"Haïti doet veel met een mens"


Foto: Joan De Bruyckere

Haïti doet veel met een mens. Ik herinner me nog steeds de woorden van Toon De Beleyr, die me zei voor ik vertrok: “Naar Haïti reizen, is meer dan zomaar even het vliegtuig op- en afstappen, je moet er echt klaar voor zijn.” Ik kan hem alleen maar gelijk geven.

Er komt zoveel op je af, zoveel ervaringen en impressies, dat het niet altijd even gemakkelijk is om alles te plaatsen. Ik probeer alles wat ik hier zie, hoor, meemaak, al die kleine en grote onvergetelijke momenten zo bewust mogelijk te beleven. Ik heb schrik dat ik, eens terug in België, snel zal vergeten hoe alles er hier uitziet, hoe het hier ruikt, hoe intens en diep de groene kleuren van de tropische bomen zijn, hoe het voelt om in de zuiderse drukte over marktjes en door straten te lopen. Soms voel ik me dan ook een echte toerist, steeds met de fotocamera in de aanslag om elk moment, elk gezicht, elk beeld zo goed mogelijk vast te leggen zodat het nooit zal vervagen. Maar dat lukt niet. Geen foto kan vertellen hoe weids de savanne is, hoe hard de zon brandt tijdens een wandeling naar de rivier, hoe druk en jachtig het er aan toe gaat aan de grens met de Dominicaanse Republiek op marktdagen, hoe wanhopig de blik in de ogen van een arme, zieke Haïtiaan kan zijn. Ik kan enkel proberen het te beschrijven…


Foto: Joan De Bruyckere

Ook al zijn de dagen hier voor doorsnee Haïtianen heel gewoontjes, voor mij zijn ze dat allerminst. Elke dag onthult weer iets nieuws en heeft hier of daar een verrassing voor me klaar. Ik ben blij dat ik beslist heb om met dit plan door te gaan. Ik heb al meermaals beseft hoe klein, beperkt en beschermend onze leefwereld is. Deze ervaring doet me alvast alles relativeren en mijn wereldbeeld verruimen. Ik heb dan wel al enkele plekjes op onze wereldbol gezien, vooral deze die in een of andere Capitool- of Michelingids vermeld staan met een ster of drie. Maar ik besef nu meer dan ooit dat een boek met ‘100 places you must see’ de wereld nog niet is.

De gedachte dat de dagen vrij gewoontjes zouden zijn, heb ik al snel gerelativeerd. Excursies naar gelijk welke stad maken altijd een sterke indruk. Iedere stad is weer anders en overal zie je nieuwe dingen, dingen die niet stroken met onze westerse manier van denken en leven. Zo leek Cap Haitien – mijn eerste confrontatie met een Haïtiaanse stad – op één grote achterbuurt. Enkele impressies: lawaai, vuil, drukte, kapotte wegen, drugsverslaafde kinderen, vrouwen die plassen op de stoep… Dat alles overgoten met een tropische zon en bloedhete temperaturen geeft al snel een pikante mix. Na enkele weken in Haïti stel je automatisch het beeld dat je ervan hebt bij. Je weet stilaan hoe een Haïtiaanse stad er uitziet, zodat die overdonderende impressies van in het begin stilaan een plaats krijgen. Er ontstaat een nieuw referentiekader.

Port-au-Prince

Ook mijn bezoek aan Port-au-Prince heeft heel wat in me los gemaakt. Over een afstand van 270 km hebben we om en bij de 10 uur gereden. De Route National n°1 ligt er erbarmelijk bij. De stukken geasfalteerde weg zijn schaars en de gemiddelde snelheid ligt vaak niet veel hoger dan 30 à 40 kilometer per uur. Die lange rit heeft me veel verschillende kanten van het land getoond. Van de kale ontboste bergen, waar hele steden en straten weggespoeld zijn door modderstromen na orkaan Ike twee jaar geleden en waar enkel grijze stoffige straten overblijven, met hier en daar nog een tentje van Unicef of US-Aid, tot de groene vlaktes met rijstvelden en de mooie stranden langs de westkust, waar de nieuwe rijken genieten van hun zondagsrust in een chic hotel. Haïti is een land van contrasten, het blijft me verbazen.


Foto: Joan De Bruyckere

Port-au-Prince zelf is gebouwd op een bergflank en als je van bovenaf geniet van de stilte en het uitzicht kan je je amper voorstellen wat er zich beneden allemaal afspeelt. Ik moet vaak denken aan de oude Haïtiaanse nummerplaten. Daarop staat in grote letters: Haïti – Perle des Antilles. Inderdaad, het zou een parel kunnen zijn. De zon, de natuur, de stranden met weelderige palmen en de muziek maken van het land een mooi plaatje. Maar jammer genoeg vertoont dat plaatje enkele hardnekkige barsten, ook al doet een magnifiek zicht over de stad anders vermoeden. Hier en daar stijgt er een rookpluim uit boven de stad. Het afval ligt vaak metershoog opgestapeld langs de kant van de weg en bij tijd en stond wordt de vlam er eens ingezet. Hele wijken in de arme benedenstad liggen bezaaid met troep. Er zijn amper woorden voor.

