Lèt Agogo: melk ontwikkelt

Fiere veehoudster
Fiere veehoudster

In Haïti is de voedselvoorziening de laatste decennia fel achteruit gegaan, de zelfvoorziening ligt nu tussen 40 en 45%. Voor melk is die zelfvoorzieningsgraad nog lager. In de zones van grote verse melkproductie, Cap Haïtien, les Cayes en Léogane zou locaal geproduceerde melk tussen 30 en 45% van de familieconsumptie uitmaken, de rest wordt ingevoerd. In andere streken en in Port-au-Prince is de consumptie van verse melk verwaarloosbaar, wegens niet beschikbaar en wordt vooral ingevoerde gecondenseerde melk verbruikt. Melk is in Haïti dus een schaarse, nochtans begeerde voedingscomponent. Het gemiddeld verbruik per familie en per dag zou niet meer dan 45 gram bedragen. In een land als Jamaica is dat 200 gram, het gemiddelde wereldverbruik ligt op 107 liter per persoon.

Context van melkproductie

Erg precieze cijfers zijn er niet, maar de nationale rundveestapel wordt geraamd op ruim een miljoen stuks, waarvan ongeveer een vierde koeien die in lactatie zijn. Potentieel geeft dit een melkplas van 145.000 ton melk per jaar. Toch wordt slechts 45.000 ton per jaar effectief geconsumeerd. Zo blijft 100.000 ton melk per jaar onbenut. Zonder in detail te treden heeft dit alles te maken met gebrek aan koopkracht van de bevolking en omkadering van de boeren en boerinnen. Daartegenover staat dat ruim 40 miljoen dollar naar import van melkproducten gaat, een aderlating op de Haïtiaanse handelsbalans.

Melk is vooral een product van de traditionele familiale veeteelt en deze wordt zowat over het ganse land beoefend door vooral kleine familiale bedrijven met één tot drie koeien. Een aantal bedrijven gaat tot 15 koeien, grotere bedrijven zijn uitzonderlijk. Deze bedrijfjes liggen zeer verspreid en de wegeninfrastructuur is er niet naar om een vlot vervoer van de makkelijk bederfbare melk te organiseren. In de departementen Sud, Ouest, Artibonite, Nord et Nord-Est bevinden zich het overgrote deel van de melkveehouders.

NGO Veterimed neemt initiatief

In deze context en om het locaal potentieel aan melk te valoriseren startte Veterimed, een Haïtiaanse NGO, in 2002 het initiatief ‘Let Agogo’. Vrij vertaald staat dat voor ‘Melk in Overvloed’. Deze organisatie, gespecialiseerd in ondersteuning van de Haïtiaanse boeren voor een productievere veehouderij, heeft als doel bij te dragen in de duurzame ontwikkeling van het platteland. Het gaat hierbij vooral om betere zorg voor het vee door vorming van veeartsenijkundige assistenten en boeren en boerinnen, door gezondheidspreventie bij dieren met o.a. vaccinatiecampagnes en ook via ondersteuning bij de uitbouw van de melkerijen. In het laatste geval gaat het niet enkel om de technische aspecten, maar ook om het beheer van deze kleine bedrijven, om betrokkenheid van de melkproducenten en om vorming van het personeel. Het initiatief kreeg in 2011 de prijs en trofee van de Fondation Crédit Coopératif in Frankrijk als belangrijk initiatief in de sociale economie.
De veehouders verenigen zich op het niveau van elke melkerij en er is ook een Nationale Haïtiaanse Federatie van Melkproducenten (FENAPWOLA). Deze nationale federatie is pleitbezorger bij de nationale overheid voor de verdere ontwikkeling van de melksector in Haïti. FENAPWOLA begeleidt en versterkt ook de locale veehouderverenigingen en is draaischijf voor de commercialisering van de melkproducten.

Vee wordt nog vaak als een spaarbuffer beschouwd in de kleine familiale landbouwbedrijven. Wanneer zich een ernstig probleem voordoet, ziekte of andere noodsituatie wordt een stuk vee verkocht. Stieren en ossen worden ook ingezet als trekdier van ploeg, kar of suikerrietmolen. De koemelk is in eerste instantie vooral gericht op de eigen consumptie. De productie per koe is met 3 tot 4 liter per dag gedurende 5 tot 6 maanden beperkt en ook het kalf dient mee te drinken. Het stimuleren van de melkproductie draagt alvast bij in een evenwichtiger voeding van vooral de kinderen. Verbetering van de voedselzekerheid en het verminderen van de dure import van gecondenseerde melk en melkpoeder zijn een goede zaak voor de nationale handelsbalans. De verwerking van de melk schept arbeidsplaatsen en helpt de locale economie vooruit. Rundveehouders die hun melk via Let Agogo verkopen hebben een regelmatiger en verhoogd inkomen dat hen toelaat beter te leven, hun kinderen naar school te sturen en een betere gezondheidszorg te genieten. Dit initiatief bouwt mee aan een positieve toekomst voor de kleine familiale landbouwbedrijfjes, de ruggengraat van het Haïtiaanse platteland.

