Het leven gaat verder

De voorlopige regering van premier Gérard Latortue is al enkele maanden aan de macht. Verschillende vakbonden maakten een negatieve balans op van de eerste 100 dagen van de regering. Ze verklaarden dat er corruptie blijft bestaan in verschillende overheidsinstellingen. De Groep van de 184 maakte eveneens een kritische balans op. Zij vinden dat de overgangsregering de vijf zogeheten “grote overgangsdossiers” slecht behandelde, namelijk: de verkiezingen, het gerecht, de ontwapening, de stijgende kosten van levensonderhoud en de vergoeding van de slachtoffers van de gebeurtenissen van 29 februari, de dag waarop Aristide vertrok en er overal geplunderd werd.

In een rapport over Haïti drukte Amnesty International grote bezorgdheid uit over de veiligheid van de burgers die bedreigd worden door afpersing en geweldpleging door gewapende groepen. De internationale troepenmacht is niet in staat gebleken om daar verandering in te brengen. Op 25 juni werd de macht van de voorlopige internationale troepenmacht overgedragen aan de ‘Mission des Nations Unies pour la stabilisation en Haïti’ (MINUSTAH). De Braziliaanse generaal, Augusto Heleno, die het bevel voert over de blauwhelmen, benadrukte dat de MINUSTAH geen bezettingsmacht is. “Wij zijn hier om mee te helpen aan de verbetering van alle Haïtiaanse instellingen”, verklaarde hij. Verder verduidelijkte hij dat de MINUSTAH op dat moment uit 500 militairen bestond (Brazilianen, Chilenen en Canadezen). In augustus zal ze bestaan uit 6700 soldaten, 1622 politieagenten en 900 burgerlijke functionarissen. Heleno zei dat de patrouilles en de controles op de wegen zullen verdergaan en dat de ontwapening het moeilijkste deel van de missie blijft.

Ex-premier Neptune in de cel

Sinds 27 juni zit Yvon Neptune, de laatste premier onde Aristide, in de gevangenis, op beval van een onderzoeksrechter in Saint-Marc. Deze was belast met het onderzoek naar het bloedbad dat zich daar op 11 februari heeft afgespeeld.

Pierre Espérance, coördinator van de Nationale coalitie voor de rechten van de Haïtianen, bracht onmiddellijk een bezoek aan Neptune in de gevangenis. Hij wenste dat de rechten van de voormalige eerste minister gerespecteerd worden. De Amerikaanse ambassade publiceerde een verklaring waarin ze de Haïtiaanse autoriteiten vroeg om te waken over de waardigheid van de voormalige premier en zijn veiligheid te garanderen.

De ex-militairen

De voormalige chef van de rebellen, Guy Philippe, verklaarde dat hij en zijn kameraden zich niet geviseerd voelen door de ontwapeningscampagne. Volgens hem zijn de autoriteiten niet in staat om de veiligheid van de bevolking te garanderen. Alleen de voormalige militairen zijn daartoe in staat. Hij betreurde dat het nieuwe regime de ex-militairen tracht uit te sluiten.

De gedemobiliseerde militairen eisen dat de staat hen 10 jaar achterstallig salaris betaalt. Een 100 tal ex-militairen defileerde in Port-au-Prince op 15 augustus.

De OAS en de CARICOM

Op de 34ste top van de Organisatie van Amerikaanse Staten verklaarde secretaris-generaal Cesar Gaviria dat het geval Haïti “veel te moeilijk was voor de OAS”. Het vraagstuk rond Haïti vormde de inzet van belangrijke debatten. Tot dan weigerde de CARICOM (Communauté des Caraïbes), die bestaat uit 15 van de 34 leden van de OAS, de regering van Gérard Latortue te erkennen. Uiteindelijk werd een compromis gevonden. In de tekst van de resolutie die op de top van de OAS werd goedgekeurd, worden de Haïtiaanse autoriteiten erkend als ‘overgangsregering’. De OAS vroeg een onderzoek naar de omstandigheden van het vertrek van Aristide. Dit werd geweigerd door Washington. Het vertrek werd gekwalificeerd als ‘ontslag’. De OAS vroeg aan zijn permanente raad om alle diplomatieke initiatieven te nemen om het volledige herstel van de democratie in Haïti te bevorderen.


Ex-premier Neptune

En Aristide?

