Geen middelen, geen mensen

Onderwijs in Haïti

In dit dossier vestig ik de aandacht op enkele karakteristieke elementen van het onderwijssysteem in Haïti. De anekdote hierboven zet de toon aan. Heel Haïti heeft met gelijkaardige problemen te kampen. De situatie is echter zo ingewikkeld dat ik slechts in vogelvlucht enkele punten aanreik die het schoolprobleem schetsen. Bernard Ernst, die een verhandeling schrijft over het onderwijs, formuleert het als volgt: “Edikasyon an nan Ayiti se yon kastèt chinwa.”
De cijfers die worden vermeld, zijn niet altijd geactualiseerd. De gegevens dienen dan ook met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

Kleurrijke uniformen steken af tegen de bergen rottend afval langs de weg. Straks zitten veertig tot zestig leerlingen dicht bij elkaar op bankjes in een stoffig klaslokaal. Geen ramen, alleen openingen met tralies ervoor, “anders komen ze hier ‘s nachts slapen omdat het veiliger is en een beetje proper,” zegt Gabriel, directeur van de Don Bosco-school in Site Solèy.

De meeste kinderen hebben niets. Geen boeken, geen schrijfmateriaal, alleen een uniform. De leerkracht noteert op het bord en de leerlingen herhalen alles in koor tot ze de leerstof uit het hoofd kennen. Maar de meeste leerlingen begrijpen niet eens wat ze zeggen, want zij spreken Creools en de leerkrachten onderwijzen in het Frans. Er is eveneens een tekort aan bekwame leerkrachten. “Onze school biedt wel pedagogische opleidingen aan, maar de kans is groot dat ze later ander werk zoeken. Een leerkracht verdient zeer weinig.”

Ik vraag me af waarom de kinderen dan toch nog elke dag naar school komen? Er is toch geen leerplicht? Gabriel lacht: “omdat we ze eten geven. ‘s Morgens een beetje melk met een stukje brood, ‘s middags rijst met bonensaus. De liefde voor de school gaat door de maag.”

Lage alfabetisatiegraad

Haïti heeft de laagste alfabetisatiegraad van heel Latijns-Amerika. Tenminste 44% van de bevolking in stedelijke gebieden kan niet lezen of schrijven, in de rurale gebieden loopt dit op tot 70 %.
Van de schoolrijpe kinderen brengt 63% enkele jaren door in de lagere school. De helft van deze schoolgaande kinderen raakt in het 4e jaar, het zogenaamd stadium van alfabetisatie. In het secundair volgt nog slechts 22% van de kinderen les. Iets meer dan 5% behaalt zijn baccalauréat (middelbaar onderwijs) en met moeite 1% behaalt een universitaire graad. Het percentage vroege schoolverlaters en dubbelaars ligt zeer hoog. “L’ école borlette” wordt het wel eens genoemd, want er zijn meer leerlingen die zakken voor hun examen dan dat er slagen.

Wat zijn de achterliggende redenen die tot deze lage alfabetisatiegraad leiden? Er zijn verschillende oorzaken voor het falen van het onderwijsstelsel in Haïti.

Een elitair onderwijsstelsel

Terugkeren in de geschiedenis van Haïti is nodig om het onderwijsprobleem te begrijpen. Na de vrijheidsoorlog in 1801 verklaart Toussaint Louverture reeds dat alle kinderen school moeten kunnen lopen. Maar het schoolsysteem is gebaseerd op dat van de kolonisator, Frankrijk, en kent enkel privéscholen voor het opleiden van rijkeluiskinderen. Het eerste publieke lyceum dateert van 1812, maar neemt het Franse programma over voor haar – nog steeds – voorname leerlingen. In 1945, meer dan een eeuw later, begint het nationaal ministerie van onderwijs aan een hervorming van het onderwijs, opnieuw vanuit het oogpunt dat enkel de elite school loopt. In 1979 staat er in het officieel document over de hervorming van het onderwijs geschreven: “offrir des chances égales à l’immense majorité des défavorisés” en “accéder à une éducation fondamentale intégrale”. Holle woorden. Ook de grondwet van 1987 en het ondertekenen van “Droits des Enfants” (dit houdt o.a. recht op onderwijs in) in 1991 verhelpen niet dat er in Haïti in 2003 nog steeds veel analfabetisme en onderscholing is en dat de meeste scholen nog steeds privé zijn.

