Interview met Jan Hanssens, meer dan 40 jaar in Haïti

Jan Hanssens in Haïti
Jan Hanssens in Haïti

Tijdens zijn drukke driejaarlijkse vakantie vond de Scheutist Jan Hanssens toch de tijd een interview toe te staan. Zijn activiteiten van de laatste 15 jaar spitsen zich voornamelijk toe op de bescherming van de mensenrechten.

1) Hoe lang bent u al in Haïti en wat houdt u ter plaatse?

Ik kwam naar Haïti in 1973. Van eind 1977 tot 1985 was ik medeverantwoordelijke van het vormingscentrum in Papaye (Hinche). Daarna werd ik provinciaal van Scheut-Haïti. In 1987 vertrok ik naar Rome als lid van het Algemene Bestuur van Scheut. Bij mijn terugkeer in Haïti werd ik gedurende 5 jaar secretaris van de Conferentie van Religieuzen. Daarna was ik gedurende 15 jaar directeur van de Commissie voor Rechtvaardigheid en Vrede, waarbij ik nu nog als consultant en aalmoezenier dienst doe. Daarnaast ben ik ook actief bij het IHDOSOC, Instituut dat de systematische studie en praktijk van de sociale leer van de Kerk beoogt.

2) Waarin verschilt de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede (of CE/JILAP) van de andere mensenrechtenorganisaties?

De CRV is in Haïti gekend als een mensenrechtenorganisatie. Zij maakt deel uit van de Katholieke Kerk, legt een verband tussen het geloof en het respect voor de menselijke waardigheid en overstijgt op die manier het opkomen voor persoonlijke belangen. Problemen met racisme, sociale ongelijkheid, migratie komen eigenlijk voort uit een ontkennen van de menselijke waardigheid van de medemens. Typisch is de houding tegenover het geweld in de samenleving. Tegen geweld in eigen land reageert men ontzet; geweld in verafgelegen landen wordt aanvaard, ook al treft het concrete mensen.

De CRV verdedigt mensenrechten in brede zin: niet alleen burgerlijke en politieke rechten, maar ook sociale, economische en culturele. Terwijl andere mensenrechtenorganisaties vooral het functioneren van de staat viseren en daarbij het juridische aspect benadrukken, probeert de CRV de burger persoonlijk te benaderen, vanuit de waarden, die ten slotte aan de grondslag liggen van de wetten.

3) Hoe ziet u de evolutie van de mensenrechten in Haïti?

Mensen begrijpen hun rechten beter en er is vooruitgang in de concrete uitoefening van sommige rechten. De vrouwenbeweging heeft een hele weg afgelegd, sinds de eerste manifestatie in 1967. Waar huidige vrouwenbewegingen uitgaan van een strijd tussen man en vrouw, benadrukt de CRV zowel de gelijkwaardigheid als de complementariteit van man en vouw. Het is duidelijk dat man en vrouw een andere relatie hebben met hun kinderen (bijvoorbeeld). Anderzijds zijn in Port-au-Prince 30 % van de gezinnen monoparentaal: de vrouw staat er alleen voor; de man ontloopt zijn verantwoordelijkheid en schendt op die manier de rechten van de vrouw.

De vrijheid van organisatie en meningsuiting is sterk vooruitgegaan. Anderzijds moet ook de kritische zin van de luisteraar worden ontwikkeld ten opzichte van allerhande berichten die de media verspreiden. Ook het volgen van onderwijs is aanzienlijk toegenomen.

Anderzijds komen er nog massale schendingen van de mensenrechten voor:

  1. De lonen en arbeidsomstandigheden van de arbeiders zijn ondermaats.
  2. De boeren zijn aan hun lot overgelaten.
  3. De condities van aanhouding en detentie van de gevangenen laten te wensen over.
  4. De families genieten geen bescherming. Een familiecodex is onbestaande.
  1. Op het gebied van het onderwijs zijn vele beloften niet nagekomen. Het onderwijs is duur en werkt discriminatie in de hand.

Onder druk van de internationale gemeenschap werd de Conseil Supérieur de Pouvoir Judiciaire opgericht. Deze instelling geeft vorm aan de rechterlijke macht. Dit is zeker een vooruitgang. Anderzijds wordt Justitie in Haïti nog te veel gedomineerd door de politieke machthebbers.

De economie is in hoge mate afhankelijk van het buitenland, waardoor socio-economische rechten zoals het recht op voedsel en op waardig werk in het gedrang komen.

4) Hoe is het gesteld met de veiligheid van de medewerkers van de CRV en van uzelf?

