Port-au-Prince een bevreemdende werkelijkheid

Enkele indrukken anderhalve maand na de aardbeving

Het was met een apart gevoel dat we, onze continentverantwoordelijke en ikzelf, naar Haïti reisden. In welke staat zouden we de mensen aantreffen, wat was er overgebleven van die dichtbevolkte stad als zelfs het presidentieel paleis, meerdere ministeries, het VN gebouw en het gebouw van de Franse ambassade was ingestort. Hoe zouden de partnerorganisaties van Broederlijk Delen op deze situatie reageren en wat zouden hun voorstellen zijn voor de toekomst? Zou de zo moeizaam opgestarte hulp aan de slachtoffers nu al wat gestroomlijnd verlopen? Ook in het getroffen gebied buiten Port-au-Prince? Is een dergelijke ramp ook een nieuwe kans voor een andere ontwikkeling voor Haïti, zoals we stil hopen?

Schade aan huizen

De vliegbestemming was de Dominicaanse Republiek en de bus bracht ons naar Haïti. Hoe dichter we Port-au-Prince naderden, hoe frequenter de schade aan huizen zichtbaar werd. Schade in al zijn vormen, die dit bij een aardbeving kan aannemen. Gebouwen scheefgezakt, half ingestort, helemaal ingestort en tot een berg steengruis herleid alsof iemand met een reuzenhamer had toegeslagen, daken die enkel nog uit betonijzer bestonden, alsof het beton van tussen de bewapening was geschud. Soms lagen enkele zware betonplaten op elkaar, precies of de verdiepingen werden er tussenuit gehaald, pancakes noemen ze dit.

Eerst observeer je die materiële schade en geleidelijk aan besef je ook, maar het kan niet anders of hier liggen ook nog mensen onder. Een heel bevreemdend gevoel dat je heel stil maakt. Voor hen was redding onmogelijk. Hoe groot moet het gevoel van machteloosheid en radeloosheid geweest zijn die eerste uren en dagen, het elkaar zoeken en gelukkig vinden of die verschrikkelijke onzekerheid bij niet vinden.

Het puin ruimen is op veel plaatsen begonnen. Weinig kranen, bulldozers en vrachtwagens zijn beschikbaar in Port-au-po en nog minder in de andere getroffen gebieden. Als mieren zijn grote groepen mensen verspreid over een ingestort gebouw het puin aan het verkleinen. Betonijzer wordt gerecupereerd en met kruiwagens wordt het puin naar de kant van de weg gebracht. Een bulldozer zal het puin wel eens op vrachtwagens laden om het buiten de stad te voeren. Immens veel puin dat hopelijk ooit kan gerecycleerd worden in de wegenaanleg. De mensen worden betaald in een systeem van geld voor werk en op die manier krijgen ze wat koopkracht om het noodzakelijke te kopen en in hun levensonderhoud te voorzien.

Een blik op de kampen

Op open plekken, ook op de stadspleinen, of gewoon binnen de muren van een groter terrein zijn tenten, kleine en grote kampen opgetrokken. Soms zien die tenten er heel degelijk uit, soms zijn het lichte iglotentjes en heel vaak zijn het plastic zeilen en lakens over een constructie van stokken. De veerkracht van de mensen is enorm: een paar computers onder een tentzeil functioneren als een internetcafé en daarnaast is het schoonheidssalon open voor nagel en haartooi. Er zijn kampen waar toiletten en doucheplaatsen opvallend voorzien zijn, maar er zijn ook kampen waar die voorzieningen niet meteen waarneembaar zijn en er vaak (nog) niet zijn.

In Port-au-Prince vielen afgelopen weken al enkele fikse regenbuien, de mensen in de slechtste kampen staan dan gewoon recht in de regen. De regen en vooral het nakende regenseizoen veroorzaakten onenigheid tussen de Haïtiaanse en de Amerikaanse overheid en de grote internationale hulporganisaties… de centrale vraag: kunnen we niet beter voorlopig eenvoudige geprefabriceerde woningen bouwen in plaats van verder tenten te verdelen, die niet erg weerbestendig zijn en toch duur? Ver van die discussies gaan mensen hun voorlopig tentachtig optrekje al verstevigen met gerecupereerd hout en golfplaten. Hier groeien gewoon nieuwe krottenwijken en het zal moeilijk worden de mensen naar elders te verplaatsen.

Haïtiaanse organisaties pleiten voor een alternatieve aanpak, waarbij mensen in hun buurt blijven en meewerken aan heropbouwprogramma’s in hun buurt. Dat is respect voor slachtoffers en veel beter dan mensen in verder afgelegen kampen te stoppen. Nu worden de oude militaire luchthaven en andere terreinen door de soldaten van de VN stabilisatiemacht klaar gemaakt voor voorlopige huisvesting. De staat heeft echter weinig grond in en om Port-au-Prince en er is er heel wat nodig. Met onteigening is Haïti niet zo vertrouwd, het is allemaal wel iets minder eenvoudig dan het lijkt. Intussen bestelde president Préval 50.000 tenten in China.