Een klassiek Frans systeem

Uit dit verleden vloeit voort dat de onderwijstechnieken en het programma – als je van een programma kan spreken, want slechts 25 % van de scholen heeft een vast programma – nog steeds grotendeels gebaseerd is op het klassieke Franse systeem. Hier moet verandering in komen. Er is behoefte aan inbedding in de eigen cultuur. Er is behoefte aan omkadering. Er is behoefte aan meer aandacht voor persoonlijk denkwerk, analyse en creativiteit, niet voor van buiten leren.

Het onderwijs heeft vaak geen voeling met de hedendaagse Haïtiaanse maatschappij, met haar sociale, culturele en economische omgeving. Er is onvoldoende aandacht voor het ontdekken en begrijpen van het eigen leefmilieu. De noodzaak het onderwijs te ankeren in de Haïtiaanse culturele identiteit dringt zich op, zodat de leerling de op school verworven kennis en ervaring kan toepassen bij het oplossen van dagelijkse problemen. Dit probleem hangt volgens mij samen met de sterke afhankelijkheid van het buitenland (80% van het schoolbudget komt uit het buitenland) en natuurlijk het Franse systeem.

De laatste jaren verschuift het Franse systeem meer en meer naar de achtergrond. Gelukkig maar. Uit het hoofd leren, reciteren, huistaken klassikaal verbeteren, intensief gebruik van bord en schrift, tot orde roepen door lijfstraffen,… worden vervangen door meer interactieve methodes. Groepswerkjes, rollenspelen, e.d. vragen om een sterke participatie en stimuleren de leerling zodat er minder disciplinaire methodes nodig zijn. Maar toch …

Maxitho, 14 jaar, woont in Bel Anse en zit in het vierde jaar van de lagere school. Hij droomt ervan voor dokter te studeren in de Dominicaanse Republiek. Het is niet zeker of dat zal lukken. De dichtstbijzijnde middelbare school bevindt zich in Jacmel. Een weg van Bel Anse naar Jacmel is in aanleg, maar tot nu toe gebeurt het transport overzee. In een verweerd bootje drie tot vier uur varen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Toch is Maxitho enorm gemotiveerd, gevat, intelligent. Hij wil alleen Engels of Frans spreken. Mijn Creools moet opgeborgen, dat interesseert hem niet. De dag nadien zal hij ons een brief schrijven met het verzoek hem en zijn vriend 10 dollar te geven voor de school. Om zijn motivatie kenbaar te maken, wacht hij met “grammaire français” op de knieën op ons antwoord. IJverig studerend, dreunt hij luid de regels van singulier et pluriel, masculin en féminin op. Als hij zijn les niet kent wordt hij naar huis gestuurd of krijgt klappen van de zweep. Op zijn arm drie wonden die pijnlijk herinneren aan de laatste ongeleerde lessen. “Welke straffen krijg jij in België?”, vraagt hij.

Ook moet men er rekening mee houden dat de techniek van het reciteren niet zomaar verwijderd kan worden. Observaties in de culturele context van Haïti confronteren je onmiddellijk met haar orale cultuur. Naast het collectieve aspect (in koor opzeggen) zijn ook ritme, intonatie,… zeer aanwezig in bijvoorbeeld de Voodoo (séances de travail collectif: “coumbites”). Bovendien is er een groot gebrek aan schoolboeken, zodat de leerstof in de klas gememoriseerd moet worden. Als er toch handboeken voorhanden zijn, zijn deze meestal in het Frans opgesteld wat niet altijd begrepen wordt door leerkrachten en leerlingen. Exact memoriseren van de nota’s en formules biedt zekerheid dat de kennis correct wordt onthouden.

Naast deze institutionele problemen, zoals onvolledige doelstellingen en educatieve objectieven heeft het land ook af te rekenen met corruptie en administratieve wanorde zoals een slecht algemeen beheer, het kopen van diploma’s …

Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is

Beverly is zestien jaar en gaat naar een privé-school in Port-au-Prince waar er nadruk wordt gelegd op muziek. Ze droomt ervan om later beroemd te worden met haar dwarsfluit of haar viool. Als ze hoort dat ik dit artikel schrijf, begint ze te vertellen: op haar school mag je geen Creools spreken. Als je betrapt wordt, betaal je vijf gourdes. Later check ik haar verhaal bij Jean-Jean en Woud, twee jongens die onderwijs volgen in een andere privé-school. Volgens hen is deze praktijk schering en inslag. Niet op hun school natuurlijk, want zij zitten op een zeer goede school…

Het gebruik van het Frans als onderwijstaal schept leerproblemen en een kloof tussen thuis en school. Bovendien creëert het een emotionele barrière, want – bij wijze van voorbeeld – een groot deel van de frustraties uit zich in de moedertaal, het Creools. Er wordt reeds in de jaren 1970 over het belang van Creools als onderwijstaal gesproken. In de krant Le Nouvelliste lees ik in een artikel uit 1974: dat het Franstalig onderwijs op het platteland onaangepast is, en een verspilling van tijd en energie. De onderwijshervorming van 1979 voorzag o.m. in het Creools als onderwijstaal, maar dit wordt aangevochten en geboycot door de rijke minderheid en de bezitters van politieke macht. Ook bij de onderwijshervormingen van 1982 komt het meeste verzet tegen de introductie van het Creools als onderwijstaal.

