Heropbouw Haïti: een veelkoppige draak

Barsten in de muren van de campus
Barsten in de muren van de campus

De heropbouw na die fatale aardbeving van 12 januari 2010 is een moeizaam proces, dat weten we intussen wel. Veel mensen, waaronder ook bekenden zoals Raoul Peck (zie vorig nummer) zijn daar terecht boos over. Veel verklaringen waren er voor de vertragingen en die waren vast ook steekhoudend. Maar meer dan drie jaar na de aardbeving hadden veel belemmeringen moeten opgeruimd zijn. Voor de getroffenen en vooral de ruim 300.000 daklozen in de nog ruim 300 kampen, blijft het allemaal bitter. Volgens Amnesty International leeft trouwens een vierde van deze daklozen onder permanente dreiging om gewelddadig te worden uitgezet. In de heropbouw is veel geld omgegaan en het is duidelijk niet altijd naar behoren en met voldoende ernst besteed. Ogenschijnlijk wordt ook weinig ondernomen op overheidsvlak om het heropbouwproces vlotter en sneller te laten lopen. Het lijkt er eerder op dat de noodsituatie voor veel malafiden binnen en buiten Haïti een bron van snelle winst werd. Gelukkig zijn er ook lichtende en authentieke voorbeelden in het heropbouwverhaal. We maken een compilatie van artikels verschenen bij Alterpresse, een nieuwsagentschap in Port Au Prince.

Campus Henry Christophe in Limonade
Campus Henry Christophe in Limonade

De universiteitscampus van Limonade, een slordig cadeau

Met veel pompon werd op 12 januari 2012 de campus Henry Christophe in het noordelijke Limonade, als deel van de staatsuniversiteit van Haïti (UEH) ingehuldigd. De campus is een om diverse redenen betwist geschenk van de Dominicaanse Republiek. Hij telt 4 gebouwen met 72 lokalen op een terrein van 60 ha en kan tot 10.000 studenten ontvangen. De constructie duurde nog geen 6 maanden, wat alom verbazing en bewondering wekte. De snelle realisatie blijkt een keerzijde te hebben. Een correspondent van Alterpresse omschrijft de structuur als een gescheurd gebouw, poreus als een gewoon plastiekzeil, mishandeld door de zon.

Op 19 november 2012 werd de campus geopend. Er waren 7.000 studenten die een ingangsexamen aflegden. Nog 50 lokalen van de 72 zijn nu in gebruik en veel elektronisch materiaal in de laboratoria werd vernield door waterinsijpeling. Ook de toiletten lieten het afweten. De scheuren in de muren gaan soms diep en zijn verontrustend. Het rectoraat van Port Au Prince stuurde civiele ingenieurs om de schade te onderzoeken. Aan Dominicaanse zijde beloofde men te komen repareren. Tot nog toe werd niets ondernomen om de gebreken te verhelpen.

Naast de onbruikbare lokalen heeft de campus ook met andere moeilijkheden af te rekenen. Sommige professoren werken er al meer dan 6 maanden zonder tegenprestatie op hun bankrekening. De campus werd geopend zonder een compleet professorenkader en tot nog toe mist men er titularissen. Professoren zijn in moeilijke omstandigheden geïnstalleerd. Sommige richtingen, zoals pedagogie, zijn nog niet beschikbaar en andere zijn nog te definiëren, wat het geval is voor schone kunsten.
Campus Henri Christophe is duidelijk een geschenk dat niet aan de verwachtingen en de normen beantwoordt. Wie stelt dan de vraag over verantwoordelijkheden in deze? Of mag Haïti een gegeven Dominicaans paard niet in de mond kijken?

Invasie van krakers rond modelkamp Corail reeds in oktober 2010
Invasie van krakers rond modelkamp Corail reeds in oktober 2010

Corail : een modelkamp wordt aanleiding tot een immense krottenwijk

Het verhaal van dit modelkamp is speciaal en controversieel. De laatste steen ervan is nog niet boven gehaald en de laatste dollar evenmin uitgegeven. Het begint direct na de aardbeving, de overheid beschikt over weinig of geen echt grote terreinen om de anderhalf miljoen daklozen in kampen op te vangen. Onder de zoveel honderden inderhaast opgetrokken kampen waren er waar de mensen op een erg hellend terrein moesten overleven zoals dat bij de countryclub van Pétionville. Een kamp van 5000 daklozen waar acteur Sean Penn zich over ontfermde. Dit soort kampen moest een nieuwe locatie krijgen omdat ze te gevaarlijk waren met het oog op het aankomende regenseizoen..

