Haïti: één jaar later (2)

Op dinsdag 11 januari vond in Brussel een tweetalige gespreksavond plaats rond de toestand op Haïti, één jaar na de aardbeving. De organisatie was in handen van het VHO. Sprekers waren langs Franstalige zijde Jan Weuts (noodhulpcoördinator Caritas International voor 1212) , Lionel Pierre Louis, architect en lid van de Haïtiaanse gemeenschap in België, en ITECA-voorziter Georges Werleigh. De Vlamingen waren scheutist Jan Hoet en journalist Chris De Stoop. Van deze laatste twee vatten we thans hun bijdrage samen.

Jan Hoet

Bij de aardbeving vielen waarschijnlijk 250 000 doden en kwamen er 1.5 miljoen daklozen. Hoewel ook hun woonst volledig vernield werd, zijn Jan en zijn medebewoners er persoonlijk goed vanaf gekomen. In ‘huize Mamosa’ was er maar één gekwetste, die overigens uitstekend werd opgevangen door het Belgische B-Fast-Team. Onmiddellijk na de beving was de internationale hulpverlening hartverwarmend, voedsel- en drinkwaterbedeling kwamen in het begin goed tot stand, op medisch vlak zijn er ware mirakels gebeurd.

Maar…. 1 jaar later is Port-au-Prince nog steeds één grote puinhoop. Er is geen echte planning voor wederopbouw, de slachtoffers hebben geen inspraak, er is geen coördinatie tussen de vele hulpverlenende organisaties, die mekaar overigens alsmaar meer in de weg lopen. Voor de aardbeving waren er op Haïti ongeveer 400 ngo’s werkzaam, thans zouden het er 12000 zijn!

De chaos in de hoofdstad wordt nog vergroot door de angst voor de eventueel uit het binnenland oprukkende cholera-epidemie en de politieke onrust rond de weer eens tumultueus verlopende verkiezingen. De gewone Haïtiaan leeft in een toestand van gelaten ontevredenheid. Hij voelt aan dat ze weer alles boven zijn hoofd aan het regelen zijn, en dat er weer eens anderen beter zullen van worden.

Chris De Stoop

Hij verwachtte een grote bouwwerf aan te treffen, maar alles is nog even kapot. In Port-au-Prince zie je overal tentenkampen, tot zelfs op de middenberm van de weg. De Haïtianen zeggen dat er niets voor hen wordt gedaan, ook vele ngo’s delen dat gevoel. Toch bruist het overal van het leven, terug in België lijkt het hier wel een saaie boel. Uit zijn kort verblijf meent hij twee lessen te kunnen trekken.

De eerste les is dat je met humanitaire hulp geen land kan opbouwen, structurele maatregelen zijn nodig. De humanitaire hulp, hoe broodnodig ook in een eerste fase, creëert een dilemma, omdat ze mensen aantrekt die afkomen op de voordelen. Aldus wonen er thans meer mensen in Port-au-Prince dan vóór de aardbeving en dreigen sommige tenten definitieve verblijven te worden. In een aantal kampen krijg je zelfs al een sociale opdeling tussen de armen en de vroegere middenklasse.

De tweede les lijkt eruit te bestaan dat je geen land kan opbouwen zonder de bevolking. Zo lijkt de VN-vestiging aan de luchthaven wel een versterkte burcht. Zo verlopen alle vergaderingen in het Engels en niet in het Frans of Creools. Alleen organisaties die met lokale partners samenwerken, doen het beter.
De gewone mensen zijn kritisch en geven het gevoel dat ze de toestand niet zullen blijven pikken. Het systeem van vóór de aardbeving heeft afgedaan, er moet iets nieuws komen. De wil om te veranderen is er, en dit geeft hoop.

Paul De Wolf
21 april 2011

Meer artikels uit deze rubriek