In 1987 wordt het Creools, naast het Frans, uiteindelijk erkend als officiële taal. Vandaag wordt er in de kleuterschool in het Creools lesgegeven, alle kennis moet er verworven worden in de moedertaal van de scholier. In de lagere school verschuift het accent naar mondeling Frans, maar het Creools blijft verplicht de onderwijstaal. Het eerste staatsexamen, na de lagere school, wordt zowel in het Creools als in het Frans afgelegd. De kinderen mogen kiezen. Maar volgens Pè Michelet opteren de meeste voor het Frans, ze zijn bang om fouten in het Creools te schrijven en de Creoolse versie zou veel strenger verbeterd worden. Toch vraag ik me af welke fouten, want er is nog geen vaste spelling van het Creools vastgesteld. Vanaf ‘Primaires élémentaires’ (einde lagere school) tot ‘Secondaire III’ (einde secundair) is er de studie van het Frans als tweede taal. Hiernaast blijft er ‘Creoolse taal’ op het programma staan, maar dit enkel tot het vierde jaar.
In vele scholen wordt zowel in het Frans als het Creools lesgegeven: de handboeken zijn in het Frans opgesteld, maar de uitleg wordt in het Creools gegeven. Pè Arti en Pè Michelet vertellen dat het gebruik van het Creools afhangt van school tot school. Zo wordt er in publieke scholen en op het platteland vaker in het Creools onderwezen dan in privé-scholen en stadsscholen. Toch is er volgens hen nog steeds onvoldoende aandacht voor de taalproblemen in lagere school. De kinderen hebben schrik om zich uit te drukken, de Franse leerstof wordt van buiten geleerd en weer vergeten. Kinderen leren vlotter in het Creools en onthouden het ook beter. Sè Rosa geeft les in een middelbare school in Hinche. Ze vertelt me dat je duidelijk merkt welke leerlingen voordien naar een lagere school gingen waar er in het Creools wordt lesgegeven. La Viktwa heeft zo’n school. Alle lessen worden in het Creools gegeven, daarnaast krijgen de leerlingen Franse les. Hierdoor begrijpen ze het Frans echt en zijn ze later betere studenten want ze leren niet van buiten, ze leren begrijpend. “Kreyòl pale, Kreyòl konprann”, besluit Sè Rosa. Toch denkt niet iedereen er zo over. Bernard Ernst stelt dat “het Frans de taal van de intellectueel is. Ik denk in beide talen en vind het normaal om in het Frans te studeren. Er moeten geen vragen gesteld worden. De intellectueel wil geen Creools praten.”

Geen geld, geen onderwijs

De bovenvermelde problemen betreffende het onderwijsstelsel, het programma en het taalgebruik zijn echter niet de enige problemen waarmee Haïti te kampen heeft. Andere, meer elementaire, problemen zijn prominent op de voorgrond aanwezig. Het financiële aspect bijvoorbeeld.

Veel ouders kunnen hun kinderen niet naar school sturen omdat ze niet genoeg geld hebben. Soms wordt slechts één kind van het gezin uitverkoren om naar school te gaan. Geen geld, geen onderwijs. Zij betalen 3/4 van de schoolonkosten omdat de overheid weinig ter beschikking stelt, een inspanning die uniek is in de wereld. Soms bedraagt schoolgeld tot 12% van het gezinsinkomen, in andere landen bedraagt dit slechts 2 tot 4%. Desiral Merfus woont in Raymond des Bains, vlakbij Jacmel. Zij heeft school gelopen in de staatsschool totdat ze haar 5e jaar middelbaar onderwijs moest overdoen. Dat mag niet in de staatsschool. Dus blijft ze thuis. Geld om een privé-school te betalen heeft ze niet.