Het oog van Sean Penn en Amerikaanse legermensen viel op terreinen in de desolate en dorre streek Corail – Cesselesse, ook Canaan of Jérusalem genoemd. Het ligt op 18 km noordoost van Port Au Prince. Om evidente ecologische en economische redenen vindt men het een slechte site. Ook president Préval was tegen deze wijze van uitbreiding van de stad.

Nieuwe overheidskantoren in de steigers
Nieuwe overheidskantoren in de steigers

De (tijds)druk was groot en de bedoelde terreinen werden in maart 2010 dan toch van openbaar nut verklaard. Het Amerikaans leger liet zijn bulldozers nivelleringswerken uitvoeren op 2 terreinen van 5000 ha en in april opende het kamp in de sectoren 3 en 4. Het zijn de Internationale Organisatie voor Migratie (OIM), World Vision en het Amerikaans Vluchtelingen Comité (ARC) die het kamp inrichtten en daarvoor samen meer dan 10 miljoen dollar uitgaven. Het ging om tenten, scholen, speelvelden, gemeenschaphall, toiletten, elektrische voorzieningen. Water blijft in de kampen een groot probleem en dit ondanks de beloftes en inspanningen van OXFAM en de VN in 2011 om een nieuw waterdistributiesysteem met citernes uit te bouwen. Het is niet duidelijk of het er niet kwam of niet functioneert, maar de mensen moeten nu ongeveer 8,2 eurocent per emmer water betalen. Veel kampbewoners zijn straathandelaars of mensen met een kleine job in de stad, die elke dag de verplaatsing heen en terug naar en van de stad moeten betalen om iets te kunnen verdienen. Corail is dus verre van een goede uitvalsbasis, laat staan verblijfplaats. Intussen werden voorlopige verblijven opgetrokken om de tenten te vervangen. Het zijn éénkamerhuisjes met één deur en één venster, met muren uit multiplex en een dak van golfplaten, de oppervlakte is 24 m2 . Kostprijs volgens World Vision was 4500 dollar of zo’n 3250 Euro. Niet alle huisjes zijn even zorgvuldig in mekaar gezet en er zijn nogal wat klachten over lekken. Intussen proberen zij die het financieel aankunnen de huisjes een permanent karakter te geven met cementblokken en andere materialen of het piepkleine huisje uit te breiden.

Eigenlijk was het de bedoeling om mensen uit andere kampen in Port Au Prince in nieuwe kampen van Corail Cesselesse onder te brengen, in de overblijvende sectoren 1 en 2. Handige oplichters en avonturiers waren de hulporganisaties echter te snel af. Van zodra de bulldozers de terreinen genivelleerd hadden, kwam een toeloop op gang van lichtgelovige mensen die een stukje grond kochten. Later zouden ze er een huisje op krijgen van de hulporganisaties of de overheid. De overheid deed niets om deze praktijk tegen te gaan en intussen is rondom het modelkamp een sloppenwijk ontstaan van 11 km2 waar zich naar schatting 65.000 tot 100.000 mensen ophouden. Ze leven in krotten en barakken die kriskras door mekaar staan en waar buiten het modelkamp, geen enkele nutsvoorziening is. Een nieuw probleem ontstond dus.

Ook problemen voor de Haïtiaanse firma NABATEC, die eigenlijk op de nu bewoonde terreinen het project ‘Habitat Haïti 2020’ wilde ontwikkelen. Dit project van de hand van NABATEC voorzitter Gérald Emile Brun was een ‘economisch geïntegreerde zone’. Daarin zouden industriële parken, ééngezins – en meergezinswoningen, scholen, groene ruimtes en een commercieel centrum worden uitgebouwd. Een project van 2 miljard dollar over 15 jaar, dat zowel van de nationale overheidsinstanties als van de Wereldbank goedkeuring kreeg. Een Koreaanse firma en een Amerikaanse liefdadigheidsorganisatie hadden er zelfs al terrein gekocht. De rol van mijnheer Brun is niet helemaal duidelijk, wellicht had hij het modelkamp en zijn 10.000 bewoners kunnen integreren in zijn project. Misschien had hij daarvoor wel steun kunnen vinden van diverse kanten en vond hij de aanvankelijke (hopelijk tijdelijke) verklaring van openbaar nut, niet eens zo erg. Nu tienduizenden krakers op de terreinen aanwezig zijn wordt zijn project onmogelijk gezien de overheid niet optreedt. Dan is hij maar een procedure voor schadeloosstelling gestart voor 64 miljoen dollar.
Volgens de ‘Eenheid voor de bouw van woningen en openbare gebouwen’ een nieuwe dienst opgericht in november 2011 en verbonden aan het kantoor van de eerste minister, kunnen de mensen niet meer worden uitgezet. Er moet worden gezocht naar oplossingen om de site te urbaniseren. Een projectontwerp zou al klaar gemaakt zijn door een Canadese firma (IBI/DAA) en het Haïtiaanse SODADE. De voorbereidende infrastructuurwerken werden op 50 miljoen dollar geraamd. Maar heel veel mensen zullen nog moeten overtuigd worden om plaats te maken voor de nutsvoorzieningen op of door hun terrein(tje). Eigenlijk neemt de Haïtiaanse overheid hiermee het NABATEC-plan deels over. Zal de overheid evenwel de nodige middelen vinden om dit verder uit te werken? Of verwordt Corail tot de grootste en duurste sloppenwijk van Haïti?
Verwikkelingen bij een modelkamp dat ongetwijfeld met goede bedoelingen (voorlopig!?) in Corail werd ingepland maar nog geen echte (model)perspectieven kan bieden voor zijn bewoners.

