Haïti Actueel Mei 2010

Het leven gaat verder. De sterk gehavende straten van Port-au-Prince zijn weer overbevolkt met kleine handelaars. President Préval ligt onder vuur omdat hij langer aan wil blijven. Misschien zullen er eind 2010 verkiezingen gehouden worden. De internationale gemeenschap bracht 9 miljard dollar bijeen. Verschillende agentschappen van de Verenigde Naties zijn erg actief. Daarnaast zijn er talloze ngo’s die hun steentje bijdragen aan de wederopbouw.

Talrijke politieke partijen en sociale organisaties betoogden in mei tegen de plannen van René Préval om langer president te blijven. Volgens de grondwet moet hij aftreden op 7 februari 2011. Als er geen verkiezingen georganiseerd worden eind dit jaar, wil Préval aanblijven tot 14 mei 2011. Verschillende politieke partijen noemen Préval een dictator die de grondwet van 1987 schendt. Zij roepen op tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Momenteel wordt er gediscussieerd over het al of niet houden van verkiezingen in 2010. Het zal in elk geval niet gemakkelijk zijn om de stembusgang te organiseren. Alle mensen die door de aardbeving omkwamen moeten worden geschrapt van de kieslijsten. Daarnaast zijn er veel mensen die Port-au-Prince verlieten en zich elders gingen vestigen. Ook dat moet in kaart gebracht worden. Verder is er de CEP of Voorlopige Kiesraad die onder vuur ligt en tenslotte is er de internationale gemeenschap die met de nodige fondsen over de brug moet komen om de kosten, die gepaard gaan met de organisatie van de verkiezingen, te kunnen betalen. De Organisatie van Amerikaanse Staten bevestigde al dat ze wil instaan voor technische bijstand tijdens het verkiezingsproces en wil zorgen voor een geloofwaardige missie van waarnemers. De Minustah verklaarde dat ze zou instaan voor de veiligheid tijdens de stembusgang.

Noodwet

Het parlement keurde in april een noodwet goed waardoor de regering gedurende 18 maanden, van april 2010 tot oktober 2011, haar plannen voor de wederopbouw kan uitvoeren zonder dat het parlement hierop controle kan uitoefenen. De noodwet spreekt van een wederopbouwcommissie samengesteld uit Haïtianen en buitenlanders. De voorzitters ervan zijn Bill Clinton, als speciaal afgevaardigde van de Verenigde Naties, en de Haïtiaanse premier Bellerive. De commissie moet de heropbouw in goede banen leiden. Totnogtoe maakte de overheid nog niet veel concrete plannen voor de wederopbouw bekend. De autoriteiten vragen aan de bevolking om geduld te hebben. Ze zeggen dat er veel tijd nodig is om terug te keren naar een normale situatie.

Sociale organisaties buitenspel gezet

De wederopbouw lijkt vooral een zaak te worden van de Haïtiaanse regering en de internationale organisaties. De sociale organisaties werden totnogtoe niet geconsulteerd. Geen enkele sociale organisatie werd uitgenodigd op de topontmoeting over de heropbouw die plaatsvindt op 2 juni in de Dominicaanse Republiek Nochtans hebben zij heel wat ervaring op het terrein en vertolken zij de stem van het Haïtiaanse volk. Er heerst dan ook grote onvrede bij de bevolking over de huidige gang van zaken.

Heropbouw

De aardbeving heeft in Port-au-Prince meer dan 750 000 mensen dakloos gemaakt. De hoofdstad lijkt op een groot vluchtelingenkamp waar mensen wonen in een zelfgemaakt onderkomen of in tentenkampen die door hulporganisaties werden opgezet. Het regenseizoen is ondertussen begonnen en de tenten bleken niet bestand tegen de tropische stortbuien.
Bij gebrek aan materiaal wordt het puin veelal geruimd met de blote hand. Daarbij worden vaak mensen gekwetst en vallen er soms doden.
Het ministerie van openbare werken en een organisatie van de Verenigde Naties, de Unops, zijn begonnen met het onderzoeken van de gebouwen die nog overeind staan. Nadat de stabiliteit van een gebouw is onderzocht, wordt het met verf gemarkeerd. Gebouwen met een rood opschrift dienen te worden afgebroken. Huizen met een geel opschrift moeten worden hersteld terwijl gebouwen die in het groen worden gemerkt bewoonbaar zijn. Het in kaart brengen van de schade aan de gebouwen vormt een eerste fase van de activiteiten van de Unops.
Een tweede fase van de operaties bestaat in de installatie en het beheren van kampen voor de mensen zonder onderdak in vijf zones die werden uitgekozen door de regering. De Unops doet dit in samenwerking met de Minustah, de blauwhelmen die sinds 2004 in Haïti actief zijn om er de stabiliteit te garanderen.
In een derde fase richt de Unops zich op het bouwen van duurzame constructies in hout. Deze moeten bestand zijn tegen het regenseizoen en vijf jaar overeind blijven. Het is de bedoeling om de families die door de aardbeving alles kwijtraakten een onderkomen te geven.
Tenslotte richt de Unops zich in een vierde fase op de constructie van overheidsgebouwen, het herstellen van wegen en het heraanleggen van afvoerkanalen voor het afvalwater.