De CRV maakt driemaandelijks een rapport over het geweld in hoofdstad. Over het geweld in het hele land proberen we jaarlijks een rapport op te maken, met bijdragen van de commissies in de departementen.

Wij constateren dat ook de politie gerichter begint te rapporteren. Bij concrete gevallen krijgt de CRV geregeld een goede respons van Justitie; voor ons zijn dit kleine stappen op weg naar een verbetering van het hele systeem.

Wat de gevangenissen betreft, ijveren wij niet alleen om het lot van de gevangenen te verbeteren, maar ook dat van de cipiers, die slecht betaald en nauwelijks opgeleid worden.

Als organisatie wordt de CRV niet geviseerd; anderzijds zijn medewerkers die zich inlaten met een netelig dossier wel blootgesteld aan bedreigingen. Zelf werd ik enige tijd geleden bedreigd en beroofd bij het verlaten van een bank. Dit kadert evenwel in een algemene onveiligheid, waarbij een repressief optreden niet volstaat. 60 % van de jeugd in de hoofdstad studeert niet of werkt niet. Zwakke karakters laten zich in die omstandigheden makkelijk verleiden tot diefstal en geweld.

5) Hoe staat het met de MINUSTAH?

De MINUSTAH (UNO-troepen in Haïti) wordt afgebouwd. Zij staat in voor de bescherming van de instellingen en heeft een afschrikfunctie. Zij bekommert zich eigenlijk niet over de veiligheid en de rechten van het individu.

6) Wat is de band van de CRV met de bisschoppenconferentie?

Bisschop-kardinaal Chibly Langlois is momenteel de voorzitter van de CRV; Jocelyne Colas- Noel is de huidige directrice. De CRV vaart een vrij onafhankelijke koers. Uiteraard vragen wij vaak het advies van de voorzitter. Uiteindelijk is de stem van de CRV ook de stem van de Kerk.

Op bepaalde punten, zoals vroeger de kwestie-Aristide, had de Bisschoppenconferentie een andere visie dan de CRV, de Religieuzenconferentie en andere kerkelijke organisaties.

7) Hoe is de relatie van de CRV met buitenlandse partners als Broederlijk Delen?

Wij verwachten dat buitenlandse partners zoals Broederlijk Delen ons verdedigen tegenover hun donateurs (in vele gevallen de nationale overheden). Mijn persoonlijke mening en ervaring is dat de rapportering aan de partners te stroef, te technisch wordt, waarbij de eigenlijke doelstelling, het vrijwaren van de mensenrechten, uit het oog verloren wordt. Op het terrein laat zich vooral de noodzaak voelen aan meer flexibiliteit. De nationale commissie heeft haar eigen strategisch plan. Ook de partners hebben een strategisch plan, die moeten elkaar vinden.

De CRV telt 325 lokale commissies en doet veel beroep op vrijwilligers. De nood aan vorming is groot, zodat mensen kunnen werken aan gemeenschapsopbouw en zelfredzaamheid. Dit jaar wordt er vooral gewerkt rond de état civil (de officiële documenten, toegang tot burgerrechten); vorig jaar lag de klemtoon op de société civile (de verschillende organisaties die de burgerlijke samenleving opbouwen).

8) U was observator bij de vorige presidentsverkiezingen in 2015. Wat waren uw indrukken?

Tijdens de observatie was het moeilijk om regelrechte fraude vast te stellen, wel onregelmatigheden in de kiesbureaus, de organisatie, de veiligheid. Bij een analyse achteraf stelde men vast dat het geheel van de onregelmatigheden op fraude wees.

De opkomst was laag: 1.5 miljoen kiezers, hetzij 20 à 25 % van de kiesgerechtigden. De helft van de kiezers waren trouwens mandatarissen van de politieke partijen. Mensen wantrouwen de politiek, en het politieke spel van de partijen stimuleert de mensen o.a. met populaire muziek om op straat te komen, maar niet om hun burgerplicht te vervullen en te gaan stemmen. De rol van de mandatarissen in de stembureaus was onduidelijk. Persoonlijk stelde ik de competentie van de stembureaus in vraag bij het observeren van het registreren van de kiezers.

Het is in elk geval een vooruitgang dat men (de Haïtianen zelf) beslist heeft, enigszins tegen de wil van de internationale gemeenschap in, de verkiezingen deels ongeldig te verklaren en opnieuw te organiseren.

9) Hoe schat u de volgende presidentsverkiezingen van oktober 2016 in? Wat zou er moeten veranderen om deze verkiezingen te doen slagen?

