Mama komt op bezoek

De vreugde en het geluk van de kinderen zijn groot. Aan iedereen vertellen ze hun verhaal. « Mama komt op bezoek », klinkt het steeds opnieuw. De twee oudste kinderen kunnen zich nog min of meer een beeld van hun moeder vormen, de drie jongste kennen haar alleen van foto’s.

Als jong koppel woonden Ilès en Annouse ver buiten het dorp. Voor haar was het een flink eind stappen naar de markt in het dorp, voor hem was de weg naar de akker in het heuvelland nog langer. Stappen en werken waren hen niet te veel, alleen was de verdienste meestal ontmoedigend klein. Overleven werd een moeilijke opdracht voor het jonge gezin.

Wat was Annouse fier toen haar oudste dochtertje voor het eerst in een mooi uniform naar de lagere school ging. Zélf had ze dat geluk niet gekend, lezen en schrijven kon de jonge vrouw niet. Zij zou haar kinderen meer kansen geven in het leven, dat stond vast. Soms lag ze halve nachten wakker, maar een oplossing was er niet. Ze had heel wat geld moeten lenen – niemand van de familie wist ervan – om het schoolgeld van haar dochter te betalen. « Hoe kan ik dat ooit terugbetalen ? En wat met de andere kinderen ? » Met die gedachten in haar hoofd ging ze slapen en stond ze weer op. « De schrale akker en dat kleine handeltje brengen ons gezin geen stap vooruit. » De gedachte groeide uit tot een vaste overtuiging.

Toen gebeurde het dat men opnieuw arbeidskrachten vroeg voor het buitenland. Na veel wikken en wegen stond het besluit vast : Annouse zou vertrekken om hard te werken in dat verre land en de centen op te sturen voor haar man en kinderen. Het was een moeilijke beslissing, maar het was de enige kans om haar gezin vooruit te helpen.

« Mama komt op bezoek », vertelden de kinderen steeds opnieuw. En inderdaad, met de kerstdagen kwam mama op bezoek. Na twaalf lange jaren zag Annouse haar man en kinderen terug, het was even wennen aan haar eigen gezin. Alleen hun stem herkende ze heel goed, want één keer per jaar sprak ze een tijdje met hen langs de telefoon. In dat verre vreemde land kende ze niet veel meer dan de kelderverdieping van een restaurant in de grootstad Boston. Daar werkte ze lange dagen aan de vaatwasmachine. Elke avond nam ze dezelfde bus tot aan een groot huizenblok waar ze met enkele andere vrouwen een paar kamers deelde. De vrije dagen werden meestal besteed aan kinderoppas, om nog iets meer te verdienen. De centen stuurde ze naar huis.

Annouse heeft een heel zwaar offer gebracht. Het opgroeien van haar eigen kinderen heeft ze niet kunnen meemaken. Het heimwee deed soms veel pijn, vooral rond de feestdagen. De periode die de mooiste van haar leven had kunnen zijn, heeft Annouse ver van huis doorgebracht in een land waarvan ze taal nooit zal verstaan, waar ze altijd een vreemdelinge zal zijn. Toch was zij tevreden, want het offer was de moeite waard. De vijf kinderen liepen school en groeiden op tot flinke jonge mensen. Ze hielpen hun vader en zouden hun weg wel maken in het leven.

Op kerstavond komen de moeders uit het heuvelland met hun kinderen naar de kerststal. Ze tonen hun kinderen alle figuren in en rond de kribbe. Dan spreken ze met Maria en Jozef alsof het mensen uit het dorp zijn, die elk moment kunnen antwoorden. Annouse was bijzonder blij Maria en het Kind terug te zien. Fier en dankbaar toonde ze elk van haar kinderen en noemde hen bij hun naam. « Misschien herken je hen niet meer, want het is al een tijdje geleden dat we mekaar nog hebben gezien », zei ze. Het was alsof Maria glimlachend naar haar knikte. Bij het afscheid dankte Annouse Maria en haar Kind voor het mooie feest van Kerstmis. In de kerstperiode denkt ze elk jaar speciaal aan haar gezin, dat dit jaar het geluk heeft samen te zijn. Ze beloofde niet meer zo lang te wachten om terug te komen.

Het leven gaat voort. Annouse of haar kinderen heb ik niet meer teruggezien. Toch denk ik elk jaar in deze periode aan het eenvoudige dankgebed van die ongeletterde vrouw : « Kerstmis, je zorgt ervoor dat mensen elkaar nooit vergeten. Kerstmis, je zorgt ervoor dat mensen elkaar ooit nog terugzien. »

Raymond De Caluwé
1 december 2002

Meer artikels uit deze rubriek