Lèt Agogo staat dus voor een netwerk van kleinschalige melkerijen, met een basisinrichting om melk te ontvangen, te verwerken (steriliseren en fermenteren), te verpakken en te verdelen. Er is kwaliteitscontrole bij ontvangst van de melk en van het eindproduct. De 19 melkerijen die nu in 2013 deel uitmaken van het netwerk bevoorraden zich met koemelk van ongeveer 1000 boeren en boerinnen. In optimale omstandigheden verwerkt elke melkerij tussen 280 en 500 liter melk per dag. Eindproducten onder de merknaam ‘Let Agogo’ zijn gesteriliseerde volle melk met chocolade- of met vanille- en citronellasmaak, verse natuur- en fruityoghurt en kaas. Een melkerij stelt gemiddeld 8 personen te werk. Eind 2012 telde het netwerk 169 werknemers, 90 mannen en 79 vrouwen, wat een groei van 50 arbeidsplaatsen betekende op 2 jaar tijd. Dit is een resultaat van de ondersteuning van Veterimed door o.a. Oxfam Solidariteit reeds sinds 2007. Na de aardbeving van 12 januari 2010 bemiddelde Oxfam Solidariteit fondsen van het Belgische Rehabilitatie Programma (BRP) voor Haïti via 11.11.11.

Aardbeving laat ook Let Agogo beven

De aardbeving had een zware impact op Veterimed en het netwerk Let Agogo. Niet alleen verloor Veterimed personeelsleden in de ramp, er was ook grote schade aan hun infrastructuur, burelen en rijpingskamer in Port-au-Prince. Een ganse stock aan uitrusting ging verloren. Er was uiteraard ook een grote terugval in de verkoop op dat moment en dus een gebrek aan inkomsten voor Let Agogo. Dit betekende ook voor de boeren minder leveren en dus minder inkomsten. Door de fondsen van het BRP kon het netwerk deze economisch moeilijke periode niet alleen overbruggen, het kon ook zijn activiteiten uitbreiden. Zo werd in de financiering van de lonen van het personeel voorzien gedurende 3 maanden, werden enkele nieuwe melkerijen uitgerust en opgestart, werden vormingen voor personeel en veetelers aangeboden en werden meer vrouwen geïntegreerd in de werking. Daarvoor was een koeienkrediet beschikbaar en konden 50 vrouwen afgelopen drie jaar met een melkkoe een begeleide eigen veeteeltactiviteit opstarten.

Het Let Agogo netwerk heeft de aardbeving dus niet alleen overleefd, het is er sterker uitgekomen, mede dankzij de internationale solidariteit en de vastberadenheid bij Veterimed en FENAPWOLA. Voor de locale afzet van locaal verwerkte melk slaagden de betrokken organisaties erin om het Wereld Voedsel Programma van de VN en het overheidsprogramma ‘Programme Nationale des Cantines Scolaires’ tot aankoop en distributie van melk voor de schoolkantines te interesseren.

Ruim 33.000 leerlingen worden met dit programma bereikt. Het maakt naast een groeiende afzet ook een verhoogde en stabiele aanvoer voor de melkveehouders mogelijk. Naast de kantines die ongeveer 85 % van de totale productie opslorpen, zijn er nu zeven erkende distributeurs die samen 530 verkoopspunten bevoorraden in hun omgeving. Stelselmatig breidt dit netwerk uit, ondersteund door commerciële acties. FENAPWOLA verdeelt de melk vanuit zijn commercieel distributiecentrum.
Als besluit kunnen we stellen dat Veterimed met Let Agogo één van de nog veel te ontginnen mogelijkheden van het Haïtiaanse platteland concreet maakte. Voor duizenden mensen werd hoop op verandering in hun situatie een realiteit. Als Lambiredactie hopen we nog zo’n initiatieven te mogen belichten in de toekomst.

Rhoddy Petit
8 december 2013

Meer artikels uit deze rubriek