Fotograferen en filmen in Haïti


Foto: Gerrit Matton

Deze keer enkele woordjes over een unieke ervaring als steunpunt van Broederlijk Delen in Haïti. Velen onder jullie weten wel dat sinds enkele jaren BD zijn campagne focust op één land en dan nog specifiek op één partner die we ondersteunen. Voor 2008 is dat dus Haïti. Sinds maanden zijn we dit reeds aan het voorbereiden en een eerste grote stap waren de opnames voor de campagnefilm door de regisseuse Katrien Viane en fotografe Liesbeth De Pooter.

Voor een drietal weken kwamen Katrien en Liesbeth ons hier opzoeken om voldoende beeldmateriaal te verzamelen voor respectievelijk de campagne – en jongerenfilm en fotomateriaal voor alle andere campagneproducten.

Filmen is niet evident in Haïti. Ter illustratie haal ik hier het veiligheidsadvies van de Franse ambassade hier omtrent aan: “Ne pas photographier ou filmer les gens sans leur accord préalable. Plus généralement, éviter de prendre en photo des lieux miséreux”.
Haïtianen worden nu eenmaal niet graag gefotografeerd of gefilmd, en wel om twee redenen. Ten eerste vreest men vanuit hun voodoo-achtergrond dat iemand die een foto neemt van een persoon daarmee naar een voodoopriester kan stappen met het oog op allerlei “magie”, zelden in het belang van de gefotografeerde. Als ik zelf achteraf de foto’s bekijk die ik heb gemaakt, gooi ik al gauw de helft weg om er altijd wel iemand op staat die zijn gezicht afschermt, naar beneden kijkt of zich omdraait.

Een tweede reden, van recentere datum, is het feit dat heel wat Haïtianen maar al te goed weten dat foto’s en films soms voor grof geld verkocht worden in het buitenland zonder dat de lokale mensen er iets voor terugkrijgen, en meestal zijn het dan nog beelden waarop mensen zich in de meeste mensonwaardige omstandigheden bevinden die gretig verspreid worden.

Opvallend is wel dat men minder problemen heeft met filmen dan met fotograferen, zoals onze fotografe maar al te vaak ondervond toen mensen zich rustig lieten filmen, maar als men hetzelfde gegeven wou vastleggen op foto, draaide men zich om.

De hoofdbrok van de film werd gedraaid in Cap Rouge, waar BD samen met een lokale partnerorganisatie (PAPDA) een boerenfederatie “VEDEK” steunt. Maanden voorbereiding en vele bezoeken gingen hieraan vooraf zodat iedereen in het dorpje heel duidelijk wist waarom en waarvoor BD kwam filmen. Eens dit duidelijk was, werden we overal vriendelijk ontvangen en kon onze ploeg aan het werk, het enige probleem was dan nog de Creoolse taal, maar daarvoor had ik de extra hulp ingeroepen van een van onze coöperanten, Bénédicte, die ook al enige jaren in Haïti verblijft.

En ander verhaal was filmen op openbare plaatsen in de stad. Op markten, dat ging nog wel. Hier en daar werden we wel ontvangen op kritiek en smalende opmerkingen, maar gelukkig verstond de filmploeg deze niet en deed ze rustig haar werk. Ik evenwel, die alles verstond, zette eventjes mijn olifantenvel op en liet het een en het ander rustig aan mij voorbijgaan. Als bepaalde taferelen gefilmd werden met kleinere groepen mensen, nam ik wel even de tijd om uit te leggen waarom we aan het filmen waren en meestal was het dan wel OK.

Helemaal mis liep het toen we een oud suikerrietfabriek wilden filmen als voorbeeld van de staatsschulden die Haïti moet afbetalen voor zaken die nooit nuttig geweest zijn. De fabriek functioneerde nooit omdat sommige van de onderdelen defect geleverd werden. Toen we daar filmden van op de openbare weg, werd ons teken gedaan dat we ook binnenin mochten filmen. Daar konden we zien dat blijkbaar enkele leden van de regering het op een akkoordje hadden gegooid en in het geheim de staatsfabriek doorverkocht hadden om ze te ontmantelen en als schroot door te verkopen aan de Dominicaanse Republiek. Het spreekt vanzelf dat men weinig ruchtbaarheid aan deze zaak wou geven, want tot vandaag blijft Haïti deze fabriek nog steeds afbetalen aan Italië, dat de fabriek meer dan 30 jaar geleden leverde. Toen de werfopzichter zag welke prachtige beelden we van de lassers en slijpers op band vastlegden, schreeuwde hij luidkeels om hulp van zijn personeel om ons tegen te houden en het materiaal in beslag te nemen. Gelukkig stoorden de arbeiders zich weinig aan de kreten van hun baas en konden we de opzichter het statief uit zijn hand ontfutselen en ondertussen wat hinderen, terwijl Katrien en Liesbeth het op een loopje zetten met de rest van hun materiaal. Vlug in de auto en wegwezen, met een voldane filmploeg die blij was dat ze mogelijk een vuil zaakje aan het licht zou kunnen brengen…

Gerrit Matton
1 juni 2007

Meer artikels uit deze rubriek