FINADO: een straaltje hoop

Financiële adoptie

Marina Van Huffel en Guido Callaerts zijn de dynamische krachten achter FINADO, een vereniging zonder winstoogmerk die zich bezighoudt met financiële adopties van kinderen uit Haïti. Daarnaast steunen ze ook kleine initiatieven, vooral schoolprojecten. Ze zijn gedreven door een sterk engagement en een warm hart voor de Derde Wereld. We zochten hen op in Bornem, waar ze met hun drie eigen kinderen en drie adoptiekinderen wonen.

Hoelang zijn jullie al bezig met Haïti?

Guido: ‘In ’94 is onze Jean-Gardy naar Belqië gekomen. Onze jongste adoptiezoon is een Haïtiaan, en zo zijn we met dat land in contact gekomen. In ’96 zijn we gestart. Eind ’98 werden we een vzw met de bedoeling te worden erkend en fiscale attesten te kunnen uitreiken. Dat is ons gelukt; voorlopig hebben we een erkenning tot 2004. We wilden eigenlijk een alternatief bieden voor echte adoptie. Er zijn veel adoptiekinderen, en de vraag rees: wat te doen voor kinderen die niet voor adoptie in aanmerking komen en beter in hun familie zouden blijven? Foyer de la Nouvelle Vie, een Haïtiaanse organisatie, vroeq hulp om zulke kinderen de kans te geven in eigen familie op te groeien.

Marina: FINADO werkt ook nog met andere landen, namelijk Ethiopië en Vietnam. Het merendeel van de financiële adopties gaat echter om kinderen en families uit Haïti omdat we daar reeds het langst werken. Momenteel gaat het om 160 financiële adopties in Haïti. Voor elk kind wordt maandelijks door een sponsor 22 euro gestort.

Welke mensen komen voor financiële adoptie in aanmerking?

Guido: De kinderen komen uit gezinnen in de breedste zin van het woord. In veel qevallen zijn het alleenstaande moeders met een aantal kinderen waarvan de vader ondertussen overleden ofwel verdwenen is. Ze leven dikwijls in een erbarmelijke toestand. Moeders die geen onderdak hebben en die ‘s avonds met drie, vier kinderen ergens onder een fruitstalletje slapen, waar ze overdag een kraam hebben. Het gaat ook om weeskinderen die opgenomen worden bij ooms, tantes, grootouders… Daarnaast zijn er ook grote gezinnen die nog samen zijn en die hulp zoeken omdat ze hun zes, zeven kinderen niet naar school kunnen laten gaan of niet kunnen verzorgen omdat ze geen deftige woonst hebben en geen eten.

Jullie steunen ook kleine projecten?

Guido: Om wat aan te vullen. Je gaat in een streek financiële adopties organiseren, maar je kan niet iedereen helpen. Als je een schooltje helpt, dan krijgen alle kinderen daar iets, want dan wordt ervoor gezorgd dat de kinderen een paar keer per week een maaltijd krijgen. Er wordt daar schoolgerief verzameld en iedereen krijgt wel eens iets mee.

We hebben onze sponsors die maandelijks storten voor de financiële adopties. Maar om zo’n schoolproject te steunen, doen we acties in scholen en verenigingen, en organiseren we feesten. Met de opbrengst van een kerstevocatie van de parochie hier in Hingene hebben we een golfplaten dak op een school gelegd. Heel concreet, kleinschalig. Wij beloven nooit iets. Mensen vragen iets en we zeggen: we zullen zien wat we kunnen doen, en dan zoeken wij hier een school of een vastenactie en proberen we aan die vraag tegemoet te komen. We sponsoren een twaalftal schooltjes. We krijgen geregeld schoolgerief, maar we krijgen het moeilijk in Haïti. We kijken uit naar een organisatie die eens een paar kubieke meter schoolmateriaal voor ons kan meenemen.

Als ik nu geïnteresseerd ben om een kindje financieel te adopteren, hoe gaat dat in zijn werk?

Guido: Je neemt contact op met FINADO en dan krijg je een aanmeldingsfiche. We proberen dan aan je wensen te voldoen, al naargelang je een jongen of een meisje wil sponsoren, en in welk land. Meestal zijn de mensen daar heel soepel in. De meeste mensen kiezen voor Haïti omdat ze weten dat wij daar dikwijls zijn. Marina, die huismoeder is en als vrijwilligster alle dossiers van FINADO opvolgt en alle briefwisseling verzorgt, gaat een keer of vijf per jaar, ikzelf soms ook tijdens mijn vakantie. Wij combineren onze reizen met een escorte-opdracht voor de adoptiedienst Ray of Hope.