Is de IKEA noodwoning een mogelijke oplossing voor de kampen in Haïti?

IKEA blijkt de grootste private donor te zijn van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, het UNCHR. Nu wil IKEA het over een andere boeg gooien, blijkbaar hebben ze de intentie om voorlopige noodwoningen te schenken of te verkopen aan het UNHCR. Drie miljoen vluchtelingen over de wereld verspreid, kan je ook vanuit een marktoogpunt benaderen… ze hebben huisvesting nodig, voeding, drinkwater, toiletten, scholen, en liefst nog iets meer dan deze primaire behoeftedekking. IKEA ontwikkelde een kleine noodwoning uit panelen van isolerende kunststof die in vier dozen van samen amper 100 kg kan worden geleverd, zonnepaneel inbegrepen. De nu gebruikelijke tenten zijn goedkoper, maar de IKEA noodwoning is dubbel zo groot en zou 18 maanden tot 36 maanden meegaan in plaats van de 6 maanden voor de tenten. In de komende tijd zal een proefversie worden uitgetest in een kamp in Zuid-oost Ethiopië. Als de huisjes bevallen bij de Somalische vluchtelingen zou UNCHR ze in productie nemen.

IKEA dat zich ook in de gewone huizenbouw wil begeven, wordt in de toekomst misschien wel een grote speler in de noodhulp. Een aanbeveling misschien aan IKEA indien ze hun noodhuisjes in Haïti willen optrekken: lever meteen ook stormtouw en piketten mee, kwestie van de orkanen.

En de heropbouw van de overheidsgebouwen?

Het presidentieel paleis in ruïne, de meeste ministeries ingestort… De infrastructuur van de Haïtiaanse administratie moet ook letterlijk worden heropgebouwd. Er wordt weinig gecommuniceerd over deze vorderingen, maar er beweegt wel wat en na 3,5 jaar na de aardbeving mag dat ook wel. Al klaagt men over veel minder happigheid in deze bij de internationale donoren.

Op 22 augustus 2012 lanceerde president Martelly de afbraak en opruiming van het presidentieel paleis. De stichting J/P Haitian Relief Organisation van acteur Sean Penn, ook betrokken bij het modelkamp in Corail, neemt de afbraak voor zijn rekening als een bijdrage aan de Haïtiaanse staat. Na 3 maand moesten de ruines opgeruimd zijn. Een aanvangsdatum voor de heropbouw van het paleis zelf werd nooit bekend gemaakt. Wel werd verklaard dat het paleis zo identiek mogelijk zou worden heropgebouwd, maar aardbevingsbestendig dit keer. Of dit nu voor Haïti de best mogelijke optie is en wie dat zal betalen is voorlopig niet duidelijk.

Van de tent naar de voorlopige éénkamerwonig in Corail
Van de tent naar de voorlopige éénkamerwonig in Corail

Al snel na de aardbeving werd geopteerd om een nieuw administratief centrum in te planten in de benedenstad ter vervanging van de ingestorte overheidsgebouwen. Daarvoor zou 300 hectare onteigend worden. Deze zijn lopende, tenminste veel onteigeningsdossiers zijn ingediend bij de ministeries van financiën en openbare werken. De ‘Eenheid voor de bouw van woningen en openbare gebouwen’ (Uclbp) wacht op goedkeuring om de schadeloosstellingen te betalen. Het gaat hier duidelijk om een ingewikkeld kluwen, waar veel discussies en wellicht nog rechtszaken zullen worden voor aangespannen. Maar intussen zijn een aantal constructies opgestart en wordt hun vordering percentueel aangegeven door Uclbp. Een nieuw gebouw voor het ‘ministerie voor handel en industrie’ (Mci) staar er al voor 30%, dat voor ‘binnenlandse zaken en grondgebiedzaken’ (Mict) voor 28% en dat van buitenlandse zaken voor 10%. In mei kwam er plots een onderbreking van de werken. Volgens het Uclbp een kwestie van de funderingsstructuren te controleren om te anticiperen op mogelijks kleine problemen, niets ernstigs. Volgens anderen was er gebrek aan fondsen. Er was begin juli 2013 duidelijk weinig activiteit op de werven. Het budget voor het Mci en het Mict is 17 miljoen dollar en Hadom Constructora is de ondernemer.