Mensen nemen de draad weer op

Een lange rij mensen ook aan de Canadese ambassade. Gedisciplineerd en geduldig, voor hen kan de aardbeving er niet meer bij. Geschoolde mensen waar het land heel veel nood aan heeft, kiezen voor een wellicht moeilijk nieuw begin elders, maar alles lijkt hen beter dan in Haïti te blijven. Ook onder de meer dan 200.000 slachtoffers zijn vermoedelijk veel ambtenaren en onderwijsmensen, een nog niet ingeschatte aderlating aan ontwikkelingskracht. In Port-au-Prince werkt de overgrote meerderheid in het informele circuit van onder andere het straatventen en dat netwerk was sneller opgestart dan het mobiele telefoonnetwerk. Zo goed als alles is weer verkrijgbaar in de straten. Begin maart verschenen de blauwe plastiekzeilen in het straatbeeld, een nieuw en broodnodig artikel. Mensen nemen de draad weer op. Hebben ze een andere keuze?

Partnerorganisaties en hun (nieuwe) taken

Verschillende van onze partnerorganisaties zijn heel actief in de noodhulp gestapt. Met de mensen uit een wijk of in de omgeving van hun kantoor, organiseerden ze zich, brachten gedetailleerd slachtoffers, schade en noden in kaart en proberen samen aan die noden tegemoet te komen: tenten bemiddelen, zorgen voor maaltijden van lokale producten, met lokale artsen zorgen voor geneeskundige begeleiding in het grootste respect voor de slachtoffers. Jammer dat zij vaak niet het respect ontvangen voor dit werk en veel deuren moeten plat lopen om aan de nodige middelen als medicijnen en tenten te geraken.

Van veel van de Broederlijk Delen partnerorganisaties stortte het kantoor in, twee medewerkers van een organisatie vielen te betreuren. Het menselijke leed is erg groot, iedereen heeft wel iemand verloren uit zijn familie of vriendenkring. Zolang slachtoffers onder het puin blijven, blijft ook het verdriet. Van de inboedel probeerde men zoveel mogelijk te recupereren, maar soms beperkt zich dat tot enkele harde schijven uit de computers. De zoektocht naar nieuwe kantoren en huizen is begonnen, maar de mensen zijn ook ontzettend ongerust. Alle vertrouwen in beton is verdwenen, ook in gebouwen die geen schade vertonen. Voorlopig wil niemand onder beton werken of slapen. Mensen werken buiten op een stoel met de laptop op de schoot. Vergaderingen hebben plaats in de schaduw van de bomen.

Een geweld(dad)ige indruk!?

Soms rijden we langs een heel lange rij vrouwen die aanschuiven voor voedselhulp (rijst). Ter plaatse moeten ze de zak die ze ontvangen delen met de vrouw die achter haar aanschoof. Het verklaart waarom iedereen met een lege zak in de rij staat. Enkele Amerikaanse soldaten in volle uitrusting beveiligen de verdeling. In de baai ligt nog een Amerikaans hospitaalschip naast enkele oorlogsbodem. In de eerste weken na de aardbeving waren ruim 45 000 soldaten in Haïti: VN stabilisatiemacht, Amerikaanse en Canadese troepen, Franse troepen, Italianen en zelfs enkele handen vol Belgische militairen. Wie was hier nu eigenlijk gewelddadig? Zo’n militaire ontplooiing van vreemde mogendheden is nooit gezien in een land in vrede. De inwoners van deze ex-kolonie met de eerste geslaagde slavenopstand in onze geschiedenis, hebben duidelijk een geweld(dad)ige indruk nagelaten. De hulpverleners bleken echt wel bang, één van de redenen ook waarom de eerste voedseldistributies zo lang op zich lieten wachten.

Nou se wozo!

Deze aardbeving zal nog lang blijven nazinderen, het is ook één van de grootste natuurrampen aan menselijke tol uit onze geschiedenis. Er zijn nog veel vraagtekens bij de heropbouw, die niet enkel in stenen en in urbanisatie moet zijn, maar ook in veel meer ontwikkeling gericht op het binnenland. Ontwikkeling van de landbouw in de eerste plaats. Hopelijk raadplegen de grote specialisten in heropbouw ook eens het gezond boerenverstand.

Heel speciaal aan deze ramp is misschien dat de armsten hier wellicht het minst verloren en het snelst recupereerden … buigen als riet, maar breken nooit! Nou se wozo!

Rhoddy Petit
Regioverantwoordelijke Broederlijk Delen voor Haïti
31 maart 2010

Meer artikels uit deze Lambi

Meer artikels uit deze rubriek