Het leven gaat verder

De voorbije maanden waren er geen politieke spanningen, de internationale troepenmacht blijft present, de Haïtiaanse politie doet met vallen en opstaan haar werk, toch blijven er nog ontvoeringen plaatsvinden.

In zijn nieuwjaarstoespraak riep president Préval het volk op tot eenheid en geduld. Hij zei: “Er zal geen mirakel gebeuren, maar langzaam maar zeker vindt de vogel zijn nest.” Op het stuk van de veiligheid onderlijnde het staatshoofd het verdwijnen van de gewapende bendes in 2007, dankzij de gezamenlijke inspanningen van de nationale politie en de VN-troepen, de Minustah.

Hij stipte ook de bevredigende resultaten aan inzake ontwapening en hij prees zijn medewerkers voor hun strijd tegen de corruptie. Het grootste probleem blijft volgens hem de torenhoge werkloosheid. Ondanks de toename van de staatsinkomsten en de internationale hulp lukt het de staat niet om voldoende grote projecten te realiseren. Hij signaleerde in dit verband het onvermogen van de privé-bouwondernemingen die niet over de nodige middelen beschikken om aangepast materiaal te kopen.

Préval stelde voor om met de beschikbare middelen in de 140 gemeenten van de republiek cultuur- en sportcentra te bouwen, waar het Internet beschikbaar is. Hij stelde ook voor om de agro-industrie te ontwikkelen, vooral de productie van vruchtensap. Bij wijze van voorbeeld verwees hij naar de productie daarvan in zijn geboortedorp Marmelade. Verder had hij het over het aanleggen van vijvers voor visvangst. Ten slotte zei hij dat er binnenkort een wetsvoorstel komt om de belastingontduiking harder aan te pakken.

Gedeeltelijke verkiezingen

De verkiezingen voor een deel van de senatoren zijn in december niet doorgegaan. Sommige senatoren stelden voor om hun mandaat, dat normaal afliep in januari, te verlengen. Als dat niet gebeurde, zou de senaat niet meer kunnen functioneren. Uiteindelijk werd een compromis gevonden. De 10 betrokken senatoren zullen op post blijven tot aan de stemming over de volgende kieswet. Deze consensus toont volgens René Préval dat de zaken in het land veranderd zijn.

De hoge kosten van levensonderhoud

De oplossing voor de almaar stijgende kosten van het levensonderhoud ligt volgens Préval niet in het verlagen van de prijzen, maar in de toename van de productie en de verhoging van de lonen. Hij stipte aan dat er recent een loonsverhoging was in de openbare sector en hij riep de privé-sector op hetzelfde te doen. Daarenboven zei hij dat de hoge taksen in de haven er de oorzaak van zijn dat sommige producten zo duur zijn en hij beloofde een matiging van deze taksen in de loop van dit jaar.

Ook premier Jacques-Edouard Alexis sprak over de stijgende kosten van levensonderhoud. Hij zei dat het een hardnekkig probleem is dat te wijten is aan de stijging van de prijzen van bepaalde producten op de internationale markten.

De politie

Sinds het leger in 1995 werd ontbonden, is de politie verantwoordelijk voor de ordehandhaving. De politie wordt daarin bijgestaan door de Minustah, de internationale vredesmacht van de Verenigde Naties. De laatste jaren zijn er heel wat inspanningen gedaan om een volwaardige politiemacht tot stand te brengen. Dit proces verloopt met vallen en opstaan.

Eind januari maakte Mario Andrésol, directeur-generaal van de politie, bekend dat het proces van hervorming en uitzuivering van de politie verdergaat. De voorbije twee jaar werden 545 politieagenten ontslagen. Veelal werden ze doorverwezen naar justitie omdat ze betrokken waren bij voorvallen waarbij de mensenrechten geschonden werden. De meerderheid van deze politieagenten waren bovendien betrokken bij andere misbruiken waaronder drugshandel. Van elke 10 drugshandelaars die in 2007 in Haïti gearresteerd werden, waren er 5 politieagenten.

Meer dan een vierde van het nationale budget wordt besteed aan de politie. De politie krijgt ook technische en logistieke steun van bepaalde landen zoals Canada, Frankrijk en de VS. In 2007 werden zo’n 200 ontvoeringen opgelost, dankzij een betere samenwerking tussen de nationale politie en de politieagenten van de Minustah. Volgens Andrésol is er een grote vooruitgang op dit vlak, maar hij verklaarde ook dat de criminaliteit in het land niet volledig uitgeroeid kan worden. Andrésol zei dat de politie niet volledig uitgerust is om alle ontvoeringen op te lossen.

Statistieken spreken boekdelen

Het Haïtiaans Instituut van Statistiek en Informatica is begonnen met het publiceren van de resultaten van de volkstelling die in januari 2003 is gestart. In 2003 telde Haïti 8,4 miljoen inwoners. Ieder jaar zou de bevolking toenemen met 200 000 inwoners, zodat in 2008 Haïti ongeveer 9,4 miljoen inwoners zal tellen. Meer dan de helft van de bevolking is jonger dan 21 jaar en 35% is jonger dan 15 jaar.

In de stedelijke gebieden zijn er 86 mannen op 100 vrouwen, in het binnenland zijn 98 op 100. In het binnenland hebben de vrouwen gemiddeld vier kinderen, in de stedelijke gebieden drie.

Bijna 60% van de bevolking woont in het binnenland, van wie 50% landbouwer of visser is en 25% handel drijft. Van de personen boven de 10 jaar kan 61% lezen en schrijven. In de stedelijke gebieden is dat 80%, in het binnenland is slechts 47% gealfabetiseerd.

