Ondertussen bij de buren…


De grenspoort Dajabon-Wanament op een marktdag: groenten, duizenden eieren, bananen, kisten gedroogde haring, salami, water, frisdranken en andere levensmiddelen worden Haïti ingevoerd. © Edris Fortuné

In het grensgebied tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek is mensensmokkel al lang een normaal gebeuren geworden. Een noodzakelijk kwaad voor de vele Haïtianen die de armoede in eigen land trachten te ontvluchten. Een goeddraaiende business voor de smokkelaars en hun medeplichtigen, georganiseerd in een geraffineerd netwerk: militairen die graag op een gemakkelijke manier een cent(je) bijverdienen, taxichauffeurs etc. Vaak echter leidt deze duur betaalde reis naar een ware hel. Aan deze illegale reizen, die vooral ’s nachts worden georganiseerd, zijn immers veel risico’s verbonden. Geweld, misbruik, afpersing, ongelukken, ja zelfs de dood.

Aan de noordelijke grenspost Dajabon-Wanament worden twee werelden worden van elkaar gescheiden door een asfaltweg in de Dominicaanse Republiek, die in Haïti overgaat in … een aardeweg. De stad Wanament, met gebrek aan basisvoorzieningen (leidingwater, elektriciteit, gezondheidszorg onderwijs, wegen) staat in scherp contrast met de Dominicaanse grensstad Dajabon. Is het dan vreemd dat dagelijks honderden Haïtianen de grens trachten over te steken, op legale dan wel illegale wijze? Op de marktdagen in Dajabon – maandag tot en met vrijdag – gaat de grens open voor Haïtianen, de overige dagen staan ze drummend aan de grenspoort in de hoop dat de welwillende grenswachter hen doorlaat – enkele muntstukken helpen altijd wel. Meisjes en vrouwen zijn dikwijls slachtoffer van geweld en vernedering, een harde prijs die ze betalen in hun zoektocht naar een beter leven.

Begin januari deden mensensmokkelaars gouden zaken. De Haïtianen die in december massaal uit de Dominicaanse Republiek terugkeerden naar Haïti, trachtten in januari terug de grens over te steken. De overgrote meerderheid beschikt echter niet over de nodige papieren. Een paspoort is niet altijd gemakkelijk te verkrijgen – vele Haïtianen beschikken zelfs niet over een geboorteakte. Daarbij komt dat een visum voor één jaar tot 250 Amerikaanse dollar kan kosten, een fortuin voor iemand die de armoede ontvlucht.


De Rivier Massacre vormt in het Noorden de grens tussen Dominikaanse Republiek en Haïti. De brug is de enige legale toegangspoort, maar niet door iedereen gerespecteerd. © Ilse Roels

Met 66 in een vrachtwagen

Massa’s Haïtianen verzamelden zich rond zonsondergang op strategische punten aan de grens om de gevaarlijke overtocht te wagen met smokkelaars. Onder hen Alexander Pierre, een Haïtiaans jongetje van 11 jaar oud dat vergezeld van zijn moeder op 9 januari de grens Wanament-Dajabon overstak. Samen met 65 andere Haïtianen (mannen en vrouwen) betaalden ze in Dajabon elk het equivalent van 40 euro aan een chauffeur opdat deze hen in de laadbak van een vrachtwagen naar Santiago zou brengen. Voor het jongetje was er echter geen plaats meer en hij mocht voorin, naast de bestuurder. De laadbak was echter niet voorzien van vensters of andere verluchtingsmechanismen en al heel snel werden velen onwel en klopten op de deur van de vrachtwagen opdat deze zou stoppen. Vele migranten waren in ademnood en forceerden de deur van de vrachtwagen tot deze zich opende en zij uit de vrachtwagen vielen. Waarop de chauffeur stopte om de deur te sluiten en zijn weg vervolgde. Toen ze in Esperanza aankwamen, bleek dat 24 migranten waren overleden door verstikking, een andere overleed later in het ziekenhuis. Onder de overledenen bevond zich ook een vrouw, de moeder van Alexander Pierre.

Zesentwintig beschuldigden werden voorlopig onder arrest geplaatst onder wie de chauffeur, de medebestuurder en de eigenaar van het voertuig dat de migranten vervoerde, evenals 6 militairen die betrokken waren bij de mensensmokkel en cadeaus in natura hadden ontvangen in ruil voor het laten passeren van de vrachtwagen. De Dominicaanse wet 137.03 voorziet in 15 tot 20 jaar cel voor mensensmokkelaars of hun medeplichtigen met verzwarende omstandigheden indien de slachtoffers overlijden of er ambtenaren bij de mensensmokkel betrokken zijn. Deze nieuwe wet, sinds 2003 van kracht, heeft echter zijn effectiviteit nog niet bewezen en blijft een pleister op een open wonde. Overeenkomsten tussen beide landen wat betreft migratie, arbeid en handel blijven een lacune. Een groot vraagteken kan echter geplaatst worden bij de bereidheid en interesse om paal en perk te stellen aan deze zwarte markt.

Ilse Roels
Volens-coöperante, Ouananminthe

Ilse Roels
1 maart 2006