Problemen legio...


Betoging voor ex-president Aristide (foto: AP/Ariane Cubillos)

De voorbije maanden was er opschudding omdat de kandidaten van de Aristide-gezinde partij Fanmi Lavalas niet zouden mogen deelnemen aan de verkiezingen van twaalf nieuwe kandidaten voor de senaat. Er stortte een tweede schoolgebouw in, gelukkig zonder dat daarbij doden vielen. Steeds meer mensen worden zich ervan bewust dat de eigen landbouwproductie gestimuleerd moet worden, en in de Dominicaanse Republiek winnen Haïtianen een proces.

Fanmi Lavalas uitgesloten

In februari ontstond er een polemiek toen de Voorlopige Kiesraad (Conseil Electoral Provisoire, CEP) besliste dat de kandidaten van Fanmi Lavalas niet mochten deelnemen aan de verkiezingen. De leden van deze partij van voormalig president Jean-Bertrand Aristide reageerden verontwaardigd op hun uitsluiting. Verschillende landen waarschuwden dat de geloofwaardigheid van de verkiezingen in het gedrang komt als er kandidaten worden uitgesloten. De ambassadeur van de Verenigde Staten riep de Haïtiaanse autoriteiten op tot dialoog. De ambassadeur van Canada, de Organisatie van Amerikaanse Staten, de Europese Unie en de Minustah (VN-vredesmacht) drukten hun bezorgdheid uit. Deze geldschieters financieren meer dan 70% van de kosten voor de verkiezingen die gepland zijn voor 19 april en waarbij een derde van de senaat vernieuwd wordt.

De voorzitter van de Voorlopige Kiesraad zei dat de internationale gemeenschap de situatie verkeerd inschat. Leden van die Kiesraad hadden een onderhoud met president René Préval, en ook met de afgewezen kandidaten werd er gepraat. Een en ander had als resultaat dat de Kiesraad een nieuwe termijn vastlegde waarin de afgewezen kandidaten de tijd kregen om zich in orde te stellen met de kieswet. Een belangrijke reden waarom de Kiesraad de kandidaten van Fanmi Lavalas uitgesloten had, was dat twee rivaliserende fracties in Fanmi Lavalas ruzie maakten over wie de partij diende te vertegenwoordigen. Uiteindelijk legde Fanmi Lavalas op 15 februari een lijst met 12 namen voor aan de Kiesraad.


Foto: AP/Ariane Cubillos

Tweede school ingestort

Op 12 november 2008, enkele dagen na het drama in een school in Petionville, stortte een tweede school in. De school was gelegen in Canapé Vert. Het ongeval gebeurde terwijl men een tweede verdieping op de school aan het bouwen was. Op het moment van de instorting waren de kinderen buiten aan het spelen. Daardoor vielen er geen doden, maar acht kinderen werden wel gewond. De directeur van de school, een dominee, werd gearresteerd. In Port-au-Prince waren de leerlingen van andere scholen met meerdere verdiepingen bang. President Préval beschuldigde het ministerie van Openbare Werken van nalatigheid. De dienst zou te weinig controleren tijdens het optrekken van gebouwen.

Deskundigen wijzen op de gevaarlijke combinatie van slechte bodem en constructiefouten bij het optrekken van gebouwen in Port-au-Prince. Veel huizen zijn gebouwd op hellingen. De bodem kan wegspoelen bij hevige regenval. Vooral de stortbuien tijdens orkanen hebben dikwijls catastrofale gevolgen.

Betoging voor ex-president Jean-Bertrand Aristide

Op 16 december 2008 eisten in Port-au-Prince verschillende duizenden aanhangers van Jean-Bertrand Aristide diens spoedige terugkeer. Ze kondigden aan dat ze binnenkort weer de macht zullen veroveren. De manifestatie werd georganiseerd ter gelegenheid van de achttiende verjaardag van de verkiezing van Aristide als president in 1990. De leiders van Fanmi Lavalas scandeerden: ‘Wij zijn de grootste politieke stroming en Titid (bijnaam van Aristide) is de populairste leider.’ De menigte stroomde samen op het plein Champ-de-Mars, waar enkele toespraken werden gehouden.

