Haïti, beschadigd land

Raoul Peck
© Marie Baronnet, 2010

Interview met Raoul Peck

In januari 2010 verwoest een aardbeving Haïti en veroorzaakt 230.000 doden. Drie jaar later is de heropbouw mislukt en heeft de internationale hulp zijn belofte niet gehouden. Het is de vaststelling gemaakt door Raoul Peck in een ontluisterende documentaire. Arte Magazine had een onderhoud met een woedende cineast.

Hoe gaat het vandaag met Haïti?

Raoul Peck : De economische, sociale en politieke situatie is verslechterd. Er is geen duurzame heropbouw. De meeste van de belangrijke projecten die werden ingehuldigd, stonden al in de steigers vóór de aardbeving. Veel geld is uitgegeven om de vrede te bewaren, de toenemende eisen te kalmeren. De landen ‘Vrienden van Haïti’, zoals Canada, beginnen toe te geven dat ze hun hulp niet gaan verder zetten, noch het overblijvende geld zullen geven. Ze leggen alle gewicht voor de mislukking bij de burgers en de Haïtiaanse politiek.

Tussen beloofde hulp, gedeblokkeerde hulp, uitgegeven hulp of toegewezen hulp, liggen de verschillen gevoelig…

U doorbreekt een taboe door te tonen dat humanitaire hulp niet werkt…

Ik maak een onderscheid tussen de humanitaire noodhulp en de hulp voor ontwikkeling, de heropbouw. Die laatste heeft nooit gewerkt. Haïti was de laatste vastgestelde mislukking van de internationale gemeenschap. Zelfs over de resultaten op veel rijker terrein, zoals de Verenigde Staten na de orkanen Katrina en Sandy, kan men alleen maar kritisch zijn. Enkel die landen waar de Staat nee wist te zeggen en haar eigen heropbouw organiseerde, zoals Rwanda en Vietnam, zijn min of meer geslaagd.

Hoe het zwaar falen uitleggen?

Mijn film spreekt van desorganisatie en van leugenpoker. De grote donoren, de staten, de internationale financiële instellingen, de NGO’s, zijn geïsoleerd in hun luchtbel, ver van de Haïtianen. Ze zitten allemaal in een verschillende logica, soms zelfs tegengestelde logica, zonder communicatie noch coördinatie tussen hen. Iedereen wil de vrijheid behouden om het gegeven geld te beheren. De Europese Unie heeft er bijvoorbeeld geen zin in dat de Verenigde Staten hun advies komen geven bij de besteding van haar middelen. Een andere absurditeit: de donoren hebben verschillende boekhoudingen en agenda’s. Het is allemaal bij benadering.

Waarom is de totaliteit van de beloofde vijf miljard dollars over twee jaar niet overgemaakt?

RAOUL PECK (°1953)

Minister van Cultuur van de Republiek Haïti tussen 1996 en 1997, Raoul Peck kreeg de ‘Prijs Irene Diamond’ van de NGO Human Rights Watch voor het geheel van zijn werk in dienst van de mensenrechten. In januari 2010, werd hij voorzitter van de raad van bestuur van de ‘École nationale supérieure des métiers de l’image et du son (Fémis) ‘Nationale hogeschool voor de beroepen beeld en klank’.
Geboren in Haïti, werd hij opgevoed in Congo, Frankrijk, Duitsland en in de Verenigde Staten. Na studies van ingenieur – economist aan de ’Universiteit van Berlijn’, gaat hij naar de ’Academie van de Cinema en de Televisie van Berlijn (DFFB). Hij werkt zowel voor de cinema als voor de televisie. Raoul Peck ligt aan de basis van een rijke filmografie. Zijn belangrijkste fictielangspeelfilms zijn L’Homme sur les Quais (competitie in Cannes, 1993) en Lumumba (Quinzaine des réalisateurs, 2000). In 2005, produceert en realiseert hij Sometimes in April voor BO, over de Rwandese genocide (competitie in Berlin 2005). Zijn laatste film, Moloch Tropical, verspreid door Arte in 2010, werd voorgesteld in Toronto en Berlin. De rest van zijn werk bevat documentaire films, zoals Le Profit et rien d’autre (2000), mini-series zoals ’Affaire Villemin (2006) en L’École du pouvoir (2008).

Wanneer de Verenigde Staten aankondigen 2,5 miljard te geven, moet de berekening worden overgedaan. Trek direct de 8% af geïnd door degenen die deze som zullen administreren (de Wereldbank of een andere instelling). Daarna moet men er zich rekenschap van geven dat 800 miljoen zal dienen om de uitgaven voor de militairen te betalen. Niemand heeft hen gevraagd, maar ze ontschepen met zijn 20.000, waarvan 10.000 op het terrein en 10.000 in ondersteuning…. Wanneer dus 2,5 miljard wordt aangekondigd, is dat dus geen hulp aan Haïti maar aan het geheel van het dossier, bij prioriteit uitgegeven in en voor het land dat geeft. Men weet ook dat nog bijna een miljard dollar ‘slaapt’ in Amerikaanse banken. Tussen beloofde hulp, gedeblokkeerde hulp, uitgegeven hulp en toegewezen hulp, liggen de verschillen gevoelig…

Is Haïti ook niet het slachtoffer van zijn arm en ultra-gewelddadig dictatoriaal verleden?

Alle internationale hulp heeft er belang bij om dit negatief beeld aan te houden. Het beschermt de internationale hulp tegen de vaststelling van haar eigen mislukking. De Franse administratie stelt Port-au-Prince op hetzelfde niveau van geweld als Kaboel en Bagdad. En meer, Haïti zou zich niet kunnen organiseren, de staat is er corrupt, er zouden onoplosbare maatschappelijke problemen zijn … Het zijn onzinnige gemeenplaatsen! Zodra men over Haïti spreekt, spreekt men over corruptie. In andere landen noemt men dat zaken doen of lobbyen. Het is gemakkelijker voor de donoren om de Haïtiaanse maatschappij te bekritiseren dan hun eigen structuren.

Hoe zou u de exclusiviteit van uw aanpak als cineast beschrijven?
Voor elke film stel ik me steeds deze vraag: wat onderscheidt me van de anderen en laat me toe andere films te draaien? Ik wist dat na de aardbeving de journalistieke aanpak zou domineren én door een buitenlandse blik. Ik heb me willen interesseren voor het proces, ik wou de mechanismen ontrafelen, de pletwals radiograferen. Ik heb van in de buik van deze machine gefilmd : de ruimten van discussie en beslissing, van de regering, de Verenigde Naties, van de NGO’s, enz.. In mijn hoedanigheid van Haïtiaan en ex-minister van cultuur (van 1996 tot 1997 n.v.d.r.), had ik het privilege van een quasi vrije toegang tot iedereen. Ik heb mogen draaien gedurende twee jaar.

Pascal Mouneyres voor ARTE Magazine; vertaling Rhoddy Petit
30 juni 2013

Meer artikels uit deze rubriek