Kiezen is een mensenrecht. Het is normaal dat er, zoals in het onderwijs, in wordt geïnvesteerd. Toch begrijp ik niet dat de verkiezingen zoveel moeten kosten, terwijl deze toch worden georganiseerd door bestaande instellingen. Door financiering te vragen aan de internationale gemeenschap staat men tevens wat van zijn zelfstandigheid af.

Kan men niet meer beroep doen op de burgers? Kunnen volksvertegenwoordigers en senatoren geen deel van hun supplementen afstaan om de verkiezingen te financieren? Kan men de eeuwige discussie rond salarissen (van de medewerkers) niet vermijden door beroep te doen op de burgerplicht?

Voor de volgende verkiezingen dienen de kieslijsten in elk geval geactualiseerd worden. Dit is de taak van de ONI ( Office National d’Identification ). Op de kieslijsten vorig jaar kwamen nog namen van overledenen voor, terwijl vele kiezers hun naam niet terugvonden op de lijst. Die lijsten houden ook geen rekening met de vele veranderingen van woonplaats.

Er moet een goed veiligheidsplan worden opgesteld. Bij mijn observatie tijdens de eerste ronde van vorig jaar viel het me op dat er rond vele stembureaus geen politie aanwezig was. Deze situatie bevoordeelt de sterkste of meest agressieve partij.

De verkiezingen, net zoals de samenstelling van de Voorlopige Kiesraad (CEP) worden nog altijd georganiseerd bij decreten. Het is nog altijd wachten op een wet.

Het aantal politieke partijen moet beperkt worden. Op dit ogenblik is er een ware inflatie van politieke partijen. Bij de vorige verkiezingen (in 2015) was er bovendien een inflatie van mandatarissen (750.000), van wie de bevoegdheid moet verduidelijkt worden.

De geheimhouding bij het stemmen moet worden gerespecteerd. Geheimhouding was tot nu toe veelal onbestaande.

De rol van het Centre de Tabulation in de hoofdstad, waar de rapporten van de lokale stembureaus worden verzameld, dient te worden uitgeklaard.

Hulpmiddelen om analfabeten bij te staan bij het stemmen bestaan: foto van de kandidaat, kleur, symbool, nummer en initialen van de partij.

Ten slotte verwijs ik naar het rapport van de CRV, waarbij ook het advies werd ingewonnen van Joris Willems :
http://coeh.eu/wp-content/uploads/2016/04/160331-CE-JILAP-rapport-observ…
http://www.avec-papiers.be/Home/?p=2247#more-2247

10) Welke rol spelen het middenveld en de internationale gemeenschap?

De kerken (ook de protestantse) motiveren de mensen om te gaan stemmen volgens hun geweten.

Op een vormingsdag voor boeren merkte ik ook op dat zij gemotiveerd waren om te gaan stemmen voor boerenleider Chavannes Jean-Baptiste. Ondanks zijn terugtrekking haalde hij nog 7.000 stemmen, hadden zij opgemerkt.

De boerenbeweging Tet Kole gelooft niet in verkiezingen en moedigt haar leden niet aan, wat ik enigszins betreur.

De grootste vakbond, deze van de chauffeurs, heeft een groot mobiliseringsvermogen, maar verklaart zich uiteraard apolitiek, d.w.z. spreekt geen voorkeur uit voor een bepaalde partij.

Bij de vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap merk ik vaak een gebrek aan kennis van het land en een gebrek aan respect tegenover de mening van de Haïtiaan.

11) Hoe liggen de machtsverhoudingen tussen de verschillende partijen?

Voor de CRV zijn de kandidaten op zich minder belangrijk. Het gaat vooral om het kiesproces, zodat de opinie van de bevolking wordt gerespecteerd en de participatie wordt bevorderd. Toch zijn de kandidaten niet zonder belang.

De peilingen van BRIDES (peilingsinstituut) geven een voorsprong aan de kandidaat Jovenel Moise. Men kan zich echter afvragen welk deel van de kiezers door de peilingen zijn ondervraagd.

Jovenel Moïse werd door ex-president Michel Martilly als opvolger gekozen. Omwille van de aanwezigheid van enkel dubieuze figuren in de partij, wordt deze echter van sympathie voor het neo-duvalierisme verdacht.

Jude Célestin, van de partij van ex-president René Préval, spreekt zelden en geeft bij zijn optreden in de media een gefrustreerde en verbitterde indruk. Als kandidaat zou hij voor een positievere uitstraling moeten zorgen.

Moïse Jean-Charles is een andere populaire kandidaat, maar wordt verdacht van een duister verleden als burgemeester in Milot.

Marysse Narcisse van de partij Lavalas van ex-president Jean-Bertrand Aristide, lijkt een integere kandidate, maar geeft weinig blijk van dossierkennis in de debatten op de televisie.

