Klimaatwijziging: een groot gevaar voor Haïti

De ontbossing in Haïti
De ontbossing in Haïti

In december 2015 vond in Parijs de 21ste klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. Er werden nieuwe akkoorden gesloten met als belangrijkste doel oplossingen te vinden om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden. Maar terwijl er nog maar eens onderhandeld werd over de toekomst van onze planeet, betalen sommige landen nu reeds de tol van de klimaatveranderingen, zoals Haïti, dat alleen al omwille van zijn geografische ligging kwetsbaar is. In afwachting van echte oplossingen van de kant van de regering en van publieke instanties, heeft de Haïtiaanse civiele maatschappij reeds geprobeerd om duurzame aanpassingen te ontwerpen.

Haïti is verzwakt door zijn ligging

Haïti behoort tot de meest kwetsbare landen van de klimaatwijziging. Het staat op de zesde plaats van de kwetsbaarheidsindex van 2015. Dit komt vooral door zijn ligging op het traject van de tropische stormen die zich vormen boven de Atlantische Oceaan. Deze weersverschijnselen worden niet alleen heftiger door de klimaatwijziging maar ze veroorzaken ook een verslechtering van reeds bestaande problemen zoals dat van de bodemerosie. De kustgebieden zijn gevoelig aan de stijging van het zeewater. Dit zorgt voor een verzilting van de bodem zodat die niet meer bruikbaar is voor landbouw. Het vernietigen van de mangroves draagt zo nog bij tot de massieve ontbossing van het land.

Ontbossing is het grote probleem

Ontbossing is inderdaad het grootste probleem: slechts 1.5 % van het grondgebied is nog begroeid. De oorzaak is het massieve gebruik van houtskool als energiebron, en de kleine landbouwpercelen die, om ze zo bruikbaar mogelijk te maken, volledig van begroeiing ontdaan worden. Dit maakt het land extreem kwetsbaar voor de weerelementen en de gevolgen zijn niet min: verslechtering van de bodems, overstromingen, woestijnvorming en verdwijnen van waterbronnen. De laatste jaren werden er heel wat herbebossingsprojecten gelanceerd zoals nog in september 2015 door de Haïtiaanse regering samen met de Franse regering en met de organisatie van Sean Penn, het J/P HRO (Haitian Relief Organisation). Niettegenstaande heel wat gelijkaardige initiatieven werd er nog niet veel vooruitgang geboekt. De gevolgen van deze toestand zijn al volop zichtbaar: zo is het regenseizoen de laatste jaren drie maanden later begonnen dan gewoonlijk. De opbrengsten van de landbouw zijn aldus fel afgenomen, terwijl landbouw op Haïti economisch toch heel belangrijk is.

Weinig engagement vanuit de publieke sector

Haïti heeft weliswaar in 1996 de Conventie van de Verenigde Naties over de klimaatverandering geratificeerd en tevens het protocol van Kyoto in 2005 over de broeikasgassen getekend. Desalniettemin ondervinden de Haïtianen een desinteresse vanuit de regering en overheidsinstanties die weinig investeren in het probleem van de klimaatwijziging en in het verminderen van de gevolgen ervan. Nochtans bestaat er sinds 2006 een nationaal actieplan met het doel de dringende noden te identificeren en deze mede te delen aan de internationale organisaties. Dit plan heeft echter niet geleid tot het ontstaan van reële initiatieven om de klimaatopwarming te bestrijden. De gevolgen bleven niet uit op het vlak van de voedselzekerheid, de economie en de schade die door de natuurelementen werd veroorzaakt.

Er was meer en vaker ‘natuurlijke’ schade die de armoede van de Haïtianen nog vergroot heeft. Eigenlijk is de bevolking op zichzelf aangewezen en op de lokale organisaties om met de klimaatveranderingen om te gaan.

OTADES: een voorbeeld van een lokaal initiatief

OTADES (Oganizasion Tèt Ansamn pou Devlopment Sèkalasous) heeft beslist om de gevolgen van de klimaatwijziging aan te pakken door tegen de ontbossing ten strijde te trekken. Een belangrijke uitdaging, want Haïti bevindt zich in de zone van de tropische cyclonen, die door de klimaatwijziging enerzijds heviger zijn dan vroeger en door de ontbossing anderzijds nog eens meer schade veroorzaken dan vroeger. OTADES heeft daarom besloten om via de civiele maatschappij ervoor te ijveren dat de situatie niet verergert.

Het project rond fruitbomenaanplanting heeft tot doel de omgevingsfactoren te verbeteren en tevens de levensomstandigheden van de bewoners in de zone Milery-Ouandegras ten goede te komen. Er wordt gewerkt rond informatie en sensibilisering van de bevolking en rond de vorming van plaatselijke kaders. Er zijn twee boomkwekerijen met 12 500 zaadkiemen voor bosbouw en fruitteelt, en er is begeleiding voor de boeren. OTADES meldt wel dat zulke lokale ontwikkelingsprojecten zonder de betrokkenheid van overheidsinstellingen slechts een beperkt resultaat in de tijd kennen.

Een Alternatiba-dorp van Parijs tot Kenscoff

Een ‘Alternatiba-dorp’ wil alternatieven bieden om met de uitdagingen van de klimaatopwarming om te gaan. Er werden reeds verschillende initiatieven georganiseerd in Frankrijk en een paar in de rest van Europa. Buiten Europa is er tot nog toe slechts één geweest en dat was in de maand oktober 2015 in Kenscoff, Haïti. Het werd georganiseerd door GAFE (Groupe d’action francophone pour l’environnement). De samenkomst was een succes, er kwamen bijna 2500 bezoekers.

Het ambitieuze project van de 21ste klimaatconferentie van de Verenigde Naties

De Haïtiaanse regering besloot om deel te nemen aan de 21ste klimaatconferentie van de Verenigde Naties. De nieuwe milieuminister, Dominique Pierre, heeft op 30 september 2015 een document naar voor gebracht dat CPDN (Contribution prévue determinée au niveau national) werd genoemd. Het bevat de actieplannen voor de komende 15 jaar. Prioritair zijn het beheer van de waterbronnen, de heuvelmeren en de kustgebieden, en de ontwikkeling van de biologische landbouw. Er is ook een reductie van broeikasgassen voorzien en een groei van hernieuwbare energie voor de elektriciteitsproductie. Het is een ambitieus programma met een geschatte kostprijs van 25 miljard dollar voor de periode 2016-2030. Financieel en technisch zou het gesteund worden door verscheidene internationale organisaties, zoals de Europese Gemeenschap, de PNUD (Programme des Nations unies pour le développement) en de OIF (Organisation internationale de la francophonie). Door de impulsen van de 21ste klimaatconferentie van de Verenigde Naties en de vele vragen vanuit de civiele maatschappij, komt er hopelijk een betere bewustwording van de gevaren van de klimaatopwarming en komen er kansen tot reële veranderingen.

Natacha Cassim voor Collectif Haïti de France, vertaald door Paul De Wolf
15 maart 2016

Meer artikels uit deze rubriek