Landbouw beschermen

Stilaan worden de hulporganisaties zich ervan bewust dat ze de locale markt niet mogen ontwrichten door gratis voedselhulp uit te delen. De locale boeren krijgen dan hun eigen producten niet meer verkocht. Sommige organisaties kopen voedsel bij de plaatselijke boeren dat ze dan opnemen in voedselpakketten. De directrice van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties, dat instaat voor de voedselbedeling aan 2,5 miljoen mensen, erkende dat men moet opletten om de lokale markt niet te verstoren. Haar organisatie startte ook met een programma waarbij voedsel werd gegeven in ruil voor werk.

Assemblage-industrie of landbouw

De internationale gemeenschap pleit voor de uitbreiding van de assemblage-industrie als motor voor de heropbouw. Dit staat haaks tegenover de mening van heel wat Haïtianen die ervan overtuigd zijn dat vooral de landbouw gestimuleerd moet worden, zodat Haïti minder voedsel moet invoeren.
De Verenigde Naties stellen dat de assemblage-industrie cruciaal is voor de economische groei. De voormalige Amerikaanse president Bill Clinton is ervan overtuigd dat als Haïti vooruit wil, de Haïtianen eerst zo veel mogelijk moeten werken voor weinig loon, zodat de economie kan groeien. De Amerikaanse wet Hope II, waardoor Haïti op textiel voor de VS tien jaar lang geen invoerrechten hoeft te betalen, stimuleert de export.
Tegenstanders van de assemblage-industrie zeggen dat de werknemers in deze sector zo weinig betaald worden dat ze niet menswaardig kunnen leven. Ze stellen ook dat de winst van de assemblage-industrie gaat naar het buitenland of naar een kleine Haïtiaanse elite. Bovendien sluiten de bedrijven vaak als er politieke onrust is of als er elders nog goedkoper kan worden geproduceerd.
Veel Haïtianen vinden dat geïnvesteerd moet worden in de landbouw zodat Haïti in staat is om zelf genoeg voedsel te produceren. Maar dit zal niet eenvoudig zijn. Haïti is bijna volledig ontbost, waardoor de vruchtbare grond van de hellingen is gespoeld. Toch zijn boerenorganisaties ervan overtuigd dat via een gezonde en eenvoudige vorm van landbouw meer geproduceerd kan worden voor de eigen en lokale behoeften.

Monsanto

Boeren hebben behoefte aan zaden. De multinational Monsanto bood de Haïtiaanse regering gratis zaden aan. Hiertegen ontstond fel protest omdat het zou gaan over genetisch gemanipuleerde zaden. Deze vormen volgens de boerenorganisaties een vergiftigd geschenk voor de boeren. Het ministerie van landbouw ontkende dat het genetisch gemanipuleerde zaden zou introduceren.

Scholen heropenen

In Haïti zijn ongeveer 90% van de scholen in handen van de privésector. Ongeveer 4000 schoolgebouwen werden door de aardbeving verwoest of zwaar beschadigd. Een aantal scholen in de door de aardbeving getroffen gebieden, heropenden in april. De omstandigheden waarin les gegeven wordt zijn moeilijk: veel leerlingen zijn getraumatiseerd, sommigen hebben hun ouders verloren en kunnen het schoolgeld niet betalen. In de tenten, waarin voorlopig les gegeven wordt, is het te warm. Toch houdt iedereen de moed erin. De voorbije maanden werden nog enkele naschokken gevoeld. Dit zorgde hier en daar voor paniek in de scholen. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank maakte geld vrij om het onderwijs in Haïti te ondersteunen.

Decentralisatie

Nu de hoofdstad in puin ligt, gaan er meer en meer stemmen op om niet langer alles te centraliseren in Port-au-Prince. Tijdens de heropbouw van het land zou er werk gemaakt moeten worden van decentralisatie. De mensen uit de verschillende departementen zouden niet langer naar de hoofdstad moeten gaan voor elke administratieve verrichting, maar ter plaatse geholpen moeten kunnen worden. De wederopbouw biedt een kans om werk te maken van deze decentralisatie.

De internationale gemeenschap

Op de bijeenkomst in New York op 31 maart bracht de internationale gemeenschap 9 miljard dollar bijeen voor de heropbouw van Haïti. Daarnaast werd een deel van de Haïtiaanse schuld kwijtgescholden.
Haïtiaanse critici zeggen dat de internationale gemeenschap hun land onder voogdij wil plaatsen. Ze vinden dat men onder het alibi van humanitaire hulp enkel geopolitieke en economische belangen wil verdedigen. ‘De internationale gemeenschap wil Haïti omvormen tot één grote vrijhandelszone die vooral tegemoetkomt aan de belangen van multinationale ondernemingen en de Haïtianen worden als goedkope arbeidskrachten uitgebuit’, beweren ze.
Ondertussen kwamen in mei de regeringsleiders van de Europese Unie, Latijns Amerika en de Caraïben samen in Madrid. Ze engageerden zich om op lange termijn bij te dragen aan de wederopbouw van Haïti en zijn nationale instellingen.
Op 2 juni vindt er opnieuw een internationale bijeenkomst plaats over Haïti in de Dominicaanse Republiek.

Bart Van Malderen
6 juni 2010

Meer artikels uit deze rubriek