Sommige sprekers namen het Préval kwalijk dat hij Aristide niet heeft laten terugkeren, zoals hij volgens hen beloofd had. Een voormalige senator riep het staatshoofd op zich in te zetten voor Aristides terugkeer in maart 2009. Een oud-volksvertegenwoordiger zei dat er een beroep gedaan zou worden op Barack Obama. Er zou hem gevraagd worden ervoor te zorgen dat Aristide op 7 februari, de verjaardag van de val van Duvalier in 1986, terug zou zijn in Port-au-Prince. Tijdens de betoging deden zich enkele incidenten voor waarbij twee agenten werden gewond.


Foto: AP/Ariane Cubillos

Tentenkamp in Gonaives opgedoekt

Eind december 2008 besloot de regering de tijdelijke opvangcentra in het centrum van Gonaïves te sluiten. Men vroeg aan de slachtoffers van de orkanen om naar hun oude wijken terug te keren. In deze wijken zijn de levensomstandigheden echter moeilijk en is het onhygiënisch. Een groot aantal mensen dat in tenten woonde, kreeg het door de regering beloofde hulppakket van 5570 gourdes niet. Artsen van de Wereld verklaarde dat de sluiting van de tentenkampen de verontrustende humanitaire toestand nog verergerde. Het werd daardoor voor de mensen nog moeilijker om medische verzorging te krijgen en te voorzien in hun elementaire behoeften. Artsen van de Wereld maakte melding van 10.000 mensen die feitelijk nergens heen kunnen. De organisatie veroordeelde het terugkeerbeleid en vroeg de autoriteiten om zo spoedig mogelijk een begeleidingsplan op te stellen voor deze mensen.

Voedselproductie

Op 12 december 2008 trokken duizenden mensen, onder wie veel boeren, door de straten van Port-au-Prince. Ze protesteerden tegen de honger en tegen de neoliberale politiek van de regering. Ze eisten maatregelen om de voedselsoevereiniteit van Haïti te versterken. Ze vroegen een politiek die de eigen voedselproductie ondersteunt in plaats van voedsel te importeren. De directeur van Action Aid benadrukte dat om de eigen voedselproductie te versterken er dringend maatregelen nodig zijn om de achteruitgang van het milieu tegen te gaan.

Chavannes Jean Baptiste, leider van de boerenorganisatie Mouvement Paysan de Papaye (MPP), keerde zich tegen het verbouwen van gewassen voor biobrandstof. Hij vindt het onaanvaardbaar dat hiervoor landbouwgrond gebruikt wordt in een land waar het meeste voedsel geïmporteerd wordt. Hij was blij met de nog nooit eerder geziene eensgezindheid van boerenorganisaties om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren en de aanval van het neoliberalisme af te slaan.

Na de actie van de boerenorganisaties volgde in januari een actie van de Haïtiaanse Vereniging van Landbouwdeskundigen (ANDAH). Zij riep de regering op om in de begroting 2008-2009 veel meer geld beschikbaar te stellen voor de landbouw. De ANDAH gaat ervan uit dat door de lokale productie te doen toenemen de autoriteiten de hoge kosten van het levensonderhoud kunnen bestrijden en de bevolking voedselzekerheid kunnen geven. Ze stipte aan dat het recht op voedsel deel uitmaakt van de fundamentele rechten van de mens. De vereniging vroeg de regering ook om na te denken over oplossingen voor de milieuproblemen die samenhangen met de landbouwproductie. Ze eiste van de autoriteiten geen woorden, maar daden. Ze stelde de overheid voor om geen luxewagens meer te kopen om op die manier geld vrij te maken voor opvoeding, gezondheid en milieu.

Een plan voor herbebossing

De minister van Leefmilieu kondigde midden januari 2009 een plan voor herbebossing aan. Het doel is om in de komende vijf jaar 10% van het grondgebied te bebossen. Momenteel is maar 1,5% van de oppervlakte van Haïti bebost. Om het vooropgestelde doel te bereiken moeten 46.500 hectaren met bomen beplant worden. Daarvoor zijn elk jaar 25 miljoen planten nodig. Het is ook nodig om over te schakelen van houtskool en petroleum naar alternatieve energiebronnen. De minister zei ook dat de opwarming van de aarde moet tegengegaan worden. Doordat de temperatuur van de Caribische Zee in de voorbije eeuw met 1,5 °C is toegenomen zijn er jaarlijks meer cyclonen met desastreuze gevolgen.

