"Je moet een onmens zijn, als je je niet geraakt weet door armoede"


Foto: Patrick De Ceukelaire

Patrick De Ceukelaire, een man met een hart voor Haïti

Reeds 20 jaar lang staat Patrick De Ceukelaire op de bres voor de armsten van Port-au-Prince. Als secretaris van ‘Peterschappen-Haïti’ is hij thuis in Cité Soleil, de grootste slum van het westelijk halfrond, met 250 tot 300.000 inwoners. Wat zette de nu 68-jarige De Ceukelaire ertoe aan om vrije tijd en vakanties te besteden aan het goede doel? Hoe blikt hij nu terug op zijn vele jaren vrijwillig engagement? We zochten hem op in Aalst, zijn woonplaats. Een gepassioneerd en gedreven man, met het hart op de tong.

Heel toevallig kwam ik in contact met Haïti, vertelt Patrick. ‘Ik had nog niet veel gereisd en kon toevallig mee met 3 vrienden die op bezoek gingen bij bevriende missionarissen in Venezuela en Haïti. In Caracas bezochten we een missiezuster die werkzaam was in de krottenwijken. Ik was onmiddellijk geraakt. Maar wat we in Haïti bij pater Luk Lannoo, een andere vriend van één van mijn reisgenoten, te zien kregen was andere koffie. Waren de krottenwijken in Caracas als het ‘vagevuur’, dan was wat ik in Port-auPrince te zien kreeg, de hel. Dagelijks gingen we de wijk bezoeken.

Na de reis was ik verward. De beelden van Cité Soleil bleven mij achtervolgen. Ik voelde mij ‘binnenstebuiten en ondersteboven’ gekeerd.

Het jaar nadien bezocht ik de wijk opnieuw samen met mijn vrouw. Het was de start van een intense samenwerking met de Vlaamse salesiaan pater Luk Lannoo. Sindsdien zijn we minstens één keer per jaar naar Haïti getrokken.’

Kan je iets meer vertellen over het werk van pater Lannoo?

Luk kwam in Haïti aan in 1974. Hij was eerst parochiepriester van de St. Jozefparochie en econoom van de bekendste technische school van Haïti, de ENAM (Ecole Nationale des Arts et Métiers). Getroffen door het leed van de armen in Cité Soleil, verlegde hij zijn werkterrein, met behoud van zijn pastorale opdracht.

Hij startte met allerlei sociale projecten: water- en voedselbedeling, huizenbouw, onderwijs. In 1990 kreeg hij steun van zijn broer Jef. In 1999 moest Luk om gezondheidsredenen naar Vlaanderen terugkeren, zijn broer volgde een jaar later. Maar het werk gaat door.

Hoe ging het peterschappenproject van start?

Het project ging in 1979 van start met enkele tientallen kinderen. Niet op vraag van pater Lannoo, want Luk ‘bedelde’ niet. Zijn charisma en de boodschap die hij uitdroeg, kwamen zo geloofwaardig over, dat je niet anders kon dan je engageren. Ik wierp me op het peterschappenproject. In de loop der jaren groeide het aantal peters en meters uit tot 3.000 die elk 5.000 BEF per jaar bijdragen. Dit is een flinke som waarmee in de wijk 3.000 kinderen, een kans kregen om te overleven, een betere voeding te genieten en school te lopen.

De bekende Haïtikalender

De prachtig uitgegeven Haïtikalender heeft ongetwijfeld bijgedragen tot een grotere bekendheid van Haïti in Vlaanderen. Hoe is die kalender er gekomen?

Patrick De Ceukelaire: Als liefhebber van fotografie had ik reeds spoedig de idee opgevat een kalender uit te geven. We dachten aan 500 exemplaren, maar na overleg met drukkerij Lannoo startten we in 1983 met 1.000 exemplaren. Ondertussen zijn er 17 edities geweest, met gemiddeld 12 à 13.000 exemplaren en zelfs een piek van 14.000.

Niet enkel de foto’s vielen in de smaak, maar ook de tekstjes. O.m. met de opbrengst werd in Cité Soleil dagelijks 500.000 liter drinkwater verdeeld. Dit heeft, wordt wel eens gezegd, een hospitaal uitgespaard.

"Al hebben we maar enkele mensen het leven gered, dan is het project de moeite waard geweest."

Een huzarenstukje wat opvolging betreft!

Zeker. Ik denk bijv. aan de uitbetaling van de bijdragen. We geven niet zomaar in één keer de volledige som. Dat zou makkelijker zijn voor ons maar niet effectief. Het geld wordt maandelijks uitbetaald, in schijven van 40 Haïtiaanse dollar, zowat 4 à 500 BEF.