De huidige schoolsituatie is ook niet flexibel genoeg voor kinderen die werken of in afgelegen gebieden wonen. Als ik, half september, op reportage voor Bon Nouvèl de staatsschool in Lòspalis bezoek, is er geen enkele leerling aanwezig. De school is open, maar het is oogsttijd en de kinderen helpen mee op het veld.
Globaal gezien loopt de jeugd in Haïti veel minder uren school dan in andere landen. Zelfs nu de school – officieel – in september start, tel ik nog maar 165 schooldagen t.o.v. het wereldgemiddelde van 220 dagen. Bovendien zijn de schooldagen kort, er is een gemiddelde van 5 uur les per dag. Privé-scholen geven over het algemeen meer uren les. Staatsscholen werken met halve dagen. Eén van de mogelijke redenen is de regeling van de ‘double-sessions’: een opleiding in de voormiddag, een andere in de namiddag. De reden is het tekort aan leerkrachten en klaslokalen. Voor wie een halve dag werkt, kan dit natuurlijk een goede oplossing zijn.

Geen middelen, geen mensen

Er is een bijna volledige afwezigheid van didactisch materiaal en de klassen zijn overbevolkt (gemiddeld 43 leerlingen per klas). Vooral in staatsscholen is de overbevolking enorm, tot 60 zelfs 80 kinderen per klas. Wie wat later komt, moet rechtstaan…

Ik heb grote bewondering voor de volharding van de leerkrachten en leerlingen t.o.v. infrastructuur- en gezondheidsproblemen. De omstandigheden waarin gewerkt moet worden, zijn meestal zeer precair. Er is geen accommodatie en de omstandigheden zijn vaak ongezond. Er is een tekort aan publieke en particuliere middelen. Er zijn ongeveer 8000 scholen waarvan slechts 27% is ondergebracht in degelijk uitgeruste gebouwen. De rest vindt onderdak in woonhuizen en kerken. Of onder een afdak, zoals het schooltje met twee klasjes in een gehucht van Plezans. De klasjes worden gewoon gescheiden door enkele takken en planken. Maar ook in Port-au-Prince heeft niet elke school het geluk haar klassen ruimtelijk van elkaar te kunnen scheiden. Rosalina geeft les in het Lycee Saint-Jacques, nabij de kathedraal. De ruimte wordt hier ook opgedeeld. 42% van de ‘gebouwen’ heeft geen latrines, 43% geen zuiver water. Een ander probleem is het gebrek aan elektriciteit en de onregelmatige toevoer ervan. Als ik ‘s avonds op Champs de Mars slenter of naar de supermarkt ga, zie ik altijd jongeren studeren, het boek of schrift op de knieën. Op openbare plaatsen als deze is er altijd licht, dus moeten ze wel hierheen komen als ze hun les willen leren. Beverly gaat, om dezelfde reden, soms in het nabijgelegen ziekenhuis studeren.

Allerlei gezondheidsproblemen en een slechte voeding (40% van de kinderen heeft niet voldoende te eten) hebben ook een weerslag op de schoolprestaties van de leerlingen. Bijna een miljoen kinderen zijn op lange termijn afhankelijk van humanitaire bijstand voor hun dagelijkse voedselvoorziening.

Het onderwijsniveau laat ook te wensen over door de onvoldoende intellectuele en pedagogische capaciteiten van de leerkrachten. In het lager onderwijs is slechts 43% van de leerkrachten gekwalificeerd, sommigen hebben niet eens een diploma lager onderwijs. De helft van de opgeleide leerkrachten werkt in Port-au-Prince, vooral in de openbare scholen. Onderzoek wijst uit dat meer interactieve methodes gebruikt worden naarmate de opleidingsgraad van de leerkracht stijgt. Er is grote behoefte aan initiële en continue vorming en meer respect voor de leerkrachten. Hun motivatie is gering want het beroep wordt slecht betaald.
Onderwijs is een van de weinige mogelijkheden in Haïti voor verandering. Tegelijkertijd is onderwijs één van de meest onzekere factoren, want steeds meer gediplomeerden komen op de arbeidsmarkt niet aan hun trekken. Nochtans is men er vandaag trots op gestudeerd te hebben. Juist nu de sociale druk hoger wordt om kinderen naar school te sturen, gelooft de Haïtiaan minder in het onderwijsstelsel. Omwille van de lage kwaliteit van het onderwijs haken veel kinderen af. Men opteert ervoor zijn kind niet meer naar school te sturen na het een of zelfs meer keren overdoen van een jaar. Er heerst een algemeen gevoel van berusting. Er moet een serieus debat komen over het onderwijs in Haïti. Onderwijs is immers vaak de motor van verandering in een maatschappij.

Sara Van den Eynde
1 maart 2003