Marina: Ik probeer 1 of 2 keer per jaar zelf bij de 160 kinderen te komen. Naar Verrettes, daar ga ik bijna elke keer naar toe, omdat daar een groot deel van de kinderen en families woont die wij steunen. Naar Petit Goáve ga ik ook geregeld. Eén keer per jaar ga ik naar Les Cayes en één keer naar het Noorden. Dat brengt toch vertrouwen voor de families die hier sponsoren. Je komt dan aan en je ziet dan dat het kind een t-shirt aan heeft dat een vorige keer was meegegeven. In Verrettes, daar komen de mensen samen. Voor ik vertrek wordt er per email doorgegeven welke families ik graag wil ontmoeten. Er gaat dan iemand naar Verrettes, en daar gaan de verantwoordelijken de families verwittigen. Ik ontmoet dan soms 30 families ineens. In Coraille is de afspraak dat de families bijeenkomen in het schooltje dat gesteund wordt. Ik ga ook wel een keer naar hun hut, maar je moet oppassen voor jaloezie. Dikwijls kom ik in het schooltje aan en ligt er al een pak tekeningen klaar dat ik kan meebrengen om hier op te sturen.

Waar haal je de kinderen die jullie sponsoren?

Guido: Die worden voorgesteld door de Foyer de la Nouvelle Vie, maar ze weten ondertussen dat wij heel graag zelf eens ter plaatse gaan kijken. Dat is dan eens goeiedag gaan zeggen, even rondkijken, even babbelen. Daarmee heb je zelf kunnen vaststellen hoe de situatie is. Als je dan een half jaar later teruggaat, kun je zelf vaststellen: ja, dat is hier aan ‘t veranderen. Als je de eerste keer bij zo’n familie komt, is het dikwijls zo schrijnend dat je denkt: zie ik hier de volgende keer nog iemand van terug? Maar als je dan een jaar later terugkomt, is het soms een heel andere familie. De kinderen zijn niet meer ziek. Ze gaan naar school. Je ziet gewoon dat ze eten hebben en dat ze er beter uitzien.

Help je een kind of eerder een hele familie?

Guido: Er wordt een kind voorgesteld. Maar in de brief aan de sponsor schrijf ik direct hoe de familietoestand is, of het kind nog broers of zussen heeft. Want iedereen eet mee, dat weet je zo. Meestal zorg ik er wel voor dat dat kind eerst naar school gaat, maar binnen een jaar gaan ze bijna allemaal naar school. Ik maak een verslag met wat foto’s erbij. En achteraf, als de sponsoring loopt, krijgt men een foto, een briefje in ‘t Creools of een tekening. Normaal krijgt men twee keer per jaar nieuws over hoe het met de familie gaat. De meeste mensen zijn er zich bewust van dat als ze aan sponsoring beginnen, het niet iets is dat je voor een jaartje doet. Het vraagt een blijvend engagement.

Hoe groot willen jullie worden?

Guido: Het vraagt veel werk, elk jaar 160 families bezoeken! Het is ook kwestie van boekhouding: elk kind of elke familie met een eigen rekening. Zolang we dat kunnen volhouden, doen we dat, omdat we het een goed systeem vinden. Wij willen inderdaad wel groeien.

Marina: Ik wil graag zo veel mogelijk families helpen, maar ik zou me wel willen beperken tot de streken waar we nu actief zijn. Als ik b.v. naar het Noorden ga, naar Cap Haïtien, kan ik daar genoeg families bezoeken in één keer. Waarom zou je dan niet uitbreiden? We hebben nog een lange wachtlijst en elke keer als ik ga, komen er nog mensen bij.

Draagt dit project bij tot de oplossing van de problemen in Haiti?

Guido: We kunnen veel kinderen helpen. Er is het feit dat je werkt met namen die een gezicht hebben en die je kent. Gewoon het feit dat je ziet dat zoveel mensen het ietsje beter hebben door wat je hier aan het doen bent. Lost dat de problemen op in hun globaliteit? Ik denk het niet, en ik denk niet dat dit onze opdracht is. Ik denk dat dat voor een groot deel het werk is voor de mensen ginder zelf.

Wat drijft je om met enthousiasme de kar te blijven trekken?

Guido: Je bent ermee begonnen, je moet ermee voortdoen, omwille van de continuïteit. We zijn een engagement aangegaan tegenover zoveel sponsorfamilies hier in België en ondertussen ook enkele in Nederland. Maar vooral het engagement ten aanzien van zoveel kinderen en families in Haïti, Ethiopië en Vietnam is de factor die je voorstuwt. Het is vrijwilligerswerk wat wij doen, maar ik ben er gelukkig ingestapt en ik ga het voor niets opgeven.

Bart van Malderen
1 maart 2002

FINADO – Ray of Hope, E.de Jonghestraat 179, 2880 Bornem
tel./fax (03) 889 55 71
e-mail: info@finado.be
website: www.finado.be