Welke fondsen voor welke gebouwen bestemd zijn is niet altijd duidelijk al wordt er met bedragen gegoocheld. Voor het budget 2013 zou er 128 miljoen dollar voorzien zijn voor de openbare gebouwen, waarvan 10 miljoen voor de plannen en ongeveer 7,5 miljoen voor de supervisie. Volgens de directeur van Uclbp komt het geld grotendeels van de schatkist en van de fondsen van PetroCaribe. Op 12 juni 2012 tekenden eerste minister Lamothe en de ambassadeur van Taiwan een akkoord voor 4,275 miljoen dollar voor de bouw van 5 andere gebouwen van de staat. Het gaat om het gebouw voor het ‘hof van cassatie’, het ‘ministerie van economie en financiën’, de ‘algemene directie belastingen’, de ‘algemene administratie douane’ en voor het ‘rekenhof en administratieve betwistingen’. Op 2 maart 2010 had de Europese Unie reeds een eerste schijf van 100 miljoen vrij gemaakt voor onder andere overheidsgebouwen in Haïti.

Veel geld zal hier omgaan, laten we hopen dat het kundig wordt besteed. De journalist van Alterpresse was op de werven in elk geval niet erg welkom, openbaarheid van bestuur en transparantie zijn in Haïti nog geen feit. Hopelijk doen de bevoegde instanties hun werk.

Heropbouw woningen volgens ITECA

Het huizenbouwproject ITECA, een voorbeeld van volgehouden ernst

Gressier, op ongeveer 20 km ten zuiden van PaP en dicht bij het episch centrum van de aardbeving van 12 januari 2010 werd hard getroffen. ITECA (Instituut voor Technologie et Gemeenschapsanimatie) heeft er zijn zetel en vormingscentrum, dat eveneens zwaar beschadigd werd. Direct inventariseerde ITECA de schade bij de inwoners, er werden 3800 families geënquêteerd. Een heropbouwplan werd opgemaakt en voor de 1700 meest kwetsbare en getroffen families werd vlak bij de vernielde woning mits het vervullen van basiscriteria een nieuwe woning voorzien. Een waardige en leefbare woning met een oppervlakte van 41 m2, orkaan en aardbevingsbestendig, voorzien van verlichting door een zonnepaneel, een toilet en een regenwaterreservoir.

ITECA haalde zijn mosterd bij de faculteit landelijk genie van de het Aziatisch Instituut voor Technologie in Bangkok dat het lage kosten Habitech Building System ontwikkelde. Deze veilige goed uitgeruste driekamerwoning met galerij heeft een kostenplaatje van ongeveer 6.250 Euro en wordt in 2 weken opgetrokken. Het vergde heel wat onderhandeling, overleg en discussie om de ganse gemeenschap te betrekken in het project. Maar dit gold even goed om de financiers Ontwikkeling en Vrede en ACDI, respectievelijk het Broederlijk Delen en DGD van Canada over de brug te halen. Ook van ITECA zelf vroeg het groei in organisatiekracht. Maar in februari laatst konden aan de geselecteerde families eens 58 sleutels en eigendomtitels worden overhandigd van de geplande 400 huizen in Ti Boukan. Ti Boukan is een gemeentelijke sectie van Gressier, waar in totaal dus 1700 nieuwe woningen moeten komen. Het hele project dat nu over een heuse productie-entiteit beschikt geeft met de gespecialiseerde werkkrachten op de verschillende bouwwerven aan 600 mensen werk, een enorme meerwaarde in de Haïtiaanse realiteit.
Met het hele opzet bewijst ITECA dat teveel internationale organisaties de capaciteiten van locale organisaties hebben miskend. De internationale organisaties hebben eigen visies en agenda’s doorgedrukt. Ze werkten boven de hoofden i.p.v. met de locale organisaties. De internationale organisaties kunnen dan meestal ook niet het resultaat voorleggen dat ITECA nu bereikt.

Rhoddy Petit
22 september 2013

Meer artikels uit deze rubriek