Het boek ‘Post Traumatic Slave Syndrome’ grijpt je naar de keel. Professor Joy Degruy Leary, Ph.D., van de Universiteit van Portland USA publiceerde het in 2005. Ik kreeg een kopie te pakken via vrienden in de VS. Ik heb geen idee of het boek ondertussen ook in andere talen dan het Engels verkrijgbaar is. Toegegeven, sociale wetenschappen is mijn vakgebied en mijn interesseveld, maar ik kan het eenieder aanbevelen. Hoewel het een wetenschappelijk werk is, leest het als een roman, onder meer omdat Professor Degruy gebruik maakt van anekdotes en verhalen uit haar rijke ervaring om haar argumenten te onderbouwen.
In het eerste hoofdstuk gaat de schrijfster op zoek naar de definities van ‘ras’ en ‘racisme’. Ze onderbouwt de stelling dat er geen wezenlijke verschillen zijn in de menselijke soort, enkel verschillende uiterlijke kenmerken. In de praktijk is het trouwens niet mogelijk om rassen te scheiden, omdat heel veel mensen niet volledig onder te brengen zijn onder het ene of het andere ras. Wat wel duidelijk is, is dat mensen opgroeien in verschillende culturen en in zeer verschillende levensomstandigheden, naarmate het continent waarin ze geboren worden. Racisme treedt op wanneer mensen op basis van hun uiterlijke kenmerken minder kansen krijgen. Met talloze voorbeelden toont de schrijfster aan hoe dit tot vandaag het geval is in de VS.
De volgende hoofdstukken bevatten een gedetailleerd verslag van wat de slavenhandel vanuit Afrika naar het Amerikaanse continent inhield tussen 1619 en 1865. De gruwel en het onmetelijk leed spat van elke bladzijde. De schrijfster gaat ook in op de onderbouw, hoe men in de VS de slavernij wettelijk organiseerde en hoe men er als maatschappij mee omging. Wat het aantal slachtoffers van de slavernij betreft, kan men enkel gissen : wetenschappelijk gefundeerde schattingen gaan er vandaag van uit dat er vóór 1870 tussen de 10 en de 15 miljoen Afrikanen als slaaf toekwamen op het Amerikaanse continent. Waarschijnlijk stierven er nog eens evenveel tijdens de overtocht. Bovendien vielen er ook vele slachtoffers tijdens de jacht op slaven in het Afrikaans binnenland.
Een Afro-Amerikaanse professor die schrijft over de gruwelen die haar voorouders moesten ondergaan, je kan je natuurlijk de vraag stellen of ze zich hier niet bezondigt aan ‘slachtofferdenken’. Maar andere vragen die bij me opkwamen als lezer, waren : ‘Hoe komt het dat ik hier zo weinig van af weet ?’ en ‘Hoe is het toch mogelijk dat een maatschappij dit aanvaardde?’ Het is maar een detail, maar wist u bijvoorbeeld dat de grondlegger van de moderne gynaecologie, een Amerikaans dokter was, James Marion Sims, die in het midden van de 19de eeuw gruwelijke experimenten uitvoerde met slavinnen op een manier vergelijkbaar met wat Dr. Mengele deed in de concentratiekampen? En waarom ken ik wel de naam van Dr. Mengele en heb ik nooit gehoord van Dr. Sims ? Ik denk dat het goed is dat er boeken geschreven worden die in detail beschrijven wat de slavernij juist inhield en hoe het er aan toeging. En dat het geen mooi verhaal is, dat kan je moeilijk verwijten aan de schrijfster.
Na 1865 gaat de geschiedenis verder. Die periode omschrijft men in de USA als de periode van de ‘Jim Crow wetten’. De Amerikaanse versie van Apartheid, zeg maar, waarbij op basis van ras, mensen gescheiden werden en discriminatie wettelijk werd geïnstitutionaliseerd. Dit is ook de periode (van 1866 tot 1955) waarin in de USA naar schatting 10.000 ex-slaven gelyncht werden zonder enige vorm van proces of vervolging van de daders. Het volstond om bijvoorbeeld een blanke vrouw in de ogen te kijken, om op de meest barbaarse wijze gelyncht te worden. Dit is ook de periode waarin de Ku-Klux-Clan floreerde. De figuur van Martin Luther King kennen de meeste mensen natuurlijk wel. Maar hij was maar één van de vele leiders die vermoord werden. Het was een ongelooflijk harde, langdurige en intensieve sociale strijd om de burgerrechten van de Afro-Amerikanen af te dwingen. En die strijd gaat nog altijd voort.
Na de beschrijving van de voorgeschiedenis, geeft de schrijfster in het vierde hoofdstuk een omschrijving van wat het ‘Post Traumatic Slave Syndrome’ of PTSS inhoudt. Na honderden jaren en vele generaties van onmenselijk leed en onrecht, zijn er littekens die achterblijven in de manier waarop Afro-Amerikanen naar zichzelf en naar de maatschappij kijken. PTSS uit zich op vele manieren, maar de drie belangrijkste kenmerken van PTSS zijn:
Tenslotte, in het laatste hoofdstuk geeft de schrijfster pistes aan die in de richting van ‘healing’ of heling kunnen gaan. Daarbij onderscheidt ze:
Het boek sluit af met een blik op de toekomst. Hoe kan de Afro-Amerikaanse gemeenschap zich verder ontwikkelen en voortbouwen op haar kracht? De schrijfster ziet een belangrijke rol voor godsdienst en geloof, wat altijd al sterk aanwezig was in de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Ook de verbondenheid, de gemeenschapszin, ziet ze als een troef. Ze besluit dat de Afro-Amerikaanse gemeenschap nood heeft aan sterke leidersfiguren om zich verder te ontwikkelen, al zijn die niet altijd gemakkelijk te vinden. (Nvdr : Het boek werd geschreven lang voordat Barack Obama in de schijnwerpers trad.) Mensen uit de Afro-Amerikaanse gemeenschap moeten in de spiegel durven kijken en het eigen gedrag en gedachten durven onderzoeken.
En dan terug naar Haiti. Dit boek laat me achter met zoveel vragen, want de Haïtianen maken deel uit van de Afro-Amerikaanse gemeenschap, om niet te zeggen dat ze prominente leden zijn van die gemeenschap. Alles wat in het boek staat is dus van toepassing op de Haïtiaanse gemeenschap. Maar wat leren we hieruit voor Haïti ? Hoe gaat het proces in Haïti vorm krijgen, om te werken aan het zelfwaardgevoel en het geloof in eigen kunnen ? Dat is vrees ik stof voor een ander boek, dat nog moet geschreven worden …