In Zuid-Afrika, waar Aristide zich momenteel bevindt, verklaarde de ex-president dat hij klaar was voor de ‘dialoog’ met de UNO, de Verenigde Staten en Frankrijk, om op termijn zijn terugkeer naar Haïti voor te bereiden. De voormalige president zegt ervan overtuigd te zijn dat de overgrote meerderheid van het Haïtiaanse volk op een vreedzame manier verder strijdt voor zijn terugkeer. In Zuid-Afrika houdt Aristide zich bezig met het schrijven van een boek over de gebeurtenissen van 29 februari. In Haïti waren er een tweetal betogingen van aanhangers van Aristide die de overgangsregering kritiseerden en Aritides terugkeer eisten.

De Voorlopige Kiesraad

Ondertussen raken de aanhangers van Aristide het er niet over eens of ze zullen deelnemen aan de Conseil Electoral Provisoire (CEP of Voorlopige Kiesraad). De politieke organisatie Fanmi Lavalas weigerde tenslotte deel te nemen aan de CEP omdat er over het hele land een vlaag van arrestaties en politieke vervolgingen woedt tegen zijn leden en sympathisanten. Uiteindelijk werd iemand van buiten Lavalas gekozen als negende lid van de Voorlopige Kiesraad. Fanmi Lavalas liet weten dat ze de verkiezingen die voorbereid worden door de CEP niet zal erkennen. Volgens Fanmi Lavalas zal de CEP verkiezingen organiseren in het voordeel van een politieke clan, in het kader van wat zij noemen ‘een democratie zonder stem’, die de technocraten willen opleggen aan het land.

Premier Latortue is voor verkiezingen in 2005 in drie rondes: eerst gemeenteraadsverkiezingen, dan parlementsverkiezingen en tenslotte presidentsverkiezingen. Hij benadrukte wel dat het uiteindelijk de CEP is die beslist.

Ontwapening via voetbal?

Tijdens de drie maanden die de voorlopige internationale troepenmacht aanwezig was in Haïti werden er maar 200 wapens in beslag genomen. Premier Latortue had daarom een idee. Hij nodigde het prestigieuze Braziliaanse voetbalteam uit om in Port-au-Prince een match te komen spelen tegen het Haïtiaanse elftal. De toegangstickets voor het stadium Sylvio Cator zouden te krijgen zijn in ruil voor het inleveren van wapens. Al snel werd opgemerkt dat de grote meerderheid van hen die de match willen bijwonen geen illegale wapens bezitten. De MINUSTAH stond positief tegenover de sportieve bijdrage van Brazilië en preciseerde dat er verschillende andere mogelijkheden zijn om bezitters van illegale wapens te doen meewerken.

De wedstrijd vond plaats op 18 augustus. De Brazilianen wonnen met 6-0.

Internationale hulp

Op 19 en 20 juli was er in Washington op de zetel van de Wereldbank een conferentie van de donors voor Haïti. Ze werden er samengebracht in het kader van een tussentijdse coöperatie tussen de voorlopige regering, de Europese Commissie, de Inter-Amerikaanse Bank van Ontwikkeling, de Verenigde Naties en de Wereldbank. Er namen onder andere aan deel: de Haïtiaanse premier, de secretaris-generaal van de UNO, de voorzitters van de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Bank van Ontwikkeling en Amerikaans staatssecretaris, Colin Powell. Volgens het eindrapport lopen de noden van Haïti op tot 1,3 miljard dollar.
De donorconferentie was een test voor de voorlopige regering. Een eerdere missie van de eerste minister liep uit op vrijwel niets. Nu toonde Gérard Latortue zich verrukt over het resultaat van deze conferentie. Het aangekondigde bedrag van giften en nieuwe kredieten voor de twee volgende jaren loopt op tot 1085 miljoen dollar. De Europese Commissie draagt 325 miljoen bij, Amerikaans staatssecretaris Colin Powell beloofde 230 miljoen, de Inter-Amerikaanse Bank van Ontwikkeling beloofde 260 miljoen te lenen en de Wereldbank 150 miljoen dollar.

De organisatie Oxfam relativeerde de aangekondigde cijfers door erop te wijzen dat een aanzienlijk deel van het beloofde geld gaat over leningen en niet over giften. Dit kan de buitenlandse schuld van Haïti, die al 1,2 miljard dollar bedraagt, nog doen oplopen.

Chavannes Jean Baptiste, woordvoerder van de boerenbeweging van Papaye (MPP), verklaarde dat iedereen weet dat de internationale hulp nooit onschuldig is en gebaseerd is op de belangen van de internationale instellingen, namelijk de Wereldbank en het IMF. Volgens Chavannes denken de deskundigen aan mondialisering in neoliberaal perspectief. Ook de boerenbeweging Tèt Kole uitte kritiek op de economische keuzes van de voorlopige regering.

Bart van Malderen
1 september 2004

Meer artikels uit deze rubriek