de dakloze families te helpen. De regering besloot dat aan elke gemeente 5 miljoen gourde gegeven zal worden om de ergste noden te lenigen. Dit laatste leidde tot de vraag: “Wie zal de 5 miljoen gourde die elke gemeente krijgt beheren?” Sommigen verklaarden dat als parlementsleden dit geld moeten beheren er ongetwijfeld geld zal verduisterd worden. Haïti is immers een van de vier landen ter wereld met de hoogste graad van corruptie. Er bleek eind september dat een deel van de hulp aan de daklozen verduisterd was. In een commercieel depot werden 80 zakken rijst gevonden die in het kader van het Wereldvoedselprogramma gegeven waren door de regering van Taiwan.


Port-au-Prince (foto: Reuters)

Medische hulp

Artsen van de Wereld, een organisatie die vooral actief is in de streek van Jérémie en Grand Goâve, deelde medicijnen uit aan plaatselijke gezondheidsorganisaties. Ze stuurden ook een medische en logistieke ploeg naar het noorden om te zien welke daar de noden waren.
Een eerste groep van Artsen Zonder Grenzen bereikte enkele dagen na de doortocht van Hanna de stad Gonaïves. Ze openden een medisch centrum in de wijk Raboteau. Artsen Zonder Grenzen wees op het gebrek aan drinkwater dat te wijten was aan de besmetting van bronnen en leidingen. De organisatie maakte zich ook ongerust over het gebrek aan medisch personeel. Ze slaagde er niet direct in om alle wijken van de stad te bereiken. Een arts van AZG ging naar de stad Saint-Michel de l’Attalaye waar 400 mensen vijf dagen vastzaten zonder water en voedsel.

In oktober veroordeelde Artsen Zonder Grenzen de inefficiëntie van de hulpverlening in de stad Gonaïves. AZG stelde vast dat vijf weken na de doortocht van de orkanen de inwoners nog altijd verstoken blijven van de meest elementaire hulp. Ongeveer 10.000 mensen dienden te slapen op golfplaten, in tenten of fragiele constructies van stukken hout en lakens. “Veel families leven dicht opeengepakt, wat leidt tot promiscuïteit, een verhoogd risico op ziektes en huiselijk geweld,” verklaarde AZG. De organisatie zei dat de hulpverlening chaotisch verliep. Ze stelde vast dat het aantal ondervoede kinderen dat naar het ziekenhuis gebracht werd, toenam. “De internationale voedselhulp die de bevolking ontvangt, is onvoldoende in kwantiteit, onaangepast aan de noden van jonge kinderen en ze wordt verdeeld op een manier die alleenstaande vrouwen met kinderen uitsluit,” aldus AZG.

De politieke situatie

Op 25 augustus werd bij presidentieel arrest een nieuwe regering samengesteld. De meerderheid van de ministers maakte al deel uit van de vorige regering. Tot nu toe trad de nieuwe regering pas aan nadat kamer en senaat hadden ingestemd met de regeringsverklaring van de nieuwe premier. Deze keer stelde Préval de regering aan door een arrest dat mede ondertekend was door Michèle Pierre-Louis. Verschillende politici waren van mening dat dit niet conform de grondwet is.

Na een vergadering die bijna negen uur duurde, keurde de kamer op 29 augustus de regeringsverklaring van Michèle Pierre-Louis goed. Na een ontmoeting met senatoren die het grondwettelijke karakter van het presidentiële arrest betwistten, kwam René Préval op zijn beslissing terug om het nieuwe kabinet te installeren zonder te wachten op de vertrouwensstemming in de senaat. Op 5 september gaf ook de senaat Michèle Pierre-Louis en haar regering groen licht. Hiervoor waren twee stemrondes nodig. Bij de eerste stemming kreeg Michèle Pierre-Louis 15 stemmen, één stem te weinig. Na een onderbreking voor consultaties vond een tweede stemming plaats, waarbij zij 16 van de18 stemmen kreeg.

De huidige senaat bestaat inderdaad maar uit 18 senatoren. Er dienden reeds lang verkiezingen gehouden worden om het aantal senatoren terug op 30 te brengen. Volgens de Voorlopige Kiesraad zal de eerste ronde van de gedeeltelijke senaatsverkiezingen gehouden worden op 19 april 2009. De tweede ronde zal gehouden worden op 7 juni 2009.

Bart Van Malderen
1 december 2008