Haïtiaanse boeren voeren actie tegen neoliberalisme


Foto: Patryk Wezowski

Op wereldvoedseldag, 16 oktober, verzamelden boeren uit het hele land om na te denken over de rol van de landbouw in de nationale politiek. Ze protesteren tegen de overrompeling van de voedselmarkt door goedkope, gesubsidieerde producten uit het buitenland.

Honderden boeren van alle uithoeken van Haïti zijn samengekomen in Artibonite, de rijststreek van het land, zondag 16 oktober. In het lycée Jean Léopold Dominique in L’Estère hebben ze een nationaal seminarie gehouden over de rol van de boerenbeweging in de nationale politiek. Dit lyceum is een symbolische plaats, genoemd naar Jean Léopold Dominique, een landbouwkundige en journalist – zo zijn er dus nog! – die het opnam voor de boeren en de plattelandsbevolking, maar op 3 april 2000 vermoord werd. Samen met de rijstplanters van MOREPLA (Mouvement révendicatif des planteurs de l’Artibonite), heeft PAPDA de boerenbewegingen, de NGO’s en de pers op deze belangrijke dag gemobiliseerd. 16 oktober: Wereldvoedseldag volgens de officiële benaming van de Verenigde Naties. Basisbewegingen wereldwijd vinden deze naam echter te beperkt. Ze verkiezen: ‘Internationale Dag van de Strijd voor Voedselsoevereiniteit’, want het gaat om veel meer dan het recht op voedsel. Volkeren ijveren voor het recht hun eigen voedsel te mogen produceren, want dat is de basis van hun cultuur en hun economie.

Haïti is een landbouwland: rijst en bonen zijn de belangrijkste voedselproducten. Toch voert Haïti elk jaar meer dan 80 percent van zijn rijst in uit het buitenland. “Een beschamende situatie,” volgens gastspreker en professor Jean Rénol Elie van de Staatsuniversiteit van Haïti. “De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen, en een consequent landbouwbeleid uitstippelen.” Dat doet ze nu allesbehalve, vindt hij. Haïti heeft een enorm landbouwpotentieel en meer dan 62 percent van de bevolking is actief in de landbouw. Toch leeft 80 percent van hen in extreme armoede.

Dit is onaanvaardbaar,” betuigt Josué Vaval van PADPA strijdvaardig. “De westerse mogendheden maken onze landbouw kapot met hun imperialistische neoliberale politiek!” De Haïtiaanse staat heeft met de Amerikaanse multinational T&S Rice S.A. een importovereenkomst gesloten. De goedkope, gesubsidieerde rijst komt in Haïti aan, wordt verwerkt en verpakt in een fabriek met 300 werknemers, en overspoelt dan de nationale markt. De Haïtiaanse rijstsector biedt werk aan meer dan 125.000 mensen: boeren, landarbeiders, verkopers, uitbaters van rijstmolens, enzovoort. De boeren maken verlies: ze kunnen de concurrentie met de dumpingprijzen niet aan en moeten overschakelen op andere teelten, of stoppen met boeren. “De marktprijs van rijst is nu wel laag, maar wie kan garanderen dat dit zo blijft?”, vraagt professor Elie. Inderdaad, als de lage prijzen de nationale rijstproductie vernietigd hebben, wie kan dan T&S Rice ervan weerhouden zijn rijst duurder te verkopen om meer winst te maken?

De neoliberale politiek is een politiek van de dood”, vertelt Assancio Jacques, de voorzitter van MOREPLA, “nadat de Amerikanen in de jaren tachtig alle creoolse varkens uitgeroeid hebben, willen ze nu de rest van de landbouw vernietigen.” In 1982 betaalden de Verenigde Staten dictator Duvalier om de Haïtiaanse varkensstapel te elimineren, omdat een uitbraak van Afrikaanse varkenspest in Haïti de varkensindustrie in Noord-Amerika zou kunnen bedreigen. Bijna elke familie had wel een varkentje als spaarpot, dat jammerlijk verloren ging.

De plattelandsbevolking blijft de meerderheid uitmaken in Haïti, en moet betere voorwaarden kunnen afdwingen bij de regering. “Boeren moeten acties en mobilisaties organiseren, en zo druk uitoefenen op de overheid en op het toekomstige parlement,” zegt Elie, de aankomende verkiezingen indachtig. Niet de armen kruisen en afwachten, maar bijeenkomen, vergaderen en dossiers voorbereiden.

Wij boeren moeten ons verenigen!” roept ook Josué Vaval. “En er samen voor zorgen dat onze nationale markt niet verkocht wordt aan privé-bedrijven uit het Noorden!” De succesvolle dag werd afgerond met een pacifistische mars naar het centrum van Lestère, tegelijk gelegenheid om de omstanders te overtuigen van het belang van de nationale landbouw.

Wim Schalenbourg
1 december 2005