Grasduinen in de geschiedenis van het Creools

Over het Haïtiaans Creools spreken is niet gemakkelijk. De te vermijden valstrikken zijn talrijk: het vooroordeel, de woede, het subjectivisme. Verder moeten ook drie actoren van de Haïtiaanse maatschappij in de balans gelegd worden: de intelligentsia (10% van de bevolking), de kerk en de boeren (80%).

Het Creools is ontstaan in de koloniale maatschappij, die beheerst werd door de slavernij. Dit onmenselijke systeem werd opgezet en uitgewerkt door christelijke staten van Europa op Haïti en andere eilanden van de Caraïben, op Mauritius, La Réunion, de Seychellen, … Zijn wettelijke grond is de ‘code noir ‘ van 1685 en zijn morele rechtvaardiging “de niet-Europeanen christianiseren en civiliseren”.

De ontdekking van Haïti (en van de gehele “Nieuwe Wereld”) door Columbus in 1492, opent het tijdperk van de handel in zwarten. Het is een bloeiende en voordelige handel. Meerdere miljoenen Afrikanen zijn met geweld en brutaliteit uit hun land weggerukt en in Haïti “binnengegooid”.

De kolonie is de hel. De kolonisatie organiseert het sociale leven volgens een Machiavellistisch plan: twee Afrikanen van dezelfde etnische oorsprong komen nooit op dezelfde plaats terecht. De kolonist wil immers vermijden dat er communicatie is tussen de slaven.

Vandaar de hypothese dat tijdens de eerste helft van de 18e eeuw de slaven een hulpmiddel hebben uitgevonden om met elkaar te communiceren. De linguïsten noemen deze taal in wording: “een mengtaal”. Zij put immers haar structuurelementen uit alle talen en culturen die aanwezig zijn op Haïtiaanse bodem: Fon, Yoruba (de taal van Dahomey), Spaans, Engels en Frans.

Over de oorsprong van het woord “Creools”

In oorsprong noemde men “Creool” de blanke, geboren in het koloniale Haïti. Het tegenovergestelde van deze “blanke Creool” is de “metropolitain”, wat staat voor de Europeaan of de blanke geboren in het moederland. Het bijvoeglijk naamwoord “creools” had helemaal geen negatieve betekenis. De blanke Creool had een taal, een accent, gedachtegangen verschillend van de blanke die rechtstreeks uit het moederland kwam.

Op 1 januari 1804 bekomen de slaven gewapenderhand de onafhankelijkheid. Europeanen en Creolen wijken uit naar Louisiana. Vanaf deze datum doet zich een radicale omwenteling op sociaal-cultureel vlak voor. De halfbloeden en Creolen (blanken) verwerpen alles wat te maken heeft met de Creoolse cultuur. “Creool” wordt vanaf dan de benaming voor de zwarte ex-slaaf. Sindsdien wordt de Creoolse cultuur beschouwd als negatief en achterlijk: de taal, de voodoo, de huidskleur, de levenswijze en de zienswijze. De Creoolse cultuur wordt de cultuur van de onderontwikkelden, de cultuur van mensen die men onmogelijk kan beschaven. De halfbloeden van hun kant zeggen tot de Europese taal en beschaving te behoren.

Sedertdien zijn er in Haïti twee tegengestelde culturen: de Creoolse en de Europese, meer bepaald de Franse cultuur. Er zijn twee sociale klassen de zwarten of boeren en de halfbloeden. Het Frans is de officiële taal van Haïti. Het is de taal van het onderwijs, de kerk, de administratie, het rechtssysteem. In de praktijk is slechts sinds 1987 het Creools de tweede officiële taal geworden. Maar de “gecultiveerde Haïtiaan” weigert Creools te spreken.

Ruim zestig miljoen sprekers

Het Creools is de taal van de voodoo, de taal van de Haïtiaanse boer. De Creoolse talen, gesproken op de naburige eilanden (Martinique, Guadaloupe,…) gingen verloren want zijn volledig opgegaan in de Franse cultuur. Nochtans is er een interessant gegeven. Namelijk dat het Creools een taal is die recent gevormd is op verschillende plaatsen (cf. Mauritius) en gesproken wordt door meer dan zestig miljoen personen. Precies daarom interesseren linguïsten zich voor deze taal en de Creoolse cultuurelementen.

Ik hoop dat de Haïtiaanse elite ooit fier zal zijn op het Creools en zich zal herkennen in de Creoolse cultuur.

Jean-François De Coste
1 juni 2000

Meer artikels uit deze rubriek