De arme benedenstad aan het water bestaat uit verschillende sloppenwijken: Cité Soleil, Cité de l’ Eternel, Cité de Democratie… Allemaal vrolijk klinkende namen die heel wat om het lijf lijken te hebben maar in realiteit verbergen ze niet te overziene armoede. Mensonwaardige levensomstandigheden, ongelofelijke taferelen die je met de neus op de harde realiteit drukken. Door films als Cidade de Deus en Slumdog Millionaire weet je en besef je wel hoe groot de verschillen tussen mensen kunnen zijn, hoe groot de armoede nog kan zijn in deze geglobaliseerde en hoogtechnologische wereld. Maar pas als je oog in oog staat met de realiteit, pas als je echt geconfronteerd wordt met deze grote vuilbak waar duizenden mensen op elkaar gepakt wonen, dringt het tot je door dat deze ver-van-je-bed-show voor heel wat mensen de harde dagelijkse werkelijkheid is. Stel je voor: een terrein zo groot als een voetbalveld met bergen afval van wel twee of drie meter hoog, het kakkersveld. De mensen hebben geen toilet en zijn noodgedwongen om op deze vuiligheid tussen de stront van een ander hun behoeften te doen. Onvoorstelbaar…

Iets verder de berg op, in de populaire wijken, lopen de mensen als mieren door elkaar. Overal langs de straten hebben Haïtianen hun kraampjes opgetrokken in de hoop koekjes, brood, bananen of een kledingsstuk aan de man te brengen. Bij gebrek aan werk lijkt iedereen wel iets te verkopen. Het tafereel oogt vrolijk. Maar als je diep in de mensen hun ogen kijkt of de uitdrukkingen op hun gezicht en hun lichaamshouding wat beter gadeslaat, merk je dat heel dit tafereel plots helemaal niet zo vrolijk meer is. De mensen maken zich zorgen of ze wel genoeg geld verdiend zullen hebben tegen het einde van de dag, of ze hun kinderen die week wel genoeg eten zullen kunnen geven, of ze met hun ziek familielid naar de dokter zullen kunnen gaan.

Overal lopen kinderen en tieners in de meest uiteenlopende vrolijk gekleurde uniformpjes rond. Onderwijs is hier big business, op elke straathoek staat wel een school. Toekomstperspectieven zijn er heel wat minder. Het mooie plaatje lijkt enkel een façade en vertoont dus opnieuw weer heel wat barsten. Ook hier in de middenstad ligt op de straathoeken en in de waterloopjes afval opgestapeld en stijgt er af en toe een rookpluim op. Toch vind ik de sfeer in dit deel van de stad niet onaangenaam. Ergens had ik me ingebeeld dat de hele stad één grote sloppenwijk zou zijn. Ik had dus niet verwacht hier zelfs een grasplein mèt fontein en bankjes aan te treffen!


Foto: Joan De Bruyckere

Acul Samedi

Ik heb dus al met heel wat plekjes en steden in Haïti kennisgemaakt. Maar het is helemaal niet nodig zo ver te reizen voor een confrontatie met het land, de cultuur en de mensen. Ook Akil Samdi is Haïti. En ook hier waren de dagdagelijkse belevenissen de voorbije anderhalve maand alles behalve gewoon voor mij.

Onze wandelingetjes door het dorp bleken al snel niet zomaar wandelingetjes te worden. Bijna elke wandeling mondde uit in een ziekenbezoek. De straat oogt altijd heel vrolijk, de zon schittert en de kinderen lachen. Vrouwen proberen aan hun kraampjes op de zondagsmarkt hun waar aan de man te brengen en wie niet werkt, luiert rustig in zijn stoel op het erf tussen de kippen en de varkentjes. Maar achter elke deur, achter elk gezicht schuilt wel verdriet en miserie. Iedereen lijkt met een of andere ziekte of familiedrama te kampen. Medicijnen zijn er niet en geld al evenmin, dus zodra we een erf opwandelen, brengen de mensen ons bij een ziek familielid en vragen ze om medicijnen. Die beelden zal ik nooit vergeten. Een man ziek in bed. Terminale prostaatkanker. Hij is naakt, graatmager en heeft doorligwonden. Je leest de pijn zo van zijn gezicht. Hij ligt daar te wachten tot de dood hem komt halen.

Wat dus allemaal aanvankelijk zo gewoon en doordeweeks lijkt, is in werkelijkheid een heel boek waard. Alle ervaringen en impressies slaan me in het gezicht en zoeken naar een plaatsje in mijn ervaringswereld. Toon heeft dus gelijk. Haïti is een land waar je niet zomaar naartoe reist. De dingen zijn hier niet zomaar ‘gewoon’. De mensen, de cultuur, de steden, de ervaringen, … deze impressies laten je nooit meer los. Ik zal nooit meer op dezelfde manier naar de wereld en de mensen kijken. Een reis naar Haïti is geen gewone reis. Zo’n reis maakt je enkele illusies armer en heel wat levenservaringen rijker.

Anneleen
1 december 2009

Meer artikels uit deze Lambi