Hulp voor Haïti via Scheut

We krijgen hier verschillende vragen uit België: hoe men Haïti kan helpen via Scheut, en hoe hulp kan worden gekanaliseerd.

Vooreerst dit ter verduidelijking. In Port au Prince is Scheut werkzaam in de volgende activiteiten :

  • 1 parochie St Judes en St Simon
  • Werk in Chiro, de nationale coordinatie
  • Gerechtigheid en Vrede, de nationale coördinatie
  • Editie van een maandblad Bon Nouvèl
  • Werk met de jeugd via het onvangsthuis Mamosa en sportclub Banzai
  • Initiale vorming van Scheut zelf (opleiding van jonge seminaristen)
  • Een confrater geeft Bijbel aan het seminarie van de religieuzen
  • Provinciale administratie

In de Port au Prince area zijn aldus direct 9 confraters werkzaam ; één is op rust ; één is stagiaire. Die 9 confraters zijn van vier verschillende nationaliteiten : Haïtiaans, Congolees, Filippijns en Belgisch.
In de parochie is Scheut het sterkst betrokken bij directe opvang van slachtoffers van de burgerbevolking na de aardbeving. Het opvanghuis Mamosa ging ook totaal verloren, zonder slachtoffers evenwel bij de jongeren. Wel zijn medewerkers van onze werken slachtoffer, zoals in Chiro, Gerechtigheid en Vrede, Bon Nouvèl, personeel van Mon Reve. Het provinciaal huis Mon Reve is trouwens ingezakt, zonder slachtoffers te maken.

Wanneer mensen in België en elders op dit moment steun willen geven voor Haiti heeft dit dadelijk te maken met de urgenties van de bevolking. Dit is ons verstaan van de vraag. Aldus moet onderscheid gemaakt :

  • Noodhulp voor de bevolking. Scheut kan die hulp kanaliseren op volgende wijzen : Via de parochie St Judes en Simon / via het lenigen van noden van medewerkers / via andere religieuze congregaties en parochies voor de opvang van slachtoffers bij hen / via kerkelijke instellingen zoals Caritas, dat aan de parochiepriesters heeft gevraagd de noden binnen de parochie op kaart te brengen en kenbaar te maken.
  • Hulp voor wederopbouw. Daar kan nu nog niet aan gedacht worden als onmiddellijk project. Maar de noden zullen op het moment zelf ook enorm zijn (wellicht reeds binnen enkele weken). Vele infrastructuren – zelfs als ze niet zijn ingestort – werden zodanig door elkaar geschud, dat ze als totaal verloren moeten worden beschouwd. Talrijke projecten zullen die wederopbouw moeten ondersteunen.
  • Verder zijn er nog de lopende projecten in het land, die hopelijk blijven doorgaan, in zones en op plaatsen waar de aardbeving niet dezelfde gevolgen heeft, zoals in de hoofdstad, en langs de as tot Petit Goave, en verder in Jacmel. Die projecten verliezen uiteraard niets van hun nut of noodzaak omwille van de aardbeving. Integendeel zelfs. Veel volk uit de stad komt weer op het platteland terecht.

Scheut in Brussel heeft een speciale bankrekening geopend om aan de slachtoffers van de aardbeving tegemoet te komen. Het gaat hier dus om directe noodhulp aan de bevolking zelf. De mogelijkheden waarover Scheut in Haïti beschikt om die noodhulp veilig te kanaliseren, zijn hogerop uitgelegd. Uiteraard wil Scheut Haiti garant staan dat de gelden terecht komen bij de hulpbehoevende bevolking.

Scheut heeft ook eigen noden, maar behoeft niet die noodhulp op dezelfde manier als de lokale arme bevolking van het land. De solidariteit is gericht naar de noodbehoevende bevolking zelf.

Noodhulp kan het best geldelijke bijdrage zijn. Goederen zijn minder interessant: ze moeten opgestuurd, vervoerd, behandeld worden; we vragen dus niet om goederen op te sturen. Geldelijke middelen zijn gemakkelijker en sneller om door te spelen. Met geldelijke middelen komt ook gemakkelijker plaatselijke activiteit tot stand. De informele sector in Haiti zal in komende weken en maanden een uiterst belangrijke rol spelen in de bevoorrading van de mensen, daar de officiële handel meer condities stelt om te functioneren. Trouwens, een groot probleem van de mensen vandaag is het gebrek aan cash geld.

Als het om noodhulp gaat, vragen we ook aan Scheut die giften als prioritair te willen behandelen. Noodhulp is voor de noden vandaag, en moet dus zo snel mogelijk worden doorgegeven, zeker op een moment dat de noden zo enorm zijn.

Momenteel zijn nog geen banken open in Port-au-Prince. We hopen dat dit weldra (nog deze week) gebeurt, want de mensen zijn door hun voorraden heen : materieel en geldelijk.

Hopelijk is deze nota duidelijk over de wijze hoe Scheut in Haïti aan het doorgeven van noodhulp kan en wil meewerken na de aardbeving van 12 januari 2010. We danken bij voorbaar ieder voor zijn steun en bijdrage.

P. Jan Hanssens, cicm
Provinciaal Overste van Scheut in Haïti
26 januari 2010