Loondiefstal in de sweatshops

Op 16 april 2014 werden bij presidentieel besluit de minimumlonen vastgelegd. In ondernemingen uit segment A: banken, supermarkten, privé-scholen, (25 sectoren in totaal), ligt het minimumloon op 260 HTG (Haitiaanse gourdes) per werkdag van 8 uur. In ondernemingen uit segment B: kapsalons, mijnen en steengroeven, groothandel, (16 sectoren) ligt het minimumloon op 240 HTG. In ondernemingen uit segment C: landbouw en veeteelt, NGO’s, restaurants, maakindustrie, (9 sectoren) ligt het minimumloon op 225 HTG. In de exportgerichte assemblage-industrie ligt het minimumloon op 225 HTG, met dien verstande dat de productiequota moeten toelaten dat een ervaren arbeider minstens 300 HTG (= 6,52 USD = 5 EURO) per werkdag kan verdienen. Ten slotte wordt het minimumloon van het huispersoneel vastgelegd op 125 HTG per werkdag.

Op 16 april 2014 werden bij presidentieel besluit de minimumlonen vastgelegd. In ondernemingen uit segment A: banken, supermarkten, privé-scholen, (25 sectoren in totaal), ligt het minimumloon op 260 HTG (Haitiaanse gourdes) per werkdag van 8 uur. In ondernemingen uit segment B: kapsalons, mijnen en steengroeven, groothandel, (16 sectoren) ligt het minimumloon op 240 HTG. In ondernemingen uit segment C: landbouw en veeteelt, NGO’s, restaurants, maakindustrie, (9 sectoren) ligt het minimumloon op 225 HTG. In de exportgerichte assemblage-industrie ligt het minimumloon op 225 HTG, met dien verstande dat de productiequota moeten toelaten dat een ervaren arbeider minstens 300 HTG (= 6,52 USD = 5 EURO) per werkdag kan verdienen. Ten slotte wordt het minimumloon van het huispersoneel vastgelegd op 125 HTG per werkdag.

Voor het bepalen van deze minimumlonen werd in 2009 bij wet de Hoge Raad van de Salarissen (Conseil Supérieur des Salaires) gecreëerd. Deze raad werd op 29 augustus 2013 door president Martelly geïnstalleerd. Deze raad zou een overlegorgaan moeten zijn tussen werkgevers, werknemers en de staat, die elk 3 vertegenwoordigers afvaardigen. Hij dient ervoor te zorgen dat de minimumlonen regelmatig aan de levensduurte worden aangepast. Het blijkt echter dat de druk van de werkgeversorganisatie Association des Industries d’Haiti zo groot is dat de Haitiaanse regeringen het nog altijd niet aandurven aan de werknemers een eerlijk minimumloon toe te kennen. Dit betekent dat de lonen in Haiti de laagste zijn in het Westelijk halfrond en dat enkel de lonen in landen als Cambodja of Bangladesh nog lager zijn.

In 2003 legde de regering-Aristide het minimumloon in de assemblage-industrie vast op 70 HTG per werkdag. Dit was eigenlijk geen verhoging, maar een al jaren lang uitgestelde aanpassing aan de inflatie. In 2008 bracht een verhoging van de voedselprijzen met 50 % veel sociale onrust te weeg. In 2009 legde de regering-Préval het minimumloon in de assemblage-industrie vast op 200 HTG per werkdag, met als toegeving dat de loonsverhoging slechts stapsgewijs zou worden doorgevoerd tot in 2012.

Heden ten dage stellen de assemblagebedrijven in Haiti ongeveer 30.000 mensen te werk. De meeste (een twintigtal) bedrijven bevinden zich in Port-au-Prince, waar ook het industriële park SONAPI gevestigd is. Daarnaast zijn er de vrijhandelszones CODEVI in Ouanaminthe en CARACOL in het Noord-Oosten. De nationale werknemerscentrale CNOHA blijft een minimumloon van 500 HTG ( = 8,33 EURO ) per werkdag eisen, gepaard met subsidies voor voedsel, transport en huisvesting.

De Amerikaanse organisatie Worker Rights Consortium voerde een onderzoek uit bij enkele textielbedrijven en kwam tot het besluit dat deze bedrijven de wetgeving niet respecteren en dus loondiefstal plegen op hun werknemers. Zij nam interviews af van werknemers van 4 bedrijven: Genesis, GMC, One World en Premium. In deze bedrijven worden zowel T-shirts geproduceerd voor Amerikaanse en Canadese topmerken als Gildan en Hanes als goedkope kleding voor discounters als Wal Mart. De werkomstandigheden zijn er schrijnend: om 300 HTG per dag te kunnen verdienen, moeten de werknemers 3.600 T-shirts afwerken. Niet alleen wordt de wetgeving rond het minimumloon niet gerespecteerd, bovendien krijgen de werknemers geen correcte vergoeding voor gepresteerde overuren.

In de vrijhandelszone Caracol blijkt de toestand nog erger dan in Port-au-Prince. De S & H Global Factory pleegt er loondiefstal op haar 1.500 arbeid(st)ers. In deze zone werd nochtans 100 miljoen USD geïnvesteerd door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en 124 miljoen USD door de Verenigde Staten (meer dan ¼ van de fondsen van de VS voor de heropbouw na de aardbeving). Men had het vooruitzicht op termijn werk te verschaffen aan 20.000 mensen.

Guy Clymans
18 oktober 2014

Meer artikels uit deze rubriek