Het fundamentele probleem in Haïti zijn en blijven de sociale tegenstellingen : rijk- arm, stad- platteland, bourgeoisie-gewone bevolking, die nog altijd niet overbrugd zijn. Deze tegenstellingen verklaren waarom Aristide tijdens zijn eerste ambtstermijn al na 9 maanden had af te rekenen met een staatsgreep.

Het blijft enorm moeilijk de mensen te verenigen voor een gezamenlijk politiek project. Iedereen werkt om zijn eigen positie te versterken. Er is weinig echte belangstelling om de levensomstandigheden van de armen te verbeteren.

12) Welke rol speelt de katholieke kerk?

De Kerk heeft 3 opdrachten: evangelisatie, liturgie en diaconie.

De katholieke kerk in Haiti telt een twintigtal commissies, met telkens een bisschop als president. De diaconie (of sociaal engagement) bestrijkt een enorm terrein. De commissies stellen zich vooral (ver)zorgend op.

De CRV daarentegen toont zich maatschappijkritisch en kent zijn oorsprong in de encycliek Populorum Progressio van Paus Paulus VI in 1967, en een initiatief door hem genomen: de pauselijk Raad Gerechtigheid en Vrede.

De commissies educatie en gezondheid zouden zich wat meer mogen mengen in het publieke debat, zoals momenteel in de al 4 maanden durende staking van de artsen in het Algemene Ziekenhuis van Port-au-Prince, waar de zieken verstoken blijven van hun recht op gezondheidszorg.

Verder zijn er de bewegingen binnen de Kerk: de (sterke) charismatische beweging, de KIRO,…

Maandelijks wordt het Creoolse blad Bon Nouvèl vanuit Port-au-Prince verspreid over alle parochies.

40 à 50 % van de bevolking noemt zich katholiek. (De protestanten beweren dat zij in de meerderheid zijn in de hoofdstad – vooral de evangelische kerken werven leden). 10 % van de bevolking zijn regelmatige kerkgangers.

13) Hoe evolueert de Congregatie van Scheut?

Scheut werd kleiner en telt wereldwijd 829 leden. In Haïti daalde het aantal Scheutisten van 50 (40 jaar geleden) naar een 20 (momenteel).

De oriëntatie in Haïti blijft dezelfde: parochiewerk, KIRO, Bon Nouvèl. Scheut heeft er, naast deze van de bisschoppenconferentie, ook een eigen commissie rechtvaardigheid en vrede.

Scheut werd internationaler: in de gemeenschap van Port-au-Prince zijn er 4 nationaliteiten. Met de roepingen in Haïti valt het mee. Er vertrekken 4 Haïtianen naar het noviciaat in Kinshasa. Dit jaar hadden wij een vijftal kandidaten voor het eerste jaar van het pre-noviciaat in Port-au-Prince. Kandidaten dienen sterk gemotiveerd te zijn. De eisen liggen hoog: bereidheid missiewerk te verrichten in het buitenland, samen kunnen leven in een internationale gemeenschap.

14) Wat zijn uw indrukken van de Belgische samenleving na een afwezigheid van 3 jaar?

Het thema van de onveiligheid deed ook hier zijn intrede.

Verder valt me natuurlijk de groeiende interculturaliteit op van de samenleving en de inspanningen van de allochtonen om zich te integreren. De bevolking staat nog wat onwennig tegenover deze integratie, maar uiteindelijk hebben we geen keuze.

Het fenomeen van de migratie is feitelijk een roep naar meer sociale rechtvaardigheid wereldwijd, wat op zijn beurt verstrekkende gevolgen zal hebben voor onze economie en levensstijl, gezien onze overdreven ecologische voetafdruk en de opwarming van de aarde.

Mensen hebben wel een zeker ecologisch bewustzijn, maar zijn weinig bereid financiële offers te brengen.

De verandering van het klimaat laat zich trouwens voelen in Haïti: de seizoenen worden onregelmatiger en nieuwe epidemieën duiken op.

15) Wat zou u nog willen toevoegen aan dit interview?

Ik zou nog het belang willen benadrukken van internationale solidariteit. Doorheen de partnerschappen ervaren mensen dat zij niet alleen zijn op deze planeet.

De internationale partners verwachten van de Haïtianen dat deze zelfbedruipend worden. In een kwakkelende economie is dit moeilijk. Toch merk ik dat Haïtianen genereus zijn en graag bijdragen als zij de middelen hebben.

Hartelijk dank voor dit boeiend gesprek, Jan.

Guy Clymans
8 september 2016

Meer artikels uit deze rubriek