Op zoek naar diesel

Kwart voor vijf in de morgen, de zon schuilt nog net achter de horizon, toch spring ik als een veer uit mijn bed, hol naar de garage, wek de knorrende nachtwaker en rij naar het benzinestation. Daar aangekomen, ben ik de vierde in de rij, maar ze gaan me toch niet hebben zoals de vorige avond…

Sinds een week is er extreme schaarste aan diesel in het land, niemand weet waarom. Er is wel gewone benzine, maar geen diesel. Sommigen beweren dat het is omdat het tankschip nog niet aangekomen is, volgens anderen is het omdat men na de laatste onrusten om veiligheidsredenen heeft beslist de opslagtanks van de stations ’s nachts niet meer vol te laten. Wat de reden ook moge zijn, overal zitten pompbedienden reeds verscheidene dagen op een stoeltje voor hun pompen en als je het station binnenrijdt, geven ze je al hoofdschuddend aan dat er nog geen diesel is.

De vorige avond was er toch een klein benzinestation dat diesel had, met als gevolg dat er meteen een lange rij wagens stond. Na een lange werkdag en met de brandstofmeter net boven “empty”, begon ik om zeven uur ’s avonds ook aan te schuiven. Het station zelf kon ik niet zien, want ik stond helemaal achteraan in de lange rij. Maar wagen per wagen werd bediend en de rij vorderde gestaag, tot er plots geen beweging meer inzat, het was rond acht uur, de pomphouder vond het wel genoeg voor die dag en ging naar huis. Geen nood evenwel, hij beloofde de volgende dag om 5 uur ’s ochtends weer te openen, vandaar dat ik hier nu dus weer sta en zelfs geen ogenblik te vroeg, want na mij beginnen de andere wagens en busjes aan te komen.

Twee chauffeurs van taptaps (pick-ups omgebouwd tot openbaar vervoer) zijn de voorbije nacht zelfs niet naar huis gereden en gewoon in hun wagen in het benzinestation blijven slapen. De eigenaar van het station, zeker van zijn klanten die dag, komt nog niet opdagen. Terwijl de wagens (vooral busjes en taptaps die brandstof nodig hebben om te kunnen werken) reeds een lange rij in de straat vormen, wordt er druk gediscussieerd over het waarom van de toestand, en hoe lang hij nog zal duren. Antwoorden blijven evenwel uit.

Ondertussen is de zon aan haar gestage klim begonnen en lopen er heel wat mensen op straat, voornamelijk dienstbodes die voordat de vrouw des huizes opstaat reeds het ontbijt moeten klaar hebben en dan de kinderen helpen om naar school te gaan. Tegen half zes zijn alle voetgangers weer weg, alle meiden moeten immers voor zes uur op hun bestemming zijn. Plots verschijnen dan de eerste schoenpoetsers aan de schoolpoort om de hoek van het benzinestation.. Ik heb ze niet zien aankomen, maar plots zitten ze daar, en vandaag hebben ze ook vroege klanten, want terwijl je daar staat te wachten, kan je net zo goed je schoenen even laten opblinken.

Eindelijk! De pomphouder komt eraan, niemand verwijt hem dat hij te laat is, men is al blij dat hij er is. Maar voor er met tanken kan worden begonnen, moeten met een lange peilstok de ondergrondse reservoirs gecontroleerd worden. Het is bijna een ceremonieel gebeuren. Alle wachtende chauffeurs komen rond het eerste afsluitdeksel in de grond staan. Een helper doet het luik open, de stok gaat erin, er weer uit, en meteen wrijft een dame met haar vinger langs het natte gedeelte van de stok, ruikt even aan haar vinger en roept: “Benzine!”. Een zucht van teleurstelling gaat door de groep. Tweede deksel open, stok erin, stok eruit, weet de vinger erlangs: “Benzine!”. De ontgoocheling is nog groter. Derde reservoir, stok erin, stok eruit, de stok is enkel onderaan een beetje nat, toch de vinger erlangs, “DIESEL!”

Alsof een startschot gegeven is, loopt iedereen terug naar zijn wagen en kan het tanken beginnen. Er ontstaat wat getrek en geduw want de mensen met jerrycans willen eerst bediend worden. Terwijl de eerste wagens gevuld worden, laat de pomphouder weten dat hij elke wagen maar voor 1000 gourdes (17,56 euro, terwijl diesel 0.68 normaal euro per liter kost) diesel zal geven, zodat iedereen er toch een beetje zal hebben. Een verrassend eerlijke pomphouder, want ondertussen blijkt dat ook enkele andere stations in de buurt deze nacht een kleine hoeveelheid diesel ontvangen hebben, maar de pompbedienden hebben die gereserveerd voor vrienden en kennissen die zelfs van tevoren betaald hebben. Onze pomphouder heeft met zijn eerlijkheid toch wel de beste publiciteit van de hele hoofdstad, want gedurende vier dagen staan er elke dag lange rijen wagens geduldig aan te schuiven en komen ze zelfs van de andere kant van de stad.

Na een week is er weer overal diesel te verkrijgen. Niemand heeft ooit geweten waaraan de schaarste te wijten was, maar de mensen die jerrycans verkochten, hebben gouden zaken gedaan en iedereen die diesel nodig heeft om zijn dagelijks brood te verdienen, heeft nu een kleine voorraad in huis.

Gerrit Matton, Port-au-Prince
1 juni 2008

Meer artikels uit deze rubriek