Op stap in Cité Soleil, op een historisch dag…


Foto: Gerrit Matton (februari 2006)

Van onze verkiezingswaarnemers ter plaatse (2)

Vandaag, dinsdag 7 februari, heb ik mijn motorfiets genomen en ben ik een tochtje gaan maken in Port-au-Prince. Het was negen uur ’s ochtends, ik daalde af naar het centrum van de stad, beneden, waar ik al lang, wel meer dan een jaar, niet meer was geweest. Te veel ontvoeringen, te veel verloren kogels, te veel bendes die om het territorium vechten…

De littekens zijn zichtbaar: veel winkels gesloten, en de straten, normaal vol verkoopsters, zijn leeg. We passeren een groepje jongens dat voetbal speelt, midden op de Grande Rue, een straat die normaal kreunt onder de taptaps, mensen die koopwaar op hun schouders dragen op loodzware karren voorttrekken. Een jongen steekt zijn hand op, maakt het overwinningsgebaar en roept “L’espoir!” Aan het einde van de Grande Rue volg ik mijn instinct en rij richting haven, richting zee. Daar, bij de ingang, aarzel ik. Gedurende vijf minuten staar ik naar de poort, vraag me af ik ga of niet. Mijn moed is klein, maar mijn nieuwsgierigheid is groot. Cité Soleil, deze enorme sloppenwijk van Port-au-Prince, verzamelplaats van geruchten en niet uitgesprokenwoorden, van fascinatie en speculatie. De rest van de stad heeft schrik van de bewoners van Cité Soleil, beschouwen hen als bandieten, als een weg te vegen smet. De bewoners zelf, zij hebben schrik van de rest van de stad, zij durven hun wijk soms niet te verlaten. Ik was er al eens geweest, lang geleden, en begeleid. Altijd zijn gehad om er eens rond te dolen, nooit de kans gekregen…

Op deze speciale dag vind ik dat ik het zou kunnen wagen. Vandaag heerst er immers een speciale sfeer. In de door de auto’s verlaten straten kun je immers opeens lange rijen wachtenden zien. Het is de dag van de lang verwachte, vier keer uitgestelde verkiezingen. Het zijn de eerste verkiezingen die Haïti voor het eerst sinds lang weer hoop moeten brengen. Twintig jaar geleden, op 7 april 1986, vertrok dictator Baby Doc in ballingschap, dat was een nieuwe kans voor Haïti na 30 jaar Duvalierisme. Nu, in 2006, wordt, na enkele turbulente jaren, opnieuw gepoogd een overgang te maken naar een democratischer samenleving, Deze verkiezingen vormen slechts een etappe, toch heb ik het gevoel dat ik een historisch gebeuren meemaak.

Ten eerste omdat, ook al zijn de officiële cijfers nog niet beschikbaar, de opkomst zeer hoog was. Natuurlijk waren er ongeregeldheden, maar toch veel minder dan gevreesd werd. Natuurlijk waren geen verkiezingen “op zijn westers”, maar volgens wat ik heb kunnen zien, geeft het resultaat in de stembussen de mening van de kiezers weer.

Ten tweede omdat er weinig geweld heeft plaatsgevonden. De bendes hebben een wapenstilstand in acht genomen, en blijkbaar hebben de politieke partijen het intimideren of het zaaien van paniek achterwege gelaten.

Historisch, ten slotte, omdat met het aantreden van een nieuwe, democratisch verkozen regering de schaduw van Aristide, nu ook formeel “ex-president”, minder zwaarder wel wegen vanuit zijn schuilplaats in Zuid-Afrika. Haïti zal zijn betrekkingen met andere regeringen en landen kunnen normaliseren.

O ja, natuurlijk was het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De sensatiepers wilde de nadruk leggen op de vier doden, op de wanorde in sommige kiesbureaus. Natuurlijk kun je het eerder over “internationale” dan over nationale verkiezingen hebben.

Natuurlijk kan niemand garanderen dat Préval een goede president zal zijn. Hij heeft er tijdens zijn eerste mandaat (1996-2000) niet zo slecht vanaf gebracht, als een van de zeer zeldzame presidenten van Haïti die hun mandaat hebben kunnen voltooien en vrijwillig de macht aan een ander hebben overgedragen. Maar waarom blijft hij zich hullen in stilzwijgen? Waarom is zijn campagne meer gebaseerd op posters en T-shirts, in plaats van op standpunten, debatten, maatschappelijke projecten? En altijd diezelfde vraag: wat zal hij doen ten aanzien van voormalige partner, Aristide?

Vragen die wachten op een antwoord, in een toekomst die ik waarschijnlijk niet zal meemaken in Haïti. Ik ben echter blij dat ik deze 7de februari heb mogen meemaken, overal heb kunnen rondrijden, in een tiental kiesbureaus al die kiezers bezig heb kunnen zien. Nu wordt er geteld, en gehoopt…

Bruno Deceukelier
Volens-coöperant, Port-au-Prince

Bruno Deceukelier
1 maart 2006