Onderwijs in Haïti: hervormingen essentieel

Schoolkind – Hector Retama AFP/com
Schoolkind – Hector Retama AFP/com

In Haïti blijft het onderwijs rondtollen in een vicieuze cirkel van gebrek aan visie en materiële en menselijke middelen. Er zijn wel uitmuntende pedagogen, die zeer welwillend goed bedoelde plannen maken voor hun politieke overheden. Die plannen worden dan weer om allerlei redenen door deze politici niet doorgezet. Gezinnen leveren bijna bovenmenselijke inspanningen om hun kroost ontwikkelingskansen te bieden. Maar die inspanningen zijn helemaal niet in verhouding tot de resultaten.

Volgens de Haïti-Référence redactie zijn er de laatste 40 jaar een viertal fenomenen die een grote invloed hadden op het onderwijs in Haïti. Er is eerst en vooral de massieve emigratie van mensen die competente leerkrachten konden zijn. Ten tweede is er het wijdverbreide fenomeen van ‘l’école borlette’, de kansspelschool zoals de mensen ze noemen, die er niet in slaagt goede leerkrachten aan te trekken en de leerlingen naar mislukking voert. Ten derde is er de te beperkte uitvoering van de hervorming van de jaren ’70, doorspekt met een aantal revolutionaire voorstellen van Minister Bernard. Ten vierde is er de lancering van een nationaal plan voor onderwijs en vorming van president Préval dat in de schuiven is blijven liggen.

Joseph Martelly, de vorige president, stelde het ‘Fonds National pour l’Education’ (FNE) in, dat gefinancierd werd met taksen op de geldtransfers naar Haïti en de inkomende internationale telefoongesprekken. Het FNE moest een programma van gratis school mogelijk maken, “Programme de scolarisation universelle gratuite et obligatoire” (Psugo) of het ‘programma voor gratis en verplicht universeel onderwijs’. Het zou minstens 500.000 kinderen extra naar de scholen moeten brengen. Het is misschien nog te vroeg om dit ten gronde te evalueren, maar er gaan kritische stemmen op. Niet in het minst wegens het ontbreken van de nodige omkaderende maatregelen betreffende infrastructuur, aantrekken van leerkrachten en bijkomende opleiding.

Afscheidnemend minister van onderwijs, Nesmy Manigat, professor aan de Quisqueya universiteit, werd in februari 2016 verkozen tot ‘President of the Governance, Ethics, Risk and Finance Committee of the Global Partnership for Education’, een internationale organisatie die middelen verzamelt om de minder bemiddelde landen te helpen de milleniumdoelstellingen betreffende onderwijs te bereiken. Nesmy Manigat wordt wel gewaardeerd voor zijn aanpak gedurende de twee jaar van zijn mandaat. Dat hij geen blad voor de mond hield en zich heel bewust was van de onderwijsproblematiek mag blijken uit het hieronder vertaalde artikel: “Haïti: le Ministre de l’Education veut réformer ‘l‘école de l‘échec’”. Jean Beauvois Dorsonne is zijn opvolger in de huidige overgangsregering. Een man die de onderwijswereld heel goed kent en het beleid van zijn voorganger wil doortrekken.

Haïti: Minister van Onderwijs wil de “falende school” hervormen

In september laatstleden startten bijna 3.000.000 Haïtiaanse kinderen het schooljaar. Niettegenstaande de economische problemen in de gezinnen en van de overheid, streeft de Minister van Onderwijs naar hervorming van het onderwijssysteem, dat hij een bron van uitsluiting en mislukking noemt.

Nesmy Manigat
Nesmy Manigat

Nesmy Manigat aarzelt niet om de enorme problemen bij aanvang van het nieuwe schooljaar aan de kaak te stellen.“Vandaag zal 10% van de kinderen, of ongeveer 400.000, hoe dan ook niet op school zijn” betreurde de minister. “En van de 100 kinderen die dit jaar naar de school gaan, zullen er minder dan 10 het einde van de middelbare school halen zonder een jaar of meer over te doen of de school te verlaten.”

Gezien deze hoge uitval, heeft de functionaris een meedogenloos oordeel: “Het is een school van mislukking, een school die uitsluit.”

Armoede bij de families is de belangrijkste factor die Haïti verhindert om het begin van het schooljaar rustig te benaderen.

Onderwijs zou gratis zijn maar natuurlijk zijn er altijd kosten die door de ouders moeten worden gedragen.”

Vergoedingen voor uniformen, schoolboeken en schoolmaterialen kopen die helaas niet iedereen kan betalen,” klaagt Jean Ludovic Metenier, adjunct vertegenwoordiger van Unicef in Haïti.

Want het gratis en verplichte universele scholingsprogramma gelanceerd door president Michel Martelly, financiert enkel de inschrijving op de scholen. En het programma heeft ook geen betrekking op de private instellingen die ruim 60% van de Haïtiaanse schoolkinderen opvangen.

- 200 leerlingen per klas –

Jean-Beauvois-Dorsonne
Jean-Beauvois-Dorsonne

Als pleitbezorger voor de kwaliteit van het openbaar onderwijs, beveelt Nesmy Manigat een maximaal aantal van 60 leerlingen per klas aan op de middelbare school.

Dit is iets dat door een minister niet zou moeten herhaald worden, want we moeten maximaal 35/40 leerlingen per klas hebben voor een land als Haïti,” gaf de minister aan. “Helaas zijn in mijn land veel klaslokalen excessief overbezet met 150 tot 200 studenten.” Van deze 200 studenten, zal nauwelijks 10% succesvol het schooljaar beëindigen. Uw kinderen zullen volstrekt niets leren”, geeft hij toe, terwijl hij zich richt tot de arme gezinnen die geen andere keuze hebben dan hun kinderen naar de publieke sector te sturen.

En overvolle klaslokalen zijn niet de enige hinderpaal voor de goede opleiding van jonge Haïtianen: 85% van de leraren momenteel op post, hebben niet de initiële opleiding voor dit beroep en hebben behoefte aan bijkomende opleiding.

Een bekende realiteit bij het ministerie dat worstelt om leerkrachten te motiveren, is het loon. “Gezien het niveau van de lonen, trekt het beroep niet veel mensen aan”, geeft Nesmy Manigat aan. “Het salaris is 20.000 gourdes gemiddeld of dus € 300 per maand, dat is niet enorm: het laat iemand niet toe om echt te leven.”
De lage lonen en de vertragingen in de uitbetaling ervan door de staat leiden elk jaar opnieuw tot stakingen bij de leerkrachten.

Vorig jaar hebben de openbare scholen het equivalent van anderhalve maand aan schooldagen verloren,” aldus de minister, die er regelmatig aan herinnert dat in de naburige Dominicaanse Republiek het nieuwe schooljaar begon op 17 augustus. “Haïti kan niet achterblijven: 200 schooldagen in de banken is een uitdaging, waar we moeten toe komen.”

Geleid door de wens om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en dus het concurrentievermogen van Haïti, startte Nesmy Manigat met een belangrijke hervorming van het leerplan, waaronder de invoering van burgerschapsvorming en economie.

Als je houdt van je land heb je geen keuze, kwaliteitsonderwijs is niet zomaar een slogan. Dit is de conditio sine qua non om dit land te laten overleven.”

Rhoddy PETIT
15 juni 2016

Meer artikels uit deze rubriek