De Dominicaanse Republiek

Tien jaar na het indienen van de eis heeft een rechtbank in de Dominicaanse Republiek een groep van 500 Haïtiaanse ‘braceros’ (arbeiders op de suikerrietplantages) in het gelijk gesteld. De ‘braceros’ eisten van één van de machtigste suikerrietconsortiums een ondertekend arbeidscontract met daarin opgenomen een bonus met Kerstmis en een ziekteverzekering. De rechtbank veroordeelde de suikerfabriek Cristobal Colon, eigendom van de groep Vicini.

De uitspraak van de rechtbank bepaalt dat vertegenwoordigers van de fabriek met de werknemers moeten samenkomen om de arbeidscontracten schriftelijk vast te leggen. De rechtbank heeft de verdediging van de suikerfabriek verworpen. Daarin stelde de fabriek dat ze geen arbeidscontracten kon sluiten omdat de Haïtiaanse suikerrietkappers geen identiteitsbewijs hebben. De rechter antwoordde hierop dat elk van de 500 ‘braceros’ te identificeren is door het nummer dat ze van de onderneming gekregen hebben en dat sommigen een identificatienummer hebben van de migratiedienst. Hij verwees naar de arbeidswetten die zonder onderscheid gelden voor Dominicanen en buitenlanders.

Het verweer van de werkgever dat de werknemers van de fabriek te beschouwen zijn als tijdelijke arbeidskrachten werd eveneens door de rechter verworpen.

Nog in de Dominicaanse Republiek bezetten rond de jaarwisseling een vijfhonderdtal Haïtianen een kerk. Ze hadden voor de eindejaarsfeesten hun familie in Haïti bezocht en staken de grens met de Dominicaanse Republiek terug over zonder over de nodige papieren te beschikken. Na onderhandelingen mochten 75 Haïtianen in de Dominicaanse Republiek blijven. De anderen werden de grens overgezet.


Haïti heeft het hoogste aantal geboortesterftes van het westelijke halfrond (rapport Verenigde Naties)

De organisatie GARR protesteerde tegen het geweld waaronder Haïtiaanse vrouwen lijden wanneer ze uit de Dominicaanse republiek worden gezet of wanneer ze het slachtoffer worden van mensenhandelaars. Ze worden regelmatig verkracht en men steelt dikwijls alles wat ze bezitten. In de grensstreek zijn de Haïtiaanse autoriteiten nagenoeg afwezig. De GARR riep de parlementsleden op een wet te maken om mensenhandel te bestraffen. Volgens getuigen is Lascahobas een draaischijf voor illegale immigratie naar de Dominicaanse Republiek.

Het hele systeem werkt met de hulp van Haïtiaanse mensensmokkelaars. Zes mensenrechtenorganisaties, waaronder Rechtvaardigheid en Vrede, stuurden een brief naar president Préval waarin zij hem vragen bij de Dominicaanse autoriteiten te pleiten voor de Haïtianen die aan de andere kant van de grens het slachtoffer zijn van allerlei soorten geweld. Ze betreuren het dat de Haïtiaanse verantwoordelijken te bedeesd zijn, ja, zelfs zwijgen, over het blinde geweld, gericht tegen Haïtianen, dat op 27 en 28 oktober 2008 in de Dominicaanse Republiek plaatsvond.

Drugshandel en corruptie

De voorbije maanden was Haïti ook in de ban van een schandaal. In Port-de-Paix zou na een huiszoeking bij de oom van een drugshandelaar twee miljoen dollar gevonden zijn. Leden van het gerecht en van de politie van Port-de-Paix zouden het geld onder elkaar verdeeld hebben. Een rechter van Port-de-Paix weigerde 10.000 dollar die hem aangeboden werden en mede daardoor kwam de zaak aan het licht. Er werd een parlementaire onderzoekscommissie opgericht die de zaak moet onderzoeken. Zeven leden van de justitie van Port-de-Paix werden aangehouden. Een commissaris die betrokken was bij deze affaire van narco-dollars overleed begin januari in verdachte omstandigheden. Daarop werden 16 ordehandhavers in isolement geplaatst.

Bart Van Malderen
1 maart 2009