Tijdens het schooljaar 2001-2002 bezocht 46% van de bevolking tussen 6 en 24 jaar een school of een universiteit met maar weinig verschil tussen jongens en meisjes. Om te koken, gebruiken in het binnenland 9 op de 10 huishoudens hout of stro, in de stedelijke gebieden gebruikt 68% van de gezinnen houtskool.

Tussen 2006 en 2007 heeft de politie minstens 100 gegijzelden bevrijd en 533 personen gearresteerd die betrokken waren bij ontvoeringen. De politie voorziet dat 600 politieagenten gevormd zullen worden om ’s nachts te patrouilleren in de straten van de hoofdstad. De politieleiding kondigde ook de vorming aan van een speciale afdeling voor vrouwen. Deze afdeling heeft als doel het geweld tegen vrouwen te bestrijden. Er zal in het Nationaal Fort een politiebureau geopend worden dat alleen door vrouwen bezet zal zijn en waar een verpleegster zal zijn voor de verzorging van vrouwen die geslagen of seksueel misbruikt werden.

Tegen 2010 hopen de autoriteiten 12 tot 14 duizend politieagenten te hebben. Om dit aantal te halen, dienen jaarlijks meer dan 1000 nieuwe agenten gevormd te worden.

De Minustah

De Minustah (VN-blauwhelmen) helpen al verscheidene jaren de politie in Haïti om orde en veiligheid tot stand te brengen. De chef van de Minustah, Hedi Annabi, stelde begin januari dat er een positieve balans opgemaakt kan worden van de activiteiten van de blauwhelmen gedurende 2007. Volgens de Tunesische diplomaat keerde de rust terug in de wijken waar rechteloosheid heerste door de arrestatie van de bendeleiders en de ontmanteling van de criminele organisaties. Hij verheugde er zich eveneens over dat er een betekenisvolle vermindering was van het aantal ontvoeringen in 2007. In 2006 waren er zo’n 500 ontvoeringen, in 2007 waren dat er 227.

Hij oordeelde dat er nog heel wat werk aan de winkel is om tot een volledige stabiliteit in het land te komen, maar dat Haïti klaar is om investeerders in de economie te ontvangen. Hij stipte ook aan dat tijdens het voorbije jaar 160 projecten gerealiseerd werden door de Minustah, gaande van het herinrichten van overheidsgebouwen en het verbeteren van wegen tot het herstellen van de waterleiding in een honderdtal gemeenten. Hij toonde zich tevreden over de rol die de Minustah speelde gedurende de overstromingen.

Gedurende 2008 zal de Minustah ook een nultolerantie handhaven wat betreft de schendingen van de regels van de Minustah. Hiermee verwees hij naar de gevallen van seksueel misbruik door Srilankaanse militairen van de Minustah. Hij preciseerde dat de procedures van de krijgsraad gevolgd zullen worden in Sri Lanka tegen de soldaten die beschuldigd werden van seksueel misbruik van minderjarige Haïtianen. Eerder was er in Haïti verontwaardiging over het feit dat de betrokken Srilankaanse soldaten gerepatrieerd werden. Men dacht dat zij zo hun straf zouden ontlopen. Verschillende Haïtiaanse vrouwenorganisaties eisten dat zij in Haïti zouden berecht worden.

Boerenorganisaties

De leiders van een aantal boerenorganisaties, waaronder Kros, de boerenbeweging van Papaye en Tèt kole, hebben kritisch gekeken naar hun eigen praktijken en de manier waarop zij in het verleden standpunten hebben ingenomen. Zij erkenden dat ze verdeeld waren en dat zij fouten hebben gemaakt bij het aan de macht brengen van Lavalas en verder in hun betrekkingen met Lavalas, toen die groepering aan de macht was, of in hun contacten met politieke groeperingen.

De boerenleiders besloten beter samen te werken om het hoofd te bieden aan problemen als de hoge kosten van levensonderhoud, de bezetting van het land door buitenlandse militairen, de keuze van de overheid voor neoliberalisme, het verlies van nationale soevereiniteit en de achteruitgang van de landbouwproductie en het milieu. Ze besloten een einde te maken aan alle praktijken die hen zouden kunnen verdelen en ze drukten de wil uit om een dialoog op te zetten en een werking die gebaseerd is op transparantie.

De Dominicaanse Republiek

Na twee maanden activiteit werden soldaten van de Dominicaanse grensbewaking, Cesfront, overgeplaatst. Ze werden beschuldigd van schendingen van de mensenrechten en corruptie. Zo zouden ze de handelaars op de markt van Dajabon slecht behandeld hebben.
In december werden weer veel Haïtianen uit de Dominicaanse Republiek gezet. Haitiaanse en Dominicaanse mensenrechtenorganisaties veroordeelden deze praktijken. Eind januari werden op één dag 2000 Haïtianen zonder papieren de grens overgezet.

Op 4 januari verbood het Haïtiaanse ministerie van landbouw de invoer van gevogelte vanuit de Dominicaanse Republiek. Daar werd in december vogelgriep vastgesteld in twee groepen van hanen. Deze vogelgriep is niet schadelijk voor de mens. Traditioneel worden aan de grens tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek veel hanen uitgewisseld. Bovendien worden 20% van alle eieren van de Dominicaanse Republiek uitgevoerd naar Haïti.

Bart Van Malderen
1 maart 2008