Daarvoor staat een groep in van 18 mensen, waarvan 6 personen de spil vormden. We schakelen mensen in die een zeker leiderschap hebben in de wijk en vertrouwen uitstralen. De uitbetaling gebeurt op één plaats door 4 ‘équipes’ en volgens strikte administratieve procedures. Voor het geldtransport wordt gebruik gemaakt van ‘veiligheidspersoneel’.

Bij de contacten met de moeders en hun kinderen, geven we ook raadgevingen mee. De moeders kunnen eveneens bij de medewerkers terecht voor allerlei problemen.

Om de 3 jaar krijgt elke peter en meter een foto van de moeder en het gesteunde kind. Per gezin krijgt 1 kind steun, maar dit éne kind staat symbool voor de hele familie. Wanneer peters en meters een briefje sturen naar hun pleegkind – liefst met wat dollars -, wordt gezorgd voor een antwoord.

Draagt dit project bij tot de oplossing van de problemen?

Wij beseffen dat dit project eerder thuishoort in de noodhulpsector en dat er structurele oplossingen nodig zijn. Maar niemand neemt deze uitdaging op. Cité Soleil is steeds verwaarloosd geweest. Mensen werden gezien als ‘afval’.

Geen enkele politicus heeft ooit interesse betoond, tenzij tijdens verkiezingen. Een politicus strooide ooit met geldbiljetten, een andere beloofde ooit telefoonaansluiting voor alle inwoners. Maar in feite werden de mensen aan hun lot overgelaten. Cité Soleil werd immers gezien als een oord van verderf.

Grote organisaties als de Wereldbank ontweken de wijk; andere hebben getracht wat te doen, maar hielden het niet uit. Slechts enkele bleven om de ergste noden te lenigen en mensen wat waardigheid te geven. Ons werk kadert hierin.

Hoe beoordeel jij het impact van de peterschappen?

We hebben sommige kinderen 16 jaar lang gesteund en gezien hoe ze via onderwijs uit de armoedecirkel konden ontsnappen. Andere gezinnen trokken weg uit Cité Soleil en vertrokken terug naar het binnenland. Sommige moeders gebruikten het geld om een ‘commerce’ op te starten: verkoop van lucifers, houtskool. Ik ontmoette eens een vrouw die uit één grote cementzak een aantal kleinere zakken knipte en verkocht. De Haïtiaan is vindingrijk.


Foto: Patrick De Ceukelaire
"We hebben sommige kinderen 16 jaar lang gesteund en gezien hoe ze via onderwijs uit de armoedecirkel konden ontsnappen."

Wat we niet kunnen doen is elk gezin persoonlijk opvolgen. De contacten blijven vooral beperkt tot het uitdelen van het geld. Maar wij doen dapper voort. We zoeken niet onmiddellijk naar nieuwe peters en meters, want 3.000 dossiers goed opvolgen is een heuse krachttoer en is niet te onderschatten.

Maandelijks komen we samen met een stuurgroep, waaronder de paters Lannoo. Op het front zelf hebben we een stevig en gemotiveerd Haïtiaans team waarop we kunnen rekenen.

Is Cité Soleil in de voorbije 20 jaar veranderd?

Wat betreft levensvoorwaarden en infrastructuur is er weinig veranderd. De mensen zijn wel mondiger geworden en meer mensen hebben een geboortekaart. Meer kinderen gaan naar school. Maar de armoede blijft mensonterend. Een schande voor de mensheid!

De criminaliteit en onrust lijken toegenomen, mede als gevolg van werkloosheid. Enerzijds treft men kruimeldieven aan, anderzijds vinden ook regelrechte afrekeningen en moorden plaats. Mensen die hier niets te zoeken hebben, blijven beter weg. Buitenlandse organisaties zijn er niet meer. Het lijkt wel uitzichtloos.

Wat drijft je om na 20 jaar met evenveel enthousiasme de kar te trekken?

Nog altijd dezelfde motivatie als bij de aanvang. Elke bezoeker die een slum als Cité Soleil bezocht heeft, stelt zich terecht de vraag: waar maken wij ons in godsnaam zorgen over? Wat we hier ervaren zijn louter welvaarts- en luxeproblemen. Als je ooit Cité Soleil gezien hebt en de ellende, dan zeg je: dit kan niet, dit mag niet.

Anderzijds moet je wat naïef zijn om je energie in zulk project te steken. Maar we kunnen gewoonweg niet passief toekijken. Al kunnen we maar één mens helpen, dat is geen onzin! We moeten de handen uit de mouwen steken. Elk jaar opnieuw word ik in ditzelfde gevoel bevestigd. En het geld en de energie die we in het project hebben gestoken, is niet verloren.

Daarvan ben ik rotsvast overtuigd.

Bert Van Mulders
1 september 2001

Geïnteresseerden kunnen terecht bij:
Patrick De Ceukelaire, Welvaartstraat 100, 9300 Aalst